Promovendus Praktische theologie

Protestantse Kerken in Nederland bezitten naar schatting 27.000 hectare landbouwgrond, die zij verpachten aan agrariërs. In toenemende mate klinkt de vraag of kerken, vanuit hun geloofsovertuiging en gezien ecologische ontwikkelingen als afnemende biodiversiteit, milieuvervuiling en klimaatverandering, zich niet zouden moeten inspannen om hun landbouwgrond op een duurzame manier te laten bewerken en beheren? Vooronderzoek onder kerkelijke gemeenten laat zien dat een meerderheid er (nog) over niet heeft nagedacht of ze dit wenselijk of nodig vinden, maar dat een klein deel op de drempel staat van beleidsvorming. Wat levert een constructieve zoektocht op naar verantwoord beheer en gebruik van de grond? Om antwoord te krijgen op deze vraag is de Protestantse Theologische Universiteit per 1 maart 2025 op zoek naar een Promovendus.

Over de PThU 

Bij de PThU werk je in een omgeving waarin fascinatie voor wat geloof met mensen doet de boventoon voert. Vanuit die fascinatie doet de PThU onderzoek naar ontwikkelingen in geloof, kerk, samenleving en wereldchristendom. De universiteit is verbonden met de Protestantse Kerk in Nederland. Het hier voorgestelde onderzoek maakt deel uit van het omvangrijke project ‘Grond’, een van de interdisciplinaire onderzoeksprojecten van deze universiteit (www.pthu.nl/grond), dat onderzoekt hoe een theologische visie op grond eruitziet die christenen en christelijke geloofsgemeenschappen kan gidsen naar een verantwoorde, context-gevoelige theologie in het licht van 21ste-eeuwse klimaat- en ecologische vraagstukken. Doel van dit project is dat theologie en geloof (weer) een eigen stem hebben in een integrale, werkbare en verantwoorde omgang met de grond.

Wat vragen wij van je?

Voor dit promotieonderzoek is het uitgangspunt de vraag van diaconieën en colleges van kerkrentmeesters hoe zij voor hun eigen gemeente, rekening houdend met de specifieke lokale context, theologisch verantwoord en praktisch uitvoerbaar beleid kunnen opstellen voor het (toekomstig) gebruik van de grond in het licht van hun diverse verantwoordelijkheden. In het project werk je, samen met betrokken geloofsgemeenschappen, stapsgewijs toe naar theologisch verantwoord en (ook theologisch) goed onderbouwd beleid voor de toekomst van hun eigen grond. Dat doe je in een theologisch actieonderzoek met regionale leergemeenschappen, waarin diakenen en kerkrentmeesters als co-onderzoekers betrokken zijn.

Je begint met het actualiseren van de bestaande inventarisatie van het kerkelijk grondbezit in Nederland en brengt het type kerkelijke pachtovereenkomsten preciezer in kaart. Daarnaast breid je het vooronderzoek naar good practices van gelovig gemotiveerd duurzaam grondbeheer verder uit met good practices van organisaties buiten het kerkelijk domein. Je verricht vervolgens literatuuronderzoek naar de omgang met kerkelijke pachtgronden in omringende landen en, in samenwerking met andere promotieonderzoekers in het project Grond, naar centrale theologische thema’s in een verantwoorde omgang met de grond, met name vanuit diaconaal perspectief. Dit literatuuronderzoek staat ten dienste van de reflecties van de leergemeenschappen.

Je schrijft een proefschrift over de resultaten op basis van een vijftal wetenschappelijke artikelen die je in het Engels publiceert. Ook publiceer je onder begeleiding een handreiking voor duurzaam kerkelijk pachtbeleid. Bekijk de uitgebreidere projectbeschrijving.

Vereisten

• een afgeronde relevante wetenschappelijke MA-opleiding, bij voorkeur in de theologie, antropologie of sociale wetenschappen en (tenminste op basaal niveau) empirische onderzoeksvaardigheden, waarin je bereid bent je verder te ontwikkelen
• aantoonbare vaardigheid in het begeleiden van en werken met groepen en affiniteit met de agrarische sector strekken tot aanbeveling
• kennis van de Nederlandse protestantse traditie, liefst van binnenuit
• goede schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid en beheersing van het Engels
• een open-minded intellectueel profiel en commitment aan het project
• uitstekende communicatieve vaardigheden en plezier in het werken in een team
• bereidheid tot deelname aan de (Initial) Graduate School van de PThU (https://www.pthu.nl/onderzoek/promoveren/) en bijeenkomsten van de Netherlands School for Advanced Studies in Theology and Religion (Noster: https://noster.org/)

Wat bieden wij?

• Je werkt vanuit het vastgestelde onderzoekskader van project ‘Grond’ met ruimte voor eigen accenten.
• Je wordt ondergebracht bij de leerstoelgroep Praktische Theologie: Worship & Formation.
• Een standplaats in het centrum van Utrecht een mogelijkheid tot thuiswerken.
• Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en dienstreizen.
• Je participeert actief in het geregelde overleg van het projectteam, dat bestaat uit ervaren en beginnende onderzoekers.
• Je krijgt budget voor congressen, symposia en trainingen, bijv. in onderzoeksmethodiek.
• Je wordt begeleid door prof. dr. T. Tromp en prof. dr. M.C.M. Klomp.
• Je krijgt een aanstelling van 1,0 fte voor de duur van een jaar. Na toetsing en positieve evaluatie van de voortgang volgt verlenging met 3 jaar.
• Het salaris volgt de cao van de UNL voor promovendi (schaal P) en begint in het eerste aanstellingsjaar bij € 2.901 bruto per maand bij een fulltime dienstverband. De eindschaal is € 3.707 bruto per maand bij een fulltime dienst verband.
• We bieden voortgaande scholing aan in theologisch onderzoek door middel van (in overleg overeengekomen onderdelen van) de (Initial) Graduate School van de PThU, Noster en aan (internationale) netwerken waardoor je kennis en vaardigheden worden vergroot.
• We bieden een begeleidingsteam dat maandelijks met je in gesprek gaat over het onderzoek.

Wil je meer weten over de procedure of de vacature?

Neem dan contact op met prof. dr. Mirella Klomp, mcmklomp@pthu.nl.

Solliciteren naar deze functie?

Stuur dan uiterlijk 24 januari een motivatiebrief, curriculum vitae en een cijferlijst van jouw masterdiploma naar sollicitatie@pthu.nl. Selectiegesprekken voeren we op 30 januari bij de PThU in Utrecht. De beoogde startdatum is 1 maart 2025.