Naar hoofdinhoud
De ingenomen standpunten zijn die van de auteur, niet per se die van de PThU.
Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

Het PThU-pand met de Moren: Protestantisme en slavernij

20 juli 2023

Bezaten Nederlandse protestanten slaven?  Wat dacht hun kerk daarvan? Hoe kon de kerk christelijk geloof verbinden met het tot slaaf maken van andere mensen? Met uitbuiting, mishandeling? Het zijn serieuze vragen. Historisch onderzoek levert steeds meer antwoorden. Die liegen er niet om.

Universitair docent Kerkgeschiedenis

Beschamend profijt van de slavernij

Samenleving, staat en kerk van Nederland hebben allemaal van de slavernij geprofiteerd. Niet zo zuinig. En dat ook nog eens heel lang: slavernij heeft in de Nederlandse koloniën bestaan tussen ongeveer 1600 en 1863. Vreemd genoeg komt de discussie daarover pas nu echt op gang. De Protestantse Kerk in Nederland is nauw bij dat gesprek betrokken. Doel is om schuld te belijden tegenover de nazaten van de slachtoffers. Daarvoor zal een lange weg gegaan moeten worden. Hoe elkaar te vinden? De verschillen tussen Aruba, Suriname, Indonesië en Nederland zijn groot. Binnen al die landen bestaan allerlei culturele en sociale scheidslijnen. Kerk en theologie hopen bij te dragen aan het overbruggen daarvan.

Een mooi gebouw in Utrecht

Nauw verbonden met de PKN is de Protestantse Theologische Universiteit. Die gaat binnenkort verhuizen naar Utrecht. Het nieuwe pand van de PThU staat vlakbij de Janskerk. Wie even googlet vindt met enige schrik dit gebouw in de eerste zoekresultaten ook op de website Mapping Slavery (zie ook de publicatie Slavernij en de stad Utrecht uit 2021). Dat heeft te maken met de versiering boven het raam op de eerste verdieping. Daar bevindt zich een wapenbord. De figuren erop waren bedoeld om voorbijgangers te vertellen welke familie daar woonde. Hier aan Sint Janskerkhof 12 moeten dat rijke mensen zijn geweest. In een tijd waarin het nog als ‘wettig’ beschouwd werd om slaven te houden. Tot de figuren op het wapen boven deze woning horen drie zogenaamde ‘Morenhoofden’ (in de heraldiek tot voor kort aangeduid als: Morenkop, ook bekend als caput ethiopicum). Nederlanders noemden bewoners van Noord-Afrika ‘Moren’. Later werd het een aanduiding voor mensen uit heel Afrika. En nog weer later voor tot slaaf gemaakten op plantages in Suriname of Aruba.

Over zo’n bijzonder huis in Utrecht waar de PThU naar toe wil verhuizen willen we natuurlijk graag meer weten. Hoe kwamen die ‘Morenhoofden’ op het familiewapen terecht? Was dat toeval, of had de eigenaar misschien zakelijke belangen in de slavernij. Zelfs als dat niet zo zou zijn: wat betekenden die ‘Morenhoofden’? Wat betekenen ze nu? Kerkgangers op weg naar de Janskerk lopen er vlak langs. Er valt nog heel wat uit te zoeken.

Theologie en slavernij

Predikanten als Bernardus Smytegelt en Nicolaas Beets in de 18e en 19e eeuw hebben tegen de slavernij geprotesteerd, maar we kunnen er niet omheen dat de kerk als geheel helaas ook zwaar van de toenmalige slavernij heeft geprofiteerd. Koloniën droegen stevig bij aan de rijkdom van het protestantse Nederland. Daar werden tot slaaf gemaakte mensen voor ingezet. Ze droegen bij aan onze welvaart. Was dát waar de eigenaren van dit huis aan dachten, toen ze drie ‘Moren’ in hun familiewapen plaatsten? We weten het nog niet.

Nieuwe gebruiker van Sint Janskerkhof 12 is zoals gezegd de PThU. Verbonden met de protestantse geschiedenis. Ook de donkere kanten van die geschiedenis horen erbij. Verzoening is een belangrijk thema in de theologie. Wil het tot verzoening komen, dan dient ooit schuld uitgesproken te worden. Dat vraagt om ontmoeting. Nazaten van slavenhouders die nazaten van tot slaaf gemaakten om vergeving vragen. Voor het écht zover is, valt nog een lange weg te gaan. Nodig daarvoor is niet alleen goede wil maar ook kennis. Waar hebben we het over. Weten we wel wat slavernij echt betekende? Wat de gevolgen waren voor latere generaties? De PThU werkt samen met onderzoekers als prof. Rose-Mary Allen van de universiteit van Curaçao. Zij is antropologe. In het Caribisch gebied verzamelt ze de verhalen van ooggetuigen en nazaten. Maar ook in Nederland valt nog veel werk te doen.

Zorgvuldigheid

Slim en vroom: zo worden Nederlandse protestanten omschreven door Jan Wolkers (wiens gereformeerde vader een winkel in koloniale waren dreef). Iedere zondag naar de kerk, maar bij de pinken wanneer het om de centen gaat. Hopelijk is dit een karikatuur. In het geval van slavernij zou er echter best een kern van waarheid in kunnen zitten. In hun archieven vinden protestantse kerken daar overal de sporen van. Inkomsten uit plantages hielpen om salarissen en diaconaat betaalbaar te houden. Geld uit deze bron heeft bovendien bijgedragen aan onze welvaart nú. We staan er niet buiten. Dat te beseffen is niet gemakkelijk.

Een uitdaging voor kerk en universiteit is zorgvuldigheid. Hoe doe je recht aan betrokkenen? Voorop de slachtoffers, maar ook degenen die profijt trokken van slavernij. Zitten er aan publiceren van hun namen en adressen ook risico’s? Lists of shame op het internet pakken niet altijd positief uit. Het is iets om over na te denken. Misschien zijn we gebaat bij een eigentijdse mix van vroom en slim. Vroomheid betekent onder andere dat je schuld durft te erkennen aan wie je iets misdeed. Of aan wie jouw kerk ooit iets misdeed. Dat is ingewikkeld, zeker zodra compensatie van je slachtoffers aan de orde komt. Goed theologisch onderzoek kan dan helpen  om de juiste keuzes te maken. En ook de daders recht te doen in het van hen geschetste beeld. Slim betekent: meer te weten willen komen. Heel veel van de protestantse geschiedenis van / uit de tijd van de slavernij is nog onbekend. Wie woonden er bij voorbeeld in het huis aan het Sint Janskerkhof 12? Onderzoek is bovendien een uitstekende manier om elkaar te leren kennen. Betrokkenen bij het slavernijverleden kunnen het samen doen. Mede door dat persoonlijke contact draagt historisch onderzoek juist ook bij aan vernieuwing. Samenwerking helpt. Het pand van Universiteit voor Humanistiek ligt niet ver van de PThU in Utrecht. Over de relatie met slavernij loopt in de zomer van 2023 een interessante expositie. Zo’n voorbeeld kan ons op ideeën brengen.

Twee wapens

Het hele verhaal achter het nieuwe pand kennen we nog niet, maar wel is al duidelijk dat de twee wapens hoog boven de ingangsdeur van het pand de twee wapens zijn van het burgemeestersechtpaar Lucas van Voorst (1670-1738) en Justina Clara de Moor (1686-1758) zijn. De twee wapens zijn ook afgebeeld op hun grafsteen in de Buurkerk.

Op deze zerk zijn ook zeer goed de drie Morenhoofden te zien. Van Voorst kocht Janskerkhof 12 in 1721, toen hij burgemeester van Utrecht was. Het pand op nummer 10 was toen reeds in bezit van de zuster van Justina de Moor en haar echtgenoot Johan van Royen. De grote gevelsteen op de eerste verdieping van Janskerkhof 12 laat links het wapen zien van de familie Van Voorst, rechts het wapen (met de Morenhoofden) van de familie De Moor. Ook in de vestibule van het gebouw zijn hun beider wapens te zien. De drie Moren duidt dus de familienaam De Moor aan, maar vermoedelijk wel met afbeeldingen van tot slaaf gemaakte Moren. Bekend is dat burgemeester Van Voorst handelde in aandelen van de Verenigde Oostindische Compagnie en de Westindische Compagnie en eigenaar was van een suikerraffinaderij (vermoedelijk in Utrecht). Waar nu de Utrechtse Schouwburg is, aan het Lucas Bolwerk, heeft destijds een suikerfabriek gestaan, was hij een van de eigenaren?

Nieuwe bewoners, nieuwe invulling?

Het laatste woord over het verleden van het pand is nog niet gezegd, maar de naam "De Moor" roept bij een heel aantal PThU-docenten en ook PKN-predikanten juist bijzondere herinneringen op aan inspirerende lessen Hebreeuws en cultuurgeschiedenis van het oude Midden Oosten van de onlangs overleden emeritus hoogleraar Semitische talen van de PThU, Johannes Cornelis de Moor  (hoogleraar aan de voormalige Theologische Universiteit Kampen, Oudestraat). Hij heeft veel betekend voor kerk en theologie en met name ook voor de internationale Bijbelwetenschap en de studie van het oude Midden Oosten. Zou er dan door de de nieuwe bewoning van het pand Janskerkhof 12 door de PThU wellicht in de toekomst ook nog eens een positieve draai te geven zijn aan het wapen met de Morenhoofden? 

Foto wapen: Sporen van slavernij Utrecht 

Foto grafzerk: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort /52.102

Foto suikerhuis: sporen van slavernij Utrecht