Naar hoofdinhoud
De ingenomen standpunten zijn die van de auteur, niet per se die van de PThU.
Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

Is iedereen een Kaïn? Primo Levi over schuld

30 september 2021

Als de Italiaanse chemicus, schrijver en overlevende Primo Levi (1919-1987) reflecteert op schuld naar aanleiding van zijn ervaringen in Auschwitz, verwijst hij veelvuldig naar Kaïn en Abel. Geïnspireerd door het Bijbelverhaal presenteert Levi Kaïn als een archetype dat verschillende gradaties van schuld en verantwoordelijkheid laat zien.

Universitair docent praktische theologie

De eerste broedermoord

Genesis 4:1-16 vertelt over de geboorte van de eerste en tweede zoon van Adam en Eva, Kaïn en Abel. Abel wordt herder en Kaïn agrariër en op een dag bieden zij beiden de vruchten van hun werk aan God aan. Maar God heeft alleen oog voor het offer van Abel, de jongste, wat Kaïn met woede vervult. Hij nodigt Abel uit om het veld in te gaan, en doodt hem daar. Dan vraagt God hem: ‘Waar is Abel, je broer?’ En Abel antwoordt dat hij het niet weet, ‘Moet ik soms waken over mijn broer?’ (Gen. 4:1-9). Dit verhaal heeft vele kunstenaars en schrijvers geïnspireerd om iets te vangen van wat het betekent om schuldig te zijn aan het lijden van een ander.

De Sonderkommandos

Primo Levi schrijft over Kaïn in zijn laatste boek De verdronkenen en de geredden (1986). Hierin reflecteert hij na de publicatie van eerdere getuigenissen opnieuw op zijn ervaringen in Auschwitz. Hij brengt Kaïn in de eerste plaats in verband met de Sonderkommandos, die voornamelijk bestonden uit Joodse gevangenen en verantwoordelijk waren voor al het werk in de crematoria van Auschwitz. Levi noemt het ontwerp van deze kommando’s een van de grootste demonische daden van de Nazi’s: door gevangenen hun medegevangenen te laten doden, plunderen en cremeren maakten zij hen tot schuldigen, en konden de Nazi’s zichzelf van schuld ontdoen. De Nazi’s en de leden van de Sonderkommandos werden als het ware gelijkwaardig, wat het mogelijk maakte om een voetbalwedstrijd te organiseren tussen de SS-bewakers en het Sonderkommando. Een gebeurtenis waarin volgens Levi een satanische lach doorklinkt:

Het is zover, we hebben ons doel bereikt, jullie zijn het andere ras niet meer, het anti-ras, de grootste vijand van het Duizendjarige Rijk; jullie zijn het volk niet meer dat afgoden weigert. We hebben jullie omhelsd, verstikt, met ons mee in de diepte getrokken. Jullie zijn net als wij, jullie hoogmoedigen: net als wij, net als Kaïn, hebben jullie je broeder gedood. Kom maar, dan gaan we samen spelen.(Bron: Primo Levi, De getuigenissen, vertaling Fida De Matteis-Vogels)

De schaamte van de overlevende

Waarom overleefde ik wel, en een ander niet? Dat is een vraag die veel overlevenden heeft beziggehouden. Een religieuze vriend kwam Primo Levi na de oorlog bezoeken en vertelde hem dat Levi niet had overleefd door geluk, maar als gevolg van voorzienigheid, zodat hij kon schrijven en getuigen. Maar Levi zelf zag niet in waarom hij dit privilege verdiend zou hebben, ook al getuigde hij van zijn ervaringen naar zijn beste kunnen. Volgens Levi is dit idee van voorzienigheid ‘monsterlijk’ en maakt het dat hij zichzelf als een mogelijke Kaïn ziet:

Het kan dat ik leef in de plaats van een ander, op kosten van een ander; het kan dat ik [andermans] plaats heb ingenomen, en dus in feite heb gedood(Bron: Primo Levi, De getuigenissen)

Dit houdt ook verband met zijn overtuiging dat het niet per se de ‘goeden’ waren die overleefden, dat de overlevenden niet uitverkoren waren om goed te doen voor anderen en daarmee een boodschap voor de wereld bij zich droegen.

Ik voelde me onschuldig, dat wel, maar mijn plaats was onder de geredden en daarom was ik eeuwig op zoek naar rechtvaardiging, in mijn eigen ogen en die van anderen. De slechtsten, dat wil zeggen de best aangepasten, overleefden; de besten zijn allemaal dood.(Bron: Primo Levi, De getuigenissen)

Het zijn van een overlevende maakt dat Levi zich voelt als een Kaïn, die leeft in de plaats van een ander. Levi gaat nog een stap verder, door te verkennen of Kaïn symbool kan staan voor een universele schuld, die betrekking heeft op ieder van ons.

Is iedereen een Kaïn tot een zekere Abel?

In zijn roman Zo niet nu, wanneer dan? beschrijft Levi een ontmoeting waardoor de hoofdpersoon zich realiseert dat we niet alleen verantwoordelijk zijn voor onszelf maar ook voor het welzijn en handelen van anderen.

Natuurlijk niet, Mendel was zijn bewaker niet, en hij had al helemaal niet zijn bloed vergoten. Hij had hem niet in het veld vermoord. Maar toch bleef de jeuk: misschien zit het zo, misschien is ieder van ons de Kaïn tot een zekere Abel, en doodt hem in het veld zonder het te weten, vanwege de dingen die hij hem aandoet, de dingen die hij tegen hem zegt, en de dingen die hij had moeten zeggen maar niet zei.(Bron: Primo Levi, Opere II)

Ook in De verdronkenen en de geredden suggereert Levi dat iedereen een Kaïn voor zijn broer zou kunnen zijn, ook als er geen duidelijke overtreding te vinden is. Maar toch kan er een vermoeden zijn:

Dat ieder mens de Kaïn van zijn broeder is, dat ieder van ons (maar ditmaal bedoel ik dat ‘ons’ in een veel ruimere, zelfs universele betekenis) zijn naaste heeft verdrongen en in diens plaats leeft.

Dit citaat legt een knagend gevoel bloot. In hoeverre zijn wij verantwoordelijk voor het lijden van de ander, ook al hebben we dat niet direct en bewust toegebracht? Wat is de macht van alle dingen die we doen, die we zeggen, of nalaten te zeggen of te doen?

Verantwoordelijk

Literatuurwetenschapper Michael Rothberg introduceerde de term implicated subject om te omschrijven hoe de mens betrokken kan zijn bij het lijden van de ander, zonder actief schuld te hebben. Hij vraagt aandacht voor medeplichtigheid en privilege, en beschrijft hoe we allen verantwoordelijk zijn voor hedendaagse politieke kwesties als ‘de trans-generationele erfenissen van slavernij, genocide en inheemse onteigening’. Hij toont hoe onze verwevenheid in kapitalisme, globalisering en klimaatverandering het idee van verantwoordelijk-zijn bevragen.

Ook de theologe Catherine Keller verwijst naar een verantwoordelijkheid van de mens die niet geheel te bevatten is:

Wij – in ieder geval wij mensen – blijken betrokken bij een verleden dat we niet volledig kunnen kennen, betrokken bij de vervormingen van het verleden, de vertrouwelijke en collectieve aandoeningen. En toch zijn wij verantwoordelijk voor de nog onkenbare toekomst.(Bron: Catherine Keller, The Face of the Deep: A Theology of Becoming)

Volgens Keller is het heel belangrijk dat we ons bewust worden van deze onwetendheid, die soms opzettelijk is, als een bron van onze keuzes en handelen.

Voor Levi stond Kaïn symbool voor de verschillende manieren waarop een mens verantwoordelijk kan zijn voor het lijden van een ander. Om een Kaïn te worden is ‘niet zien, niet horen, niets doen' genoeg, aldus Levi.

Deze Bijbelblog is gebaseerd op passages uit: Joyce Rondaij, Primo Levi na God, Verhalen van een nieuwe Bijbel, Hilversum: Verbum, 2021.