Naar hoofdinhoud
De ingenomen standpunten zijn die van de auteur, niet per se die van de PThU.
Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

Ruth in de NBV21

14 oktober 2021

Het boek Ruth in de NBV21 bevat een aantal wijzigingen die te maken hebben met kritiek op de vertaling uit 2004. In deze blog een aantal gedachten bij het boek Ruth in de NBV21.

Hoogleraar Oude Testament

Een moedige man en een moedige vrouw

Zowel van Boaz als van Ruth wordt in het Hebreeuws gezegd dat zij chajjil zijn, in Ruth 2:1 en 3:1. Ondanks hetzelfde woord was in 2004 vertaald dat Boaz belangrijk (2:1) was, terwijl Ruth het met bijzonder (3:1) moest doen. Het is een voorbeeld van ongelijkheid in bijbelvertalen: er worden – onbewust? – andere maatstaven gehanteerd voor mannen en vrouwen. Nu komt dat woord chajjil maar tweemaal voor in het hele boek. Het is overduidelijk dat de bijbelschrijver dat expres zo heeft gedaan. Zo laat de schrijver zien dat de twee kennelijk aan elkaar gewaagd zijn, en een goede match vormen. In de NBV21 komt dit nu duidelijker naar voren doordat chajjil nu allebei de keren hetzelfde is vertaald: moedig.

Orpa

Inclusief bijbelvertalen heeft aandacht voor alle vormen van uitsluiting en achterstelling, niet alleen op basis van sekse, maar ook van etniciteit, ras, cultuur of religie. In dat licht hebben postkoloniale feministische theologen de vinger gelegd bij de vaak negatieve wijze waarop Orpa in bijbelvertalingen voorkomt. Inheemse vrouwen in Amerika herkennen zich juist sterk in Orpa die de beslissing neemt trouw te blijven aan haar volk en cultuur. De Hebreeuwse tekst beschouwt de keuze van Orpa en Ruth als twee mogelijkheden maar zegt niet dat een van beide een betere keuze zou maken. Toch wordt dat in vertalingen vaak wel gedaan, als het gaat om de vertaling van het woord Elohiem, God. Vaak wordt het bij Orpa als meervoud gelezen, en bij Ruth als een enkelvoud en bovendien met hoofdletter geschreven. In de NBV21 heeft men beide woorden in het enkelvoud vertaald, wat de keuzes van de twee vrouwen evenwichtiger maakt. Toch is er ook in NBV21 een onderscheid. Orpa gaat terug naar haar god (met kleine letter), en Ruth naar God (met hoofdletter). Op subtiele wijze brengt de vertaling zo een rangorde aan, de god van Orpa is toch een streepje minder dan de God voor wie Ruth kiest. Wel moet eerlijkheidshalve gezegd worden dat de tekst moeilijk te lezen wordt wanneer beide keren er een kleine letter zou zijn gebruikt. Dan zou door de hele Bijbel heen het woord God met kleine letter geschreven moeten zijn. Dat zou overigens wel meer rechtdoen aan het Hebreeuws.

Schuilen onder Gods vleugel

Wat veel lezers heeft gestoord was het wegvertalen van de vleugel van Boaz in Ruth 3:9. Net als het woord chajjil voor Boaz en Ruth, komt ook dit woord tweemaal voor in het boek. Eenmaal voor God (2:12) en eenmaal voor Boaz. Eerst prijst Boaz de vreemdelinge Ruth, omdat ze meegekomen is met haar schoonmoeder om te schuilen onder de vleugels van de God van Israël. In 3:9 wordt die bescherming van God op subtiele wijze gelinkt aan de bescherming die Boaz biedt. Ruth zegt daar: Sla uw vleugel om mij heen. In 2004 nogal plat vertaald als: “Wilt u mij bij u nemen?”  Daarmee was de herhaling verdwenen. De vertalers verdedigden dat het moeilijk is om te spreken over de vleugel van Boaz. Daar hebben ze een punt. De lezer die niet is ingevoerd in de tale Kanaäns zou bij de vleugel van Boaz hier vermoedelijk eerder denken aan Boaz als virtuoze pianist.

