1 Korintiërs 13:3
Paulus’ beroemde hoofdstuk over de liefde begint als volgt: "Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal. Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten." (NBV)
De liefde
Het algemene idee in dit eerste gedeelte van het hoofdstuk is duidelijk: alle vermogens en inspanningen, hoe mooi ook, zijn nutteloos als ze niet in het kader van de liefde staan. Paulus tilt hiermee de discussie over klanktaal, profetie en wijsheid uit het vorige gedeelte op een hoger plan.
Vragen
Maar wat bedoelt hij met ‘al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn’? Het zou de climax van de reeks voorbeelden moeten zijn, maar twee dingen maken het begrijpen lastig. ‘Je lichaam prijsgeven’ is nogal vaag. Je moet er kennelijk iets bij denken, bijvoorbeeld ‘aan ontberingen’ of ‘in slavernij’, maar het blijft wat onbevredigend.
En dan ‘en kon ik daar trots op zijn’: het Grieks heeft ‘om daar trots op te zijn’ – althans in de editie die de NBV-vertalers volgen, waarover straks meer. Kenners van Paulus’ brieven voelen nu al aan wat de moeilijkheid is: ‘trots zijn’, ‘je laten voorstaan op iets’, of, zoals het in oudere vertalingen heet, ‘roemen’, dat is allemaal negatief. ‘Trots zijn’ is niet goed, zegt Paulus herhaaldelijk. Je mag je alleen op je eigen zwakte of op de Eeuwige laten voorstaan. Hoe zou dan hier het prijsgeven van je lichaam iets kunnen zijn waar je oprecht trots op kon zijn? Bovendien lijkt het liefde sowieso uit te sluiten. Als je iets doet om er trots op te zijn, zal liefde juist niet het eigenlijke motief vormen. Het laatste voorbeeld doorbreekt de reeks van positieve voorbeelden. Als de liefde er is zijn dingen als talenkennis, profetie of een groot geloof allemaal wenselijk, maar iets doen om er trots op te zijn kan niet de bedoeling zijn. Wat nu?
Eén andere letter?
Wie deze passage in oudere vertalingen opzoekt komt in plaats van ‘en kon ik daar trots op zijn’ iets heel anders tegen, namelijk ‘om te worden verbrand’. Die oudere vertalingen volgen op dit punt andere edities van de Griekse tekst, en die hebben hier een net iets ander woord. Het verschil is slechts een enkele letter. Het geval laat mooi zien hoe zulke kleine verschillen een enorme verschuiving van betekenis kunnen inhouden.
Op het eerste gezicht lijkt ‘al gaf ik mijn lichaam prijs om te worden verbrand’ inhoudelijk veel passender. De vaagheid van het ‘prijsgeven’ is ingevuld: het gaat kennelijk om een marteldood door verbranding. Toch zijn er ook hier problemen. Zo staat er dan in het Grieks ‘al gaf ik mijn lichaam prijs opdat ik zou worden verbrand’ en niet wat je zou verwachten, ‘… opdat het (mijn lichaam) zou worden verbrand’. Verder is de precieze grammaticale vorm van het werkwoord uiterst zeldzaam en een beetje kunstmatig. Ook kun je de vraag stellen waarom Paulus juist deze vorm van marteldood genoemd zou hebben, vooral omdat dood door verbranding in zijn tijd juist veel minder gebruikelijk was. Een mogelijk antwoord op die laatste vraag is dat hij aan de drie mannen dacht die in het boek Daniël bereid waren om voor hun geloof in een gloeiende oven gegooid te worden.
Wat is nu de juiste tekst: ‘om er trots op te zijn’ of ‘om te worden verbrand’? Deze vraag blijkt heel moeilijk bevredigend te beantwoorden, laat staan definitief. Wat wel valt uit te leggen is waarom het zo’n lastige vraag is.
Hoe te kiezen?
Dat de edities van de Griekse grondtekst hier uiteenlopen ligt aan verschillen tussen de Griekse handschriften. De wetenschap heeft regels en richtlijnen ontwikkeld om in zulke gevallen tot een oordeel te komen, en zo kun je de meeste problemen wel oplossen met goed onderzoeken, goed nadenken en een beetje creativiteit.
Een eerste richtlijn is dat je naar de handschriften kijkt. Wat hebben de handschriften die het oudst zijn en zich vaak als de beste bewijzen? Hier is dat weliswaar ‘om er trots op te zijn’, maar het blijkt om een te kleine groep handschriften te gaan. Alle andere handschriften, waaronder ook een aantal gerenommeerde, hebben ‘om te worden verbrand’. Met kijken naar de al bekende waarde van de verschillende handschriften kom je er dus niet.
Een tweede richtlijn is dat je naar de betekenis kijkt, maar wel op een speciale manier: welke vorm van de tekst is het moeilijkst? Dan is die waarschijnlijk de oorspronkelijke. Dit klinkt vreemd, maar er zit een duidelijke redenering onder. Paulus kan immers maar één ding geschreven hebben; de andere vorm moet in de loop van de overlevering zijn ontstaan. Ooit heeft iemand bij het overschrijven op dit punt een letter veranderd. Welnu: deze overschrijver kan heel goed een lastig te begrijpen tekst eenvoudiger hebben gemaakt, maar het omgekeerde is veel minder goed voorstelbaar. Daarom geldt de tekst die moeilijk te volgen is – voor een overschrijver – als met grotere waarschijnlijkheid oorspronkelijk dan de tekst de gemakkelijk te volgen is. Deze richtlijn staat in de wetenschap bekend als ‘de regel van de moeilijkere lezing.’ Het gaat erom dat je je probeert voor te stellen in welke richting de verandering van de tekst plaatsgevonden kan hebben.
Moeilijk geval
In dit geval kun je echter ook deze richtlijn niet goed toepassen. De hierboven opgesomde moeilijkheden betreffen immers beide vormen. Vanwege de problemen met ‘om er trots op te zijn’ kan de vorm ‘om te worden verbrand’ zijn ontstaan, maar het omgekeerde is net zo goed denkbaar. Ik zou de NBV-vertalers daarom aanraden het geval nog eens goed te overwegen, en ik ben ook benieuwd wat de inmiddels geplande grote editie van de Griekse tekst gaat bieden.