Bevrijding! Of toch niet?
Bij het joodse Pesachfeest en het christelijke Paasfeest staat het thema bevrijding centraal. Maar zo vanzelfsprekend is die bevrijding niet, niet voor mensen hier en nu, maar ook niet in de Bijbel.
Uittocht uit Egypte
In onze samenleving wordt religie over het algemeen niet geassocieerd met vrijheid. Toch staan in de Bijbel allerlei vormen van bevrijding centraal. Het gaat er over bevrijding van onderdrukking, bevrijding van armoede, bevrijding van angst en zorgen en over bevrijding van schuld. Vooral in het Nieuwe Testament gaat het bovendien over bevrijding van de dood.
De bijbelse boodschap heeft de eeuwen door veel mensen moed gegeven. Ze kregen dankzij de Bijbel weer hoop op betere tijden. Ze lazen het verhaal over de onderdrukking van de Israëlieten in Egypte. De situatie was uitzichtloos, maar God had oog voor de ellende van zijn volk. Terwijl niemand er meer op durfde te hopen, was er ineens bevrijding. God stond de Israëlieten daarna bij tijdens hun lange tocht door de woestijn. Uiteindelijk bereikten ze het land Kanaän, waar ze in vrijheid konden leven.
Bevrijding is altijd tastbaar
Dit verhaal over een onverwachte verlossing van onderdrukking spreekt steeds weer tot de verbeelding. Wie het goed leest gaat automatisch dromen over een beter bestaan. Alle aspecten van het leven horen daarbij. Het is daarom niet vreemd dat het verhaal ook aan de basis van de bijbelse leefregels ligt. Aan het begin van de Tien Woorden wordt God meteen aangeduid als
“de HEER, uw God, die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, bevrijd heeft”
De regels die daarop volgen staan in dat kader. Ze zijn er niet om je vrijheid te beperken, maar juist om de bevrijding vast te houden. Ze zorgen voor een menswaardig bestaan voor iedereen.
Empathie
De uitwerking is revolutionair.
Een vreemdeling zul je niet uitbuiten; juist jullie weten hoe een vreemdeling zich voelt, omdat jullie vreemdelingen waren in het land Egypte(Bron: Exodus 23:9)
Hetzelfde principe komt met andere bewoordingen herhaaldelijk voor in de boeken Exodus tot en met Deuteronomium. Het vraagt om een radicale vorm van empathie voor buitenstaanders die in het oude Midden-Oosten niet erg gebruikelijk was.
Bevrijdingstheologie
Sinds de jaren 60 van de twintigste eeuw heeft de Bevrijdingstheologie terecht benadrukt dat het in de Bijbel steeds gaat om concrete bevrijding. Bevrijding is er nooit alleen iets spiritueels, iets wat beperkt blijft tot je ziel, maar het gaat altijd om bevrijding van alles wat het leven kapot maakt. Bevrijding is er daarom pas als mensen verlost worden van alle materiële noden en van alle vormen van onderdrukking. Wie weg wil vluchten uit de werkelijkheid wordt door de Bijbel al snel weer met beide benen op de grond gezet.
Tevergeefs gehoopt
Dat het in de Bijbel gaat om concrete bevrijding is mooi, maar het riep altijd ook lastige vragen op. Bijbellezers hoopten bevrijd te worden van hun problemen, net als de personages in die mooie bijbelverhalen, maar vaak gebeurde dat helemaal niet. In 1725 belandde de Hagenaar Leendert Hasenbosch op het toen nog onbewoonde eiland Ascension. Er bleek nauwelijks zoet water te zijn. Tot hij er stierf van de dorst doodde hij zijn tijd met lezen in zijn bijbel en schrijven in zijn dagboek. Het dagboek werd later gevonden door Engelsen en we kennen het nog dankzij een paar Engelse vertalingen. Hasenbosch schrijft er, terugvertaald uit het Engels: “Ik zond gebeden op naar God om mij te bevrijden, zoals Hij vroeger gedaan had voor Mozes en de kinderen van Israël, door water uit een rots te laten vloeien.” Maar helaas, de gebeden bleven onbeantwoord.
Is de Bijbel wel realistisch?
Hasenbosch staat voor miljoenen mensen die getroffen werden door dorst, honger, armoede, slavernij, vervolging of oorlog, of die moesten vluchten en onderweg omkwamen. Ze vestigden hun hoop op God, maar kwamen bedrogen uit. De bevrijding waar ze op hoopten kwam niet. Dat plaatst ons als lezers natuurlijk voor een probleem: Zijn de verwachtingen die de Bijbel wekt wel realistisch? Staat de bevrijding waar het in de Bijbel over gaat niet veel te ver af van onze harde werkelijkheid? Laten we ons niet blij maken met een dode mus?
Noodkreten in de Bijbel
Opvallend genoeg is er voor zulke vragen ook in de Bijbel zelf veel ruimte. Bevrijding is er nooit iets vanzelfsprekends. Dat ontdek je al snel als je bekijkt hoe woorden zoals “bevrijden”, “redden” en “verlossen” gebruikt worden. Ze blijken vaak voor te komen in de gebiedende wijs. “De benauwdheid van mijn hart is groot geworden; bevrijd mij uit mijn ellende”, staat in Psalm 25. En Psalm 69 begint zo: “Red mij, God; het water komt tot aan mijn keel.” Zulke noodkreten maken duidelijk dat er gehoopt werd op bevrijding, maar dat die bevrijding er vaak niet was, in elk geval nóg niet.
Hopen tegen beter weten in
Ik zie de verschillende lijnen op een weloverwogen manier samenkomen in Psalm 70. Het verbaast me niet dat de tekst bij veel mensen iets losmaakt, ook bij kerkgangers als ze de berijming zingen. Het is een herkenbaar smeekgebed van iemand die lijdt onder wat anderen hem aandoen. Diegene hoopt nog steeds op verlossing, maar weigert te zwijgen over wat er aan de hand is:
Mogen allen die u zoeken blij en vrolijk om u zijn;
en mogen wie geven om uw redding altijd zeggen: “Maak God groot!”
Maar ík ben ellendig en arm.
God, houd er voor mij de vaart in!
U bent mijn helper en mijn verlosser;
HEER, wacht niet langer.
Voorbijgaan aan de soms barre werkelijkheid is onmogelijk. Ervoor wegvluchten kan niet en we moeten het ook maar niet proberen. Maar wie kan leven zonder hoop?