Scheiden veroordeeld in de Bijbel?
Ook voor veel christenen is scheiden geen taboe meer. In de Protestantse Kerk en andere kerken bestaan zelfs liturgische teksten die gebruikt kunnen worden tijdens een echtscheidingsceremonie. In andere kerken leven juist fundamentele bezwaren tegen scheiden, meldde het Nederlands Dagblad kort geleden. Dat heeft te maken met een paar passages in de Bijbel. Goed lezen is van belang, juist omdat het om mensen gaat.
Als christenen bezwaar hebben tegen echtscheiding, moeten ze vaak denken aan een paar uitspraken van Jezus in het Nieuwe Testament. Volgens Jezus wil God dat een getrouwde man en vrouw bij elkaar blijven.
Pittige discussies
Ik zet in bij Markus 10:2–12. Die passage heeft een parallel in Matteüs 19:1–12. Maar omdat Markus waarschijnlijk het oudste evangelie is, is het goed om daar te beginnen. Jezus heeft er een pittig gesprek met een aantal farizeeën, aanhangers van een van de joodse stromingen in die tijd. En zowel die farizeeën als Jezus beroepen zich tijdens dat gesprek op de heilige geschriften om hun visie kracht bij te zetten.
De farizeeën betogen dat een man zijn vrouw mag verstoten. Ze verwijzen naar oude wetgeving in Deuteronomium 24:1–4. Het gaat daar over iets aanstootgevends in het gedrag van de vrouw dat voor de man de reden is waarom hij haar wegstuurt. Wilde een man dat goed regelen, dan moest hij zijn vrouw een scheidingsakte meegeven. Daarmee kon zij aantonen dat ze de vrouw van een andere man mocht worden. De farizeeën trekken de conclusie dat een man zijn vrouw dus wel weg mag sturen.
Verschillende interpretaties
Die opvatting kwam in het jodendom veel vaker voor. De meningen liepen vooral uiteen over de aanleiding: wat voor aanstootgevends bij de vrouw kon een legitieme reden zijn om haar weg te sturen? Die meningsverschillen zijn niet vreemd, want ook in de Hebreeuwse tekst van Deuteronomium is onhelder wat dat aanstootgevende kan zijn. Volgens een oude bron (Misjna, traktaat Gittin 9.10) waren er in de tijd van Jezus twee toonaangevende interpretaties: de rabbijnen uit de school van Sjammai namen aan dat het ging om onzedelijk gedrag van de vrouw, terwijl de rabbijnen uit de school van Hillel meenden dat een man zijn vrouw mocht verstoten als ze bijvoorbeeld het eten liet aanbranden. De gezaghebbende Rabbi Akiva (ongeveer 50–135 na Christus) zou gezegd hebben dat een man zijn vrouw mag verstoten als hij een andere vrouw leuker vindt.
Het gebeurt nu eenmaal
De bepaling in Deuteronomium gaat er inderdaad van uit dat mannen hun huwelijk konden ontbinden. Opvallend is dat alles bekeken wordt vanuit het perspectief van de man. Dat was toen gebruikelijk in het hele Midden-Oosten. Letterlijk staat er dat de man een vrouw “neemt” en dat hij daarna haar “eigenaar” is. Het is ook de man die vaststelt of er iets aanstootgevends in het gedrag van de vrouw is. Wat de vrouw van haar man vindt doet er kennelijk niet toe.
Toch ligt de focus in deze passage uit Deuteronomium zeker niet bij het recht van mannen om hun vrouw te verstoten, maar bij iets anders: een man mag niet opnieuw trouwen met dezelfde vrouw als ze in de tussentijd getrouwd was met een andere man (Deut 24:4; zie ook Jer 30:1). Of je vrouw wegsturen een goede zaak kon zijn of juist niet wordt niet expliciet aangegeven.
Er was maar één soort situatie waarin een man zijn vrouw niet mocht verstoten: alleen als een man schade had aangericht bij zijn vrouw en haar familie (Deut 22:13–19, 28–29). Of de vrouw in zo’n situatie zin had om bij haar man te blijven doet er niet toe. Het gaat erom dat de man dan niet zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de familie van zijn vrouw mag ontlopen.
Jezus ziet het anders
Terug naar Markus. Jezus neemt hier een heel ander standpunt in dan de farizeeën. Als man je vrouw wegsturen mag niet. Punt uit. Jezus verdedigt zich in deze passage met een beroep op het begin van Genesis. Daar wordt gezegd dat God de mensen manlijk en vrouwelijk maakte (Gen 1:27). In het tweede scheppingsverhaal wordt verteld dat Adam blij is met de vrouw die God voor hem maakte. Dat wordt aangeduid als de reden waarom mannen hun vader en moeder verlaten, zich “vasthechten” aan hun vrouw en voortaan de prioriteit bij haar leggen (Gen 2:23–24). Hoewel deze laatste opmerking uit Genesis geformuleerd is als een beschrijving, niet als een verplichting, leidt Jezus eruit af dat mannen hun vrouw niet mogen verstoten. In Deuteronomium wordt verondersteld dat mannen dat wel kunnen doen, maar volgens Jezus gaat het daarbij om een tegemoetkoming van Mozes aan de menselijke halsstarrigheid, niet om goedkeuring door God. Jezus ziet dus een spanning tussen wat Mozes zegt en wat God eigenlijk wil. In het jodendom van zijn tijd was dat een nogal opvallende benadering.
Vrouwen als slachtoffers
Jezus’ standpunt lijkt op dat van de profeet Maleachi. In het bijbelboek met zijn naam komt een helder oordeel naar voren over een man die zijn vrouw wegstuurt: God heeft oog voor het nare lot van de vrouw en Hij verwijt het de man dat hij zich niet houdt aan de verplichtingen van het huwelijk (Mal 2:13–16). Die verbintenis is onverbrekelijk en heeft het karakter van een “verbond” (Mal 2:14). In Deuteronomium 24 wordt het wegsturen van een vrouw door haar man niet veroordeeld. Zo’n veroordeling is dus wel te vinden in het bijbelboek Maleachi, al gaat het ook daar niet zozeer om scheiden in het algemeen, maar om de slechte behandeling van de vrouw door haar man.
Nauwelijks uitzonderingen
Markus noemt geen enkele uitzondering: als man je vrouw verstoten en verdergaan met een andere vrouw is niet goed te praten. Het gaat daarbij om iets waarvan je vrouw het slachtoffer is, om “overspel tegen haar” (Mar 10:11; niet volledig weergegeven in NBV21). Daar wordt nog aan toegevoegd dat ook een vrouw bij de scheiding niet het initiatief mag nemen, waarschijnlijk omdat dat volgens het Romeinse recht – anders dan in het Joodse – mogelijk was (Mar 10:12; zie ook 1 Kor 7:10–11).
In tegenstelling tot Markus noemt Matteüs wel een uitzondering. Jezus noemt onzedelijk gedrag van de vrouw daar als enige legitieme reden om haar weg te sturen (Mat 5:31–32; 19:9). Dat lijkt op het standpunt van de rabbijnenschool van Sjammai. Maar dat maakt Jezus’ boodschap bij Matteüs niet minder radicaal dan zijn boodschap bij Markus:
Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.(Bron: Matteüs 19:6; Markus 10:9)
Verschillen tussen toen en nu
Voor wie Jezus’ aanwijzingen als doorslaggevend ziet lijkt het al met al vrij duidelijk. Niet scheiden is kennelijk de regel. En als mensen toch scheiden is minstens een van de twee schuldig. Maar pas op, als het gaat om de vraag wat Jezus’ woorden voor ons betekenen, kun je niet heen om de verschillen tussen toen en nu.
We zagen het al: in de tijd van de Bijbel was een getrouwde vrouw ondergeschikt aan haar man. Huwelijken waren meestal ook gearrangeerd. Je ouders en verdere familie bemoeiden zich meestal intensief met de keuze van je huwelijkspartner. En je trouwde al op jonge leeftijd. Ook na je huwelijk bleven de afspraken tussen de twee families van het grootste belang.
Nu is dat heel anders. In onze tijd zijn huwelijken meestal gebaseerd op romantiek en gelijkwaardigheid. Meer dan vroeger vinden we het van belang dat het huwelijk niet voor een van beide partners een dwangbuis wordt. De kwaliteit van de relatie staat voorop. Dat is één van de redenen waarom er ook ruimte is gekomen voor huwelijken van partners met hetzelfde geslacht. Ook in veel kerken is die ruimte er. Dat zijn ontwikkelingen die onomkeerbaar lijken. En veel mensen zien er de voordelen van in.
Verantwoordelijk voor elkaar
De richtlijnen van Jezus kunnen juist in onze tijd weer van betekenis worden. Omdat de verwachtingen van het huwelijk en andere relaties vaak zo hoog zijn, is er een extra groot risico als die verwachtingen niet uitkomen. Je kunt dan geneigd zijn de ander als een baksteen te laten vallen. Zo wordt de een snel het slachtoffer van de ontevredenheid van de ander. Wat Jezus zegt in verband met scheiden heeft daar alles mee te maken. Hij lijkt daarbij vooral te denken aan vrouwen, als vuilnis op straat gezet door hun man.
Juist als een relatie minder bevredigend is dan je hoopte, gaat het om de vraag wat liefde is. Volgens Jezus betekent liefhebben kennelijk dat je verantwoordelijkheid neemt voor je partner, net als voor de kinderen, als die er zijn. Wie die ander in de steek laat moet bij zichzelf te rade gaan.
Niet oordelen
Jezus verwijt de farizeeën een verkeerd gebruik van de richtlijnen in Deuteronomium. Ook in onze tijd ligt misbruik van de Bijbel op de loer. Wie mensen die willen scheiden voorhoudt dat ze ingaan tegen Jezus’ wil heeft misschien juist niet begrepen waar het Jezus om ging. Zou Jezus er geen oog voor hebben dat partners soms “verkeerd verbonden” kunnen zijn? Zelfs Paulus maakte wel eens een uitzondering (1 Kor 7:12–15).