In de NBV21 is een mooi compromis gevonden door in beide teksten het woord schuilen toe te voegen. Een knappe vondst. Overigens wordt in de Bijbel het schuilen onder Gods vleugel verbonden aan het beeld dat de moedervogel de jonkies leerde vliegen door ze uit het nest te laten duiken en hen vervolgens op te vangen met haar brede vleugels (Deuteronomium 32:11). Ook al klopt dat beeld biologisch niet, het beschrijft wel de waarneming van mensen in bijbelse tijd. Zowel God als Boaz krijgen moederlijke trekken door dit schuilen (onder de vleugel).

Genade vinden in iemands ogen of gewoon goed doen?

Wat minder geslaagd is de aanpassing van de Hebreeuwse uitdrukking “genade vinden in iemands ogen”. In het boek Ruth komt die driemaal voor. De vertalers hebben ervoor gekozen om te laten zien dat het met goed doen te maken heeft. Het woord goed komt daarom op verschillende manieren terug:

  • 2:2 - iemand die mij goedgezind is
  • 2:10 - u behandelt mij goed
  • 2:13 - u bent goed voor mij

Het is jammer dat hiermee het woord ogen uit het oog is geraakt. Het Hebreeuws werkt veel met fysieke uitdrukkingen, zoals ook het Nederlands doet: een oogje hebben op iemand, je oog ergens op laten vallen, oog hebben voor iemand. Zeker de laatste uitdrukking zou op alle drie plaatsen goed gebruikt kunnen zijn.

Naomi

De naam van Noömi is weer teruggezet naar Naomi. Menig bijbellezer zal hier blij mee zijn, want de klinkerverandering vormde een waar struikelwoord bij het hardop voorlezen. Bovendien is het mooi voor alle Naomi's in het land die nu geen verouderde naam meer dragen. Minder blij worden we van Naomi van wie ook in NBV21 nog steeds wordt gezegd dat zij de zoon van Ruth “vanaf dat moment bleef verzorgen” (Ruth 4:16). In de Bijbel staat één woord (’omēn) en dit komt slechts tweemaal voor vrouwen voor (ook nog in 2 Samuel 3). Vaker duidt het mannen aan (Numeri 11:12; 2 Koningen 10:1, 5; Esther 2:7; Jesaja 49:23). Juist gezien deze teksten zou “adoptie- of bonusmoeder” hier logischer zijn geweest.

Stamboom of familie?

In het boek Ruth spelen vrouwen de hoofdrol en het slot is daarbij wat vreemd. Dat is een opsomming van vaders die zonen verwekken. Maar anders dan bij het Nederlandse woord verwekken omvat de Hebreeuwse werkwoordsvorm die hier staat óók de activiteit van de moeder. Letterlijk staat er dat de mannen ervoor zorgen dat er gebaard kan worden. Hoe mooi zou het zijn geweest als in de NBV21 ook deze stamboom meer recht had gedaan aan de moeders en zou laten zien dat er zonder hen geen kinderen zijn. In plaats van het eenzijdig mannelijke verwekken zou heel eenvoudig de hedendaagse taal van jonge vaders gebruikt kunnen zijn. Na de geboorte van hun kind melden die steevast en vol trots dat ze “vader zijn geworden”. Zo zou: Boaz verwekte Obed (Ruth 4:21) evenzo goed, of zelfs beter, vertaald kunnen zijn als: En Boaz werd vader van Obed.

Het is wel opmerkelijk dat zelfs de Duitse vertaling Die Bibel in gerechter Sprache hier spreekt over “verwekken”. Terwijl deze vertaling juist bekend staat als inclusief. Opmerkelijk is dan dat klassieke Engelse vertalingen in de geslachtslijst al heel lang “to father” (vader worden van) hebben staan. En de Engelse NIV (1984) vertaalt in 4:18 de “nakomelingen van Perez” zelfs als “this is the family of Perez” (dit is de familie van Perez). En zo blijkt maar weer hoe moeilijk vertalen altijd zal blijven.

Deze blog is gebaseerd op een artikel dat eerder verscheen in Met andere woorden.