- Over het project
- Updates en publicaties
- Onderzoekers
- Contact
- Deelproject: Openheid en onthechting in het morele leven
- Deelproject: Pantheïsme en persoonlijkheid in de klassieke Duitse filosofie
- Deelproject: Wet en deugd in de protestantse traditie
- Deelproject: Spinoza, vrijheid van meningsuiting en het algemeen belang (common good)
- Deelproject: Kierkegaard en het transparantie-denken
- Deelproject: Theologische perspectieven op betekenisvol familieleven
- Deelproject: Medische ethiek bij het einde van het leven
- Deelproject: De morele positie van familie in end of life care voor mensen met dementie
- Deelproject: Het morele kompas van militairen
- Deelproject: Wet, ethiek en polarisatie in de Bijbel en het antieke Jodendom
Deelproject: Pantheïsme en persoonlijkheid in de klassieke Duitse filosofie
Pantheïsme en menselijke vrijheid
Dit deelproject van het Moral Compass Project is gericht op het debat over het pantheïsme in de klassieke Duitse filosofie. Rond 1800 ontstaat onder Duitse denkers en schrijvers een groot enthousiasme voor de pantheïstische filosofie van Spinoza, waar God geen transcendente schepper is maar gelijk wordt gesteld aan de wereld of de natuur. Er ontvlamt een hevig debat over de vraag wat een dergelijke pantheïstische opvatting betekent – niet alleen voor onze opvatting van God, maar ook van de mens. Omdat bij Spinoza alles en iedereen onderdeel is van één groot goddelijk geheel, verdwijnt ook de vrije wil en dreigt onze hele persoonlijke individualiteit slechts een bijeffect te worden van blinde krachten. De menselijke persoon wordt opgeslokt door een systeem.
De noodzaak van een persoonlijke God
Dit gevaar van opgeslokt worden door het systeem wordt door sommige Duitse filosofen benadrukt, onder wie Friedrich Jacobi. Hij beargumenteert dat een pantheïstisch wereldbeeld, en daarmee het verlies van een persoonlijke God, ook het verlies van de menselijke persoonlijkheid zal betekenen. Een transcendent Gij tegenover het menselijke Ik is noodzakelijk om ons persoon-zijn te bestendigen tegenover de aanspraak van een onpersoonlijk systeem, dat de hele werkelijkheid in de greep probeert te krijgen.
Afscheid van een persoonlijke God
Hiertegenover staan filosofen die het pantheïsme juist omarmen. We moeten afscheid nemen van de persoonlijke God die van buitenaf de wereld regeert en van bovenaf ons de wet oplegt. Dat leidt tot onvrijheid. God staat niet buiten ons, maar is in ons. Pantheïsme leidt daarmee tot een ander verstaan van onszelf. Wij zijn uiteindelijk geen geïsoleerd individu; we moeten onszelf leren zien als deel van iets groters, van het goddelijke. Johann Gottlieb Fichte is zo’n denker, die in zijn filosofie een manier ontwikkelt om onze individualiteit te zien als deel van een goddelijk geheel, waarbij tegelijkertijd onze vrijheid behouden blijft. Ook Friedrich Schelling is vanaf zijn vroege denken sterk beïnvloed door het pantheïsme en ziet God als de absolute eenheid van alles wat bestaat. In zijn late denken neemt hij hier voorzichtig afscheid van, door de noodzaak van een persoonlijke God te onderkennen die tegenover de menselijke persoon staat.
Persoon-zijn in het geheel
In dit deelproject staat de verhouding tussen pantheïsme en persoonlijkheid centraal, waarbij specifiek wordt onderzocht hoe Jacobi, Fichte en Schelling een eigen filosofische benadering hebben van pantheïsme en persoonlijkheid. Het doel is om door middel van een historisch onderzoek naar hun denken ook een systematisch perspectief te ontwikkelen op de fundamentele verhouding tussen persoon en pantheïstisch geheel, en de verschillende posities die men hierin ook vandaag de dag kan innemen.
Dit project laat zien hoe verschillende gods- en mensbeelden ook leiden tot een andere kijk op ethiek. Aan de ene kant staat een personalistische benadering van de ethiek, die nadruk legt op persoonlijke intuïtie en de concrete Ik-Gij relatie; aan de andere kant staat een ethiek die juist het persoonlijke ontstijgt en nadruk legt op het algemene, op algemene rationele regels of de dienst aan een geheel in plaats van het particuliere.
Onderzoekers
Sleutelpublicaties
- Voogt, A., & Schaafsma, P. (2023). Should moral commitments be articulated? An introduction, International Journal of Philosophy and Theology. International Journal of Philosophy and Theology, 84(5), 303-308. https://doi.org/10.1080/21692327.2024.2310028
- Voogt, A. (2023). The dialectic of articulation: a Hegelian response to Adams. International Journal of Philosophy and Theology, 84(5), 333–339. https://doi.org/10.1080/21692327.2023.2296651
- Voogt, A. (2022). Het zelfbewuste middelpunt van een natuurlijke orde. De Groene Amsterdammer.