Moeten we van Paulus de overheid gehoorzamen?
Een passage uit Paulus’ brief aan de Romeinen lijkt te zeggen dat je je moet houden aan de regels van de overheid, ook als dat je tegen de borst stuit. Bedoelt Paulus dat ook zo?
In zijn brief aan de gemeente in Rome schrijft Paulus:
Iedereen moet het gezag van de overheid erkennen, want er is geen gezag dat niet van God komt; ook het huidige gezag is door God ingesteld. Wie zich tegen dit gezag verzet, verzet zich dus tegen een instelling van God, en wie dat doet roept over zichzelf zijn veroordeling af. Wie doet wat goed is heeft van de gezagsdragers niets te vrezen, alleen wie doet wat slecht is. U wilt niets van de overheid te vrezen hebben? Doe dan wat goed is en ze zal u prijzen, want ze staat in dienst van God en is er voor uw welzijn. Maar wanneer u doet wat slecht is, kunt u haar beter vrezen: ze voert het zwaard niet voor niets, want ze staat in dienst van God, en door hem die het slechte doet zijn verdiende straf te geven, toont ze Gods toorn. U moet haar gezag dus erkennen, en niet alleen uit angst voor Gods toorn, maar ook omwille van uw geweten. Daarom betaalt u ook belasting en staat wie belasting int in dienst van God. Geef iedereen wat hem toekomt: belasting aan wie u belasting verschuldigd bent, accijns aan wie u accijns verschuldigd bent, ontzag aan wie ontzag toekomt, eerbied aan wie eerbied toekomt.(Bron: Romeinen 13:1-7 (Nieuwe Bijbelvertaling))
In 1975 schreef de bijbelgeleerde John C. O’Neill: ‘Deze zeven verzen hebben in de christelijke wereld meer ellende en lijden veroorzaakt dan welke andere zeven verzen in het Nieuwe Testament dan ook. Ze hebben tirannen een vrijbrief gegeven. De kerk heeft zich geroepen gevoeld tirannen te steunen omdat Romeinen 13 in de canon staat.’
Goedpraten van onrecht
Voorbeelden van zulke ellende staan – als het goed is – in elk bijbelcommentaar te lezen. Woorden van Luther in 1525 tegen de boeren, onder verwijzing naar Paulus: ‘Dat de overheid slecht en onrechtvaardig is biedt geen excuus voor opstand en oproer.’ Preken rond 1850 in de VS, toen dominees hun gemeentes opriepen de slavernijwetten te respecteren met een beroep op Paulus. Hakenkruisen op de kerken in Berlijn, op 2 juli 1933, terwijl de leider van de Deutsche Christen dankte voor Hitlers machtsovername en preekte over Romeinen 13. De bijbel van de Zuid-Afrikaanse president P. W. Botha in de tijd van de apartheid, een bijbel die hij met graagte bij Romeinen 13 opsloeg.
En Jeff Sessions, minister van justitie van de VS, die in juni 2018 het beleid om kinderen en ouders van gearresteerde immigranten uit elkaar te halen verdedigde met de volgende woorden, speciaal voor zijn ‘kerkelijke vrienden’: ‘Ik verwijs jullie naar de apostel Paulus en zijn duidelijke en wijze opdracht in Romeinen 13 om de wetten van de overheid te gehoorzamen, omdat God de overheid heeft beschikt voor zijn doeleinden.’
Wat met deze tekst van Paulus is gedaan is tragisch en godgeklaagd. Slavernij, nazisme, apartheid, onmenselijke immigratiepolitiek, het is allemaal verdedigd met behulp van Paulus’ woorden. Het is bijna onmogelijk om zijn tekst nog te bevrijden van zijn leesgeschiedenis, maar aan een paar vanzelfsprekendheden wil ik toch proberen te morrelen.
Anders lezen?
Er zijn een aantal geslaagde en minder geslaagde voorstellen om beter met de tekst om te gaan. Ik begin met die laatste. Er bestaat een complottheorie die stelt dat Paulus een Romeinse spion zou zijn geweest. Zo’n theorie is leuk, maar niet meer dan dat. Kennelijk moet Romeinen 13 de Jezus-beweging dan tot gehoorzaamheid aan het Romeinse overheid brengen.
Je kunt ook proberen te verdedigen dat het hoofdstuk ironisch bedoeld is. Met ironie kun je een auteur inderdaad het tegendeel laten zeggen van wat hij of zij lijkt te beweren. In dit geval is het te vergezocht, want de tekst bevat geen signalen dat het om ironie zou gaan. Iets minder geforceerd maar nog steeds onhoudbaar is het aannemen dat de woorden niet van Paulus zelf zijn, maar later zijn toegevoegd aan zijn brief. Zo dacht bijbelgeleerde O’Neill er zelf over, maar ook daar moet je betere aanwijzingen voor hebben.
Variatie in de Bijbel
Je kunt wel op de veelstemmigheid van de bijbel wijzen. Naast Romeinen 13 staat Openbaring 13, dat dezelfde Romeinse overheid als gevaarlijke en misleidende tiran voorstelt. In Handelingen 5:29 rechtvaardigen de apostelen hun halsstarrige houding door te zeggen: ‘Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen.’
Die laatste tekst werd al in de tijd van de Reformatie aangehaald: als de overheid overduidelijk niet ‘in dienst staat van God’ (vers 4), dan hoef je haar niet te gehoorzamen. Hierop berustte de overtuiging van Calvijn en anderen dat je tirannie mag bestrijden en dat de overheid een roeping heeft voor het algemeen goed. Zo beperkten zij voorzichtig de absolute geldigheid van Paulus' woorden.
Geen vastliggende dogmatiek
De veelstemmigheid heeft een reden: Romeinen is een echte brief, van een mens van vlees en bloed in een bepaalde situatie. De geschiedenis van het christendom heeft er een mini-dogmatiek van gemaakt, ook al omdat Paulus nogal de ruimte neemt om zijn gedachten uit te werken. Maar zo’n dogmatiek is het niet, het is zelfs geen theologische verhandeling. Een ‘staatsleer’ is er dus ook niet in te vinden. Romeinen 13 staat ook nog eens in het praktische gedeelte van de brief (Rom. 12–15) en niet in het meer beschouwende (Rom. 1–11). Belangrijker voor mijn betoog: de hele brief staat in het teken van Paulus’ reisplannen. Hij wil zijn missie voortzetten in Spanje en zoekt daarvoor steun in Rome. Met dat doel presenteert hij zichzelf, zijn plannen en zijn ideeën. Zo gezien is de boodschap van Romeinen 13 ook veel minder vreemd, en ook veel praktischer: Paulus wil de gemeente niet in gevaar brengen, daar in het centrum van het Rijk. Hij wil laten zien dat hij geen onruststoker is, ondanks zijn reputatie.
Daar komt nog iets bij: als Paulus zegt dat het gezag bij God vandaan komt, betekent dat niet dat dat gezag volgens hem ook goed is. Een paar hoofdstukken eerder in dezelfde brief geeft hij het voorbeeld van de Egyptische farao, die het volk Israël naar het leven stond. Paulus wil alleen maar zeggen dat alles in Gods hand is, de hele aarde en de hele geschiedenis.
Het is ook heel vreemd wanneer juist machthebbers zoals een minister in de VS Romeinen 13 aanhalen: voor hen schreef Paulus niet, en we kunnen niet eens weten wat voor advies Paulus voor de Romeinse overheid van toen zou hebben gehad, laat staan voor de Amerikaanse van nu. Waarschijnlijk geen enkel, want het idee kon niet echt bij hem opkomen.
Toen en nu
Dit brengt me bij een laatste punt, zeker niet het minste. In Paulus’ tijd was ‘overheid’ iets totaal anders dan ‘overheid’ nu. Destijds was de indeling tussen ‘machten’ en ‘onderdanen’ zo vanzelfsprekend dat iets anders niet eens voorstelbaar was, maar in de huidige wereld is die indeling haar vanzelfsprekendheid kwijt: in plaats daarvan is het nu denkbaar en nastrevenswaardig dat burgers zelf hun eigen regering vormen, aan duidelijke normen en regels gebonden. Alleen hierom al is elk hedendaags beroep op Romeinen 13 verdacht.