Naar hoofdinhoud
De ingenomen standpunten zijn die van de auteur, niet per se die van de PThU.
Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

"Zijn bloed over ons en onze kinderen"?

11 oktober 2022

Het is een van de pijnlijkste teksten uit het Nieuwe Testament, te vinden in Matteüs 27:25. Als de menigte Jezus gekruisigd wil zien, wast Pilatus zijn handen, en zegt: ‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.’ Dan volgt er: ‘En heel het volk antwoordde: “Laat zijn bloed ons maar worden aangerekend, en onze kinderen!”’ (NBV21) Of in de NBG-vertaling van 1951: ‘Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen!’ Wat moeten we aan met zo’n tekst?

Gruwelijk

Precies over deze tekst schreef de Joodse geleerde Claude Montefiore in 1909, dus nog ver voor de Tweede Wereldoorlog:

Wat een gruwelijk vers. Wat een verschrikkelijk verzinsel. Let op de bittere haat die de evangelist πᾶς ὁ λαός [‘heel het volk’] doet schrijven. Heel het volk zou aanwezig zijn. Alle schandelijke wreedheden die het christendom en de ermee instemmende kerk de Joden hebben aangedaan zouden op grond hiervan door de Joden zelf zijn aanvaard en afgeroepen over hun eigen hoofden. Dit is een van die zinnen die verantwoordelijk zijn geweest voor oceanen aan menselijk bloed, en een niet-aflatende stroom van ellende en verwoesting.

Zelfvervloeking

Het is waar: in de christelijke literatuur vind je vanaf de tweede eeuw voortdurend verwijzingen naar deze tekst. Hij bewijst niet alleen de schuld van de Joden, hij verklaart ook de verwoesting van Jeruzalem en de tempel in 70 n. Chr. Sterker nog: vele auteurs, tot predikanten tijdens en na de Tweede Wereldoorlog aan toe, zien er een zelfvervloeking in die voor alle generaties Joden geldt, zolang ze in hun afwijzing van Christus volharden.

Hoe kunnen we met zo’n tragische tekst omgaan? Het kan niet anders dan eerlijk, nuchter en kritisch.

Verantwoordelijkheid bij het volk

Het betreft een toevoeging van Matteüs aan het lijdensverhaal dat hij aan Markus ontleent. Zo voegt hij ook de droom van de vrouw van Pilatus toe. Volgens de meeste onderzoekers zijn deze elementen fictief, met een paar duidelijke motieven. Jezus’ onschuld, ook in het besef van Pilatus, moet duidelijk blijken. De verantwoordelijkheid voor Jezus’ terechtstelling moet bij het volk, en niet bij hem, terechtkomen.

Misschien is het dus inderdaad zo dat de evangelist hier anti-Joods wordt. Hij gebruikt opeens de geladen term ‘heel het volk’ in plaats van ‘de menigte’, en lijkt dus het volk Israël te bedoelen. Uit allerlei sporen in zijn evangelie blijkt dat hij na de verwoesting van Jeruzalem schreef, en zo ligt het voor de hand dat hij die verwoesting verbond met deze uitspraak van het volk.

Andere nieuwtestamentische teksten

Er zijn uitleggers die op grond hiervan vaststellen dat het evangelie naar Matteüs hopeloos anti-Joods is, en er enigszins vertwijfeld andere teksten uit het Nieuwe Testament tegenover plaatsen. Vergeet Matteüs zelf bijvoorbeeld niet het radicale liefdesgebod uit zijn eigen bergrede (Matteüs 5:44)? De belangrijkste tekst is dan wel Romeinen 9–11, waar Paulus na lang worstelen tot de conclusie komt dat ‘heel Israël gered zal worden’ (Romeinen 11:26). Niet Schrift met Schrift uitleggen dus, maar Schrift met Schrift verbeteren.

Er valt gelukkig nog wel iets af te dingen op zulke conclusies. Het belangrijkste is wel dat er verschil is tussen de tekst zoals hij klonk in de tijd van Matteüs zelf en zoals latere generaties hem hebben opgevat. Voor christelijke schrijvers van latere eeuwen was het bijna standaard om zich tegen het Jodendom af te zetten. Het Christendom was superieur, en dat wilden ze ook graag bewijzen.

Binnen-Joodse discussie

Welnu, als dat het doel is blijkt het Nieuwe Testament talloze bouwstenen voor een anti-Joodse uitleg te bevatten. De vraag blijft wel steeds of dan niet een latere situatie in de teksten ingelezen wordt. In de tijd van Matteüs was de scheiding tussen Christendom en Jodendom nog lang niet absoluut. Je kunt misschien al wel van ‘christenen’ spreken (volgelingen van Jezus), maar niet van een aparte religie. En dat betekent dat we hier niet met christelijke polemiek tegen het Jodendom te maken hebben, maar met binnen-Joodse discussies, die op felle toon en met scherpe middelen worden gevoerd.

Kinderen of nakomelingen?

Matteüs zal in de verwoesting van Jeruzalem inderdaad een gevolg van de verkeerde keuze, tegen Jezus, hebben gezien, en zijn evangelie is een voortdurende oproep om de in zijn ogen juiste keuze te maken. Deze verbinding betekent wel dat voor hem dat ‘ons en onze kinderen’ tot die ene generatie beperkt bleef. Het staat dus niet voor ‘ons en onze nakomelingen’ de hele geschiedenis door (zoals de kanttekening van de Statenvertaling het wil).

Volk zelf slachtoffer

En zegt de tekst trouwens werkelijk dat ‘heel het volk’ de verantwoordelijkheid voor de terechtstelling van Jezus op zich neemt? Het lijkt er op het eerste gezicht op: in Matteüs’ verhaal nodigt Pilatus de menigte daartoe uit, en de mensen gaan op die uitnodiging in. Maar even eerder lezen we dat de menigte is misleid door de religieuze leiders (Matteüs 27:20), die dan verderop in het verhaal ook Pilatus proberen te bedriegen (Matteüs 28:14). Dezelfde menigte is in het evangelie dan ook voorwerp van medelijden, omdat ze ‘schapen zonder herder’ zijn (Matteüs 9:36). Ook in onze tekst zijn de mensen dus eerder slachtoffer van leugen en manipulatie dan dat ze precies weten wat ze doen.

Bloed over ons

Sommige uitleggers gaan nog verder, en draaien de betekenis van de tekst zelfs helemaal om. Ze lezen ‘zijn bloed over ons …’ in het licht van de Avondmaalswoorden, met name Matteüs 26:28: ‘dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.’ Als het volk vraagt om zijn bloed ‘over’ hen vraagt het volgens deze uitleggers eigenlijk om vernieuwing en vergeving in en door Jezus. Mij lijkt deze mogelijkheid wat al te creatief en gezocht, al was het maar omdat de tekst dan ‘bloed voor ons’ zou moeten zijn en niet ‘bloed over ons’. Die laatste uitdrukking komt wel vaker voor en gaat dan altijd over schuld en verantwoordelijkheid. Dat is zelfs binnen het evangelie naar Matteüs zo: de woorden ‘over ons’ in 27:25 zijn een echo van de woorden ‘over jullie’ in 23:35:

Over jullie komt al het rechtvaardige bloed dat op aarde is vergoten

(NBV21 heeft hier ‘zal jullie worden aangerekend’ net als ‘laat zijn bloed ons maar worden aangerekend’ in 27:25).

Hoe het ook zij, Matteüs 27:25 is niet bedoeld en niet geschikt als rechtvaardiging van anti-Joodse overtuigingen en daden. De tekst werd pas zo ingezet toen Jodendom en Christendom definitief uit elkaar waren gegroeid, met desastreuze gevolgen.

Deze blog is een licht bewerkte versie van een leerhuisbijdrage aan het Friesch Dagblad van 16 juli 2022.