Naar hoofdinhoud
De ingenomen standpunten zijn die van de auteur, niet per se die van de PThU.
Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

NBV21 en de handschriften van het Nieuwe Testament

12 oktober 2023

Bijbelwetenschappers werken tegenwoordig veel met speciale computerprogramma’s, waarmee ze woordenboeken, grammatica’s, commentaren, en natuurlijk de bijbelteksten zelf in grondtekstedities en vertalingen snel kunnen oproepen, doorzoeken en vergelijken. Onlangs werd de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2021 (NBV21) aan mijn collectie toegevoegd, naast de versie van 2004 die ik al had (NBV 2004). Ik kan nu heel gemakkelijk een overzicht krijgen van de wijzigingen die zijn doorgevoerd.

Op het internet is natuurlijk ook veel te vinden, maar voor echt wetenschappelijk werk zijn zulke computerprogramma’s onmisbaar geworden. In een komende bijbelblog zal ik op enkele opvallende vertaalkeuzes ingaan, zoals bijvoorbeeld al in Matteüs 1:11: ‘Na de Babylonische ballingschap’ is daar ‘Tijdens de Babylonische ballingschap’ geworden. 

Grieks

Deze bijdrage gaat over iets anders, namelijk de gebruikte Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament. Zoals de meeste moderne vertalingen volgt de NBV21, net als NBV 2004, de wetenschappelijke standaarduitgave (met name Nestle-Aland, 28e editie). Zo hebben de bijbelgenootschappen het afgesproken, en het is ook de meest verantwoorde keuze.

Nu is er voor het Nieuwe Testament een grote kritische editie in de maak, waarvan tot nu toe al enkele delen zijn verschenen. Bij elk nieuw deel zijn er wel enkele wijzigingen: de wetenschap schrijdt immers nog steeds voort. NBV21 neemt zulke wijzigingen in de grondtekst vrijwel vanzelfsprekend over, als ze tenminste vertaalbaar zijn. Meestal gaat het om verfijningen die in vertaling niet eens zichtbaar zijn, zoals een verandering van woordvolgorde in het Grieks, maar soms is er wat meer aan de hand, zoals de volgende voorbeelden laten zien.

Toen de leden van het Sanhedrin dit hoorden, ontstaken ze in hevige woede en besloten ze de apostelen ter dood te brengen(Bron: Handelingen 5:33, NBV21)

Hier is ‘wilden’ in ‘wilden ze de apostelen ter dood brengen’ gewijzigd in ‘besloten’, eenvoudigweg omdat de nieuwe Griekse tekst een net iets ander werkwoord heeft.

Op sabbat gingen we de stadspoort uit in de richting van de rivier, naar de plaats waar gewoonlijk werd gebeden. We gingen zitten en spraken de vrouwen toe die daar bijeen waren gekomen.(Bron: Handelingen 16:13, NBV21)

Hier stond in plaats ‘naar de plaats waar gewoonlijk werd gebeden’ eerder ‘want we vermoedden dat daar een gebedsplaats was’. De reden is een net iets andere vorm van het werkwoord.

Maar als u lijdt omdat u christen bent, schaam u dan niet en draag uw lot tot Gods eer.(Bron: 1 Petrus 4:16, NBV21)

Hier stond ‘draag die naam tot eer van God’, maar is het nu ‘draag uw lot tot Gods eer’, want de Griekse tekst heeft inmiddels een ander zelfstandig naamwoord.

Latere toevoegingen

Een ander aspect is de omgang met een aantal bekende latere toevoegingen aan het Nieuwe Testament. Een belangrijk punt van kritiek bij NBV 2004 was dat de lezers niet altijd een goed beeld konden krijgen van de wetenschappelijke consensus. Zo drukte NBV 2004 de laatste twaalf verzen van het evangelie naar Marcus gewoon af, met enkel een aantekening: (16:9–20) In andere handschriften ontbreken deze verzen.

In de grondteksteditie (Nestle-Aland) staat dit gedeelte echter tussen dubbele vierkante haken, wat inhoudt dat wetenschappelijk vaststaat dat het niet van de hand van de evangelist is. Om (kerk)historische en praktische redenen wordt de passage wel opgenomen in de hoofdtekst, maar tegelijk duidelijk gemarkeerd als een latere toevoeging.

In NBV21 is de situatie ten opzichte van NBV 2004 sterk verbeterd. In het geval van Markus 16 gebruikt de herziening (enkele) vierkante haken, die al aangeven wat de bijbehorende aantekening uitlegt: ‘Het gedeelte tussen vierkante haken is een oude toevoeging aan de Griekse tekst.’

Precies zo gaat het ook bij het bekende verhaal van de overspelige vrouw (Johannes 7:53–8:11): bij NBV 2004 krijgt de lezer enkel de informatie dat er handschriften bestaan waarin het gedeelte ontbreekt, terwijl NBV21 met vierkante haken en een aantekening duidelijk maakt dat het om een toevoeging gaat.

Twee andere latere toevoegingen

Anders gaat het bij Lucas 22:43–44. Hier vinden we in het lijdensverhaal de volgende woorden:

Uit de hemel verscheen Hem een engel om Hem kracht te geven. Hij werd overvallen door doodsangst en bad nog vuriger; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond.

Ook hier had NBV 2004 de aantekening ‘In andere handschriften ontbreken deze verzen.’ Ook hier heeft de grondteksteditie de dubbele vierkante haken, die zoals gezegd aangeven dat het om een latere toevoeging moet gaan. Vreemd genoeg heeft NBV21 hier geen enkele vierkante haken gebruikt, en ook de aantekening ongewijzigd gelaten. Hetzelfde is gebeurd in Lucas 23:34. Volgens de huidige wetenschappelijke inzichten zijn de woorden ‘Jezus zei: “Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen”’ ook zo’n latere toevoeging, maar ook hier is er geen verschil tussen NBV 2004 en NBV21, en komt de lezer dus nog steeds niet op de hoogte van de huidige wetenschappelijke consensus.

Oude toevoeging aan het Onze Vader

Opvallend is ook wat er aan het slot van het ‘Onze Vader’ (Matteüs 6:9–13) gebeurt. Het staat wetenschappelijk vast dat de lofprijzing die bij het gebed altijd meeklinkt (‘Want aan U behoort het koningschap, de macht en de majesteit, in eeuwigheid. Amen.’) een latere toevoeging is, die in veel handschriften terecht is gekomen onder invloed van de gebruikelijke liturgie. NBV 2004 vermeldde de lofprijzing wel, maar in een aantekening, zij het met de misleidende standaardverwijzing naar ‘andere handschriften’. NBV21 heeft het hier veel duidelijker en juister over ‘een oude toevoeging aan de Griekse tekst’, maar neemt opmerkelijk genoeg de lofprijzing zelf tussen vierkante haken op in de tekst, iets wat de grondteksteditie nadrukkelijk niet doet. Doet hier ook de invloed van de gebruikelijke liturgie zich gelden?

Verschillen met andere vertalingen

NBV 2004 en NBV21 maken de lezer ook attent op een aantal andere latere toevoegingen. Deze service verheldert vooral opvallende verschillen met oude vertalingen zoals de Statenvertaling. Deze toevoegingen staan dan in een aantekening en niet in de lopende tekst. Het beroemdste geval is wel de passage over ‘drie hemelse getuigen’ in 1 Johannes 5:7–8. De huidige tekst is:

Er zijn dus drie getuigen: de Geest, het water en het bloed, en het getuigenis van deze drie is eensluidend.

Maar de meeste vertalingen en grondtekstedities uit de tijd van de Reformatie hebben een langere tekst, die nu in de aantekening staat:

Er zijn dus drie getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de heilige Geest; en deze drie zijn één. En er zijn drie getuigen op de aarde: de Geest, het water en het bloed; en deze drie zijn één.

Ook hier heeft NBV 2004 het in de aantekening enkel over ‘andere handschriften’, terwijl NBV21 veel duidelijker van ‘enkele latere handschriften’ spreekt. Iets soortgelijks gebeurt bij gevallen waarbij de versnummering verspringt. Steeds waar NBV 2004 ‘andere handschriften’ noemt, maakt NBV21 duidelijk dat het om ‘latere handschriften’ gaat.

Tekstkritiek

Erg nauwkeurig kan de informatie natuurlijk nog niet zijn, en de lezer kan vermoeden dat achter zulke formuleringen een hele tak van wetenschap schuilgaat: om welke en wat voor handschriften gaat het? Waarop berust de conclusie dat handschriften ‘later’ zijn? En is zo’n oordeel beslissend voor de waarde van de tekst?

De werkelijkheid van de nieuwtestamentische tekstkritiek is inderdaad veel ingewikkelder, grilliger, en ook interessanter. Maar daarbij blijft staan dat NBV21, binnen de vanzelfsprekende beperkingen van een vertaling, veel verantwoorder en informatiever is dan haar voorganger.

Deze bijbelblog is een licht uitgebreide versie van een leerhuisbijdrage aan het Friesch Dagblad van 2 september 2023.