Naar hoofdinhoud
De ingenomen standpunten zijn die van de auteur, niet per se die van de PThU.
Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

Dichterbij de Schrift komen: contextuele bijbelinterpretatie

8 oktober 2020

Welke bijbeluitleg 'mag' er eigenlijk? Lezers van de Bijbel komen steeds met nieuwe interpretaties. Kan alles maar? Contextuele bijbelinterpretatie richt zich op deze vraag. De centrale uitdaging is: steeds weer nieuwe lezers die de Bijbel op hun eigen manier laten uitleggen. Zo blijft de boodschap levend. En daarbij geldt: geen enkele context is absoluut, want de Bijbel is oneindig vertaalbaar.

Peter-Ben Smit
Hooglraar Contextuele Bijbelinterpretatie

Contextualiteit

In deze blog zeg ik eerst kort wat over contextualiteit aan de hand van Bach en The Passion. Daarna ga ik in op twee schurende voorbeelden van contextuele bijbelinterpretatie. Het eerste voorbeeld is Willem Barnards profetische lied 'Jeruzalem, mijn vaderstad' (737 in Liedboek 2013). Het tweede voorbeeld is de zogenaamde 'witte Jezus'. Ze laten beide zien hoe contextualiteit een zegen en een vloek is – en hoe de oplossing altijd is: nog meer contextualiseren.

Wie de vraag "mag dat dan allemaal” stelt, krijgt van mij al snel het antwoord: natuurlijk, het is de enige manier waarop het kan. Een interpretatie is contextueel of hij bestaat niet. Dat heeft ermee te maken dat iedereen altijd vanuit zichzelf leest. Dat is ook nodig: het laat nieuwe dingen opvallen, andere dingen vallen weg. Zo raakt de Bijbeltekst verfrist. Dit laat zich goed illustreren met een ouder en een heel nieuw voorbeeld van een geliefd christelijk genre: het passiespel. Of het nu Bachs Matthäus-Passion of de The Passion van de laatste jaren is.

Als Bach het mag...

Als je naar de 'passie aller passies' kijkt, Bachs Matthäus-Passion, zie je dat die heel stevig contextueel interpreteert. Met name in de koralen worden bijbelteksten zelfs herschreven en herdicht. Niemand zal beweren dat dit getuigt van weinig respect voor de Bijbel. De liedteksten in de Matthäus-Passion brengen de Bijbeltekst juist dichtbij de luisteraar.

Iets soortgelijks zie je in The Passion. In haar recente boek wijst Mirella Klomp hierop en betoogt dat een speelse omgang met de Schrift nodig en passend is. Ze laat ook zien hoe dit kan in eigen, speelse exegese. Respectloos? Het komt in de kern dichtbij Bachs koralen: spelen met de tekst om je de boodschap eigen te maken.

Contextualiseren is dus nodig. Maar: deze voorbeelden zijn ook tamelijk onschuldig. Bach mag sowieso alles en The Passion is ook redelijk braaf. Er zijn ook interpretaties van Bijbelse teksten die de laatste maanden voor ruzie zorgden. Wat gebeurt er als de interpretatie van de één lastig is voor de ander?

"Negers met hun loftrompet"

Willem Barnards lied 'Jeruzalem, mijn vaderstad' raakte in opspraak vanwege de regel “De negers met hun loftrompet”, met name vanwege het 'n-woord' in de zin. Het lied beschrijft alle mensen die opgaan naar het 'hemelse Jeruzalem' (zie Openbaring 20-21). Het biedt zo een visioen van een verzoende mensheid. Barnard sluit ook allerlei musicerende mensen en groepen in. Vaak met een knipoog. Zo schrijft hij over Bach:

“…en Bach, de grote Bach, die mag de maat der eng’len slaan, de lieve lange dag.”

Vaak ook serieus en kritisch. Dit blijkt uit het vers dat “de negers met hun loftrompet” ook laat opgaan naar Jeruzalem. Daarmee sluit Barnard een groep van gediscrimineerde mensen in in de grote pelgrimage op weg naar Gods koninkrijk. In de vroege jaren 60 doet hij dit geïnspireerd door de burgerrechtenbeweging in de VS met zijn voorman Martin Luther King, Jr. Dit maakt het couplet een stevig statement.

Racisme of anti-racismepamflet?

So far, so good. Maar dat 'n-woord' dan? Het is, verrassend genoeg, zo contextueel bewust als het maar kan. Als je wat kranten leest uit 1963, het jaar waarin dit lied gepubliceerd werd, wordt dat duidelijk. Daar zie je dat het woord veelal een vertaling van het Engelse 'negro' is. Ook in teksten van Martin Luther King Jr werd zijn eigen Engelse term 'negro' met 'neger' vertaald. Wanneer Barnard dit woord gebruikt, blijft hij dus heel dicht bij de stem van burgerrechtenactivisten uit zijn tijd en geeft die een plaats in zijn lied.

De liedtekst is zo zowel een profetisch statement als een stuk contextuele bijbelinterpretatie. Barnard denkt namelijk door op de tekst van de Openbaring: wie hoort er allemaal in Gods koninkrijk? Zijn antwoