Naar hoofdinhoud
De ingenomen standpunten zijn die van de auteur, niet per se die van de PThU.
Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

Hoofdletters voor God in de Bijbelvertaling?

17 november 2020

Hoofdletters voor God in de Bijbel? Dus 'Hij', 'Zijn', 'Hem', enzovoort? Sinds bekend is dat in de revisie van de NBV (NBV21) de 'eerbiedshoofdletters’ terug zullen komen, is er nogal wat discussie en ophef over. Waarom is het ook exegetisch geen goed idee?

Hoogleraar Oude Testament

Vertaling

Een vertaling betekent altijd verlies van betekenis. Letterlijk vertalen is nu eenmaal onmogelijk. Vertalers wijzen de lezers in een bepaalde richting. Goede vertalers doen dat zo min mogelijk en willen vooral recht doen aan de tekst. Door nu bovenop de vertaalslag ook nog eens hoofdletters voor God te gebruiken wordt er aan de vertaling iets extra’s opgelegd. Immers, de Hebreeuwse tekst van het Oude Testament en de Griekse tekst van het Nieuwe Testament kennen helemaal geen eerbiedshoofdletters. En de vergelijking met het Liedboek die het NBG gebruikt, gaat hier ook niet op, omdat de liedboekdichters zélf die eerbiedshoofdletters gebruikten. De bijbelschrijvers hebben dit echter nooit gedaan. We voegen dus iets toe, wat niet in de Bijbel staat. 

Willekeur

Als je kiest voor eerbiedshoofdletters, word je voor onmogelijke keuzes geplaatst. Hoe weten we precies waar die hoofdletters dan zouden moeten staan? Soms is het helemaal niet zo duidelijk over wie de tekst gaat.

Als in Jesaja 62:1 gezegd wordt "ik zal niet zwijgen", zijn er wel bijbelgeleerden die denken dat God hier spreekt. Moet er dan een hoofdletter komen in het woord "ik"? De context laat eerder zien dat de profeet hier aan het woord is. De klacht van mensen in deze tekst is nu juist dat God zwijgt. Dit voorbeeld laat wel meteen al zien dat we voor een lastige keuze komen te staan als we weer eerbiedshoofdletters willen in de Bijbel.

"Geest" of "geest"?

Een tweede voorbeeld is Psalm 51:12-14. Daar staat letterlijk: 

Schep mij een zuiver hart, o God,
en vernieuw een standvastige geest in mij;
Verwerp mij niet van voor uw aangezicht,
en neem uw heilige geest niet van mij weg.
Geef mij de blijdschap over uw verlossing terug,
en laat een gewillige geest mij ondersteunen.

De Geest van God en de geest van de mens zijn hier onlosmakelijk met elkaar verweven. Het parallellisme in de psalm (dat is: twee regels lopen parallel, zijn gelijk opgebouwd en zeggen ongeveer hetzelfde) laat zien dat de standvastige geest in vers 12 identiek moet zijn aan de heilige geest in vers 13 en aan de gewillige geest in vers 14. Maar het is de Psalmdichter die vraagt om die geest in hemzelf. Je zou kunnen zeggen: de mens heeft vanaf zijn geboorte Gods Geest als het ware ingeblazen gekregen. Maar het gaat daarmee dus wel om de geest die een mens tot een levend en denkend wezen maakt. Zonder hoofdletters blijft de dubbelzinnigheid bewaard. Wat nu als er gekozen wordt voor eerbiedskapitalen? Is de eerste geest dan zonder, en de tweede met, en de derde weer zonder hoofdletter? Terwijl toch duidelijk is dat het om een en dezelfde geest gaat!

Wie zegt dit?

Een ander voorbeeld is Jeremia 4:22. De NBV heeft aan het begin van dat vers toegevoegd: "De Heer zegt". Dat staat niet in de Hebreeuwse tekst. De NBV heeft er zelfs geen voetnoot bij geplaatst om dat duidelijk te maken.

Ik zou wel willen weten wat de nieuwe NBV nu met de erop volgende woorden gaat doen. Er staat nu: "Dwaas is mijn volk." Wordt dat nu "Dwaas is Mijn volk"? Dat zou een stap verder gaan, terwijl de vraag is wie hier spreekt. Is het inderdaad God? Is het de profeet? Of is het misschien vrouwe Sion? In principe kan het allemaal.

Onderzoek naar de opbouw van de tekst maakt het aannemelijk dat de verzen 19-21 door vrouwe Sion gesproken worden. Vers 22 is hier waarschijnlijk pas later aan toegevoegd. Oude bijbelhandschriften laten zien dat hier een andere spreker aan het woord is. Het meest voor de hand ligt dat God hier spreekt en reageert op de klacht van vrouwe Zion. Maar zeker is het niet. Het gebruik van eerbiedshoofdletters gaat ook hier dus een stap te ver. 

De mens als medeschepper

Een laatste voorbeeld betreft Jesaja 51:16. De HSV vertaalt het vers terecht zo: 

Ik leg mijn woorden in uw mond,
en bedek u onder de schaduw van mijn hand,
om de hemel te planten en de aarde te grondvesten,
om te zeggen tegen Sion: U bent mijn volk.

De NBV leest hier tot op heden:

ik leg je mijn woorden in de mond
en bescherm je met de schaduw van mijn hand,
ik die de hemel geplant heb
en de aarde gegrondvest,
die tegen Sion zeg: ‘Mijn volk ben jij.’

Hier heeft de NBV al inlegkunde toegepast door het "om de hemel te planten en de aarde te grondvesten" toe te schrijven aan God, de ik-figuur. Maar komt hier in de NBV21 dan ook nog een hoofdletter in het toegevoegde woord "ik"?

Het Hebreeuws is hier vergelijkbaar met het Nederlands. Wij kunnen in het Nederlands zeggen: Ik heb de tuinman gevraagd het gras te maaien. Niemand zal dan denken dat de ik-figuur zelf het gras gaat maaien. Zoiets zie je ook in de vergelijkbare Hebreeuwse tekst van Genesis 2:15 (in vertaling HSV): "De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden." Niemand zal hier denken dat God de tuin van Eden zelf zal gaan bewerken. God gebruikt hier de mens als tussenpersoon voor het tuinwerk.

Jesaja 51:16 is precies zo opgebouwd en zegt letterlijk: Ik (God) heb jou (de aangesproken dienaar) mijn woorden (Gods woorden) in de mond gelegd om de hemel te planten en de aarde te grondvesten. En om (namens God) tot Sion te zeggen: Mijn volk ben jij!

Het vers laat dus zien dat de mens mag meewerken aan Gods nieuwe schepping. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat een bijbelvertaling die prachtige opdracht laat verdwijnen door God zelf het onderwerp van het planten en funderen te maken en de rol van de mens daarbij geheel uit te sluiten. Hopelijk wordt die fout niet nog meer benadrukt door van "ik" nu "Ik" te maken.

God als man?

Als de NBV weer eerbiedshoofdletters gaat gebruiken, wordt God in hogere mate gepresenteerd als man. In het Hebreeuws en Grieks is die nadruk er niet. Zeker, er worden in de Bijbel manlijke beelden voor God gebruikt. Maar er zijn ook vrouwelijke beelden voor God te vinden. Sowieso is er steeds het bewustzijn dat het maar gaat om beeldspraak. Immers, geen mens heeft ooit God gezien (Exodus 33:20; Johannes 1:18) en bovendien is God geen mens, en dus ook geen man.

Man als God

Als God in beeldspraak een vader wordt genoemd, dan krijgt automatisch – of we dat nu willen of niet – God de kenmerken van een menselijke vader. Omgekeerd krijgt hierdoor een gewone menselijke vader trekken van God. Daarmee worden in principe alle menselijke vaders een klein beetje "goddelijk". Het gebruik van eerbiedshoofdletters zal die tendens alleen maar versterken. Met alle gevolgen vandien. Want wat als je een slechte vader had, een die je vernederde, of zelfs erger? Soms zelfs met een beroep op dit beeld van God?

Inmiddels heeft in veel kerken een zorgvuldiger spreken over God zijn intrede gedaan. De moederlijke kanten van God zijn meer voor het voetlicht gekomen. Het loslaten van de hoofdletters voor God heeft hier zeker ook aan bijgedragen.

Heer?

Zoals gezegd: het Hebreeuws en Grieks hadden geen eerbiedshoofdletters. Alleen de Hebreeuwse Godsnaam JHWH werd soms met speciale letters geschreven. In onze vertalingen wordt die naam meestal weergegeven door HEERE of HEER. De hoofdletters brengen het speciale karakter van die naam tot uitdrukking.

Godsnaam in oud-Hebreeuws schrift tussen het kwadraatschrift in Habakkuk-rol

De vertaling van JHWH met HEER heeft oude wortels en kwam al vóór het begin van onze jaartelling voor. Maar misschien kan de titel beter omzeild worden en zouden we moeten kiezen voor een neutralere term. Hedendaagse lezers hebben bij het woord "heer’" nu eenmaal minder positieve associaties. De joodse versie van de NBV gebruikt de aanduiding "Eeuwige" voor de Godsnaam. Dat is ook een traditie met oude papieren.

Net niet te laat

Maar mijn belangrijkste punt is dat van de hoofdletters in verband met God. Ik zou tegen het NBG willen zeggen: Denk er nog even goed over na. En kies ervoor om niet van buiten af iets op te leggen aan de tekst. Het is hopelijk nog net niet te laat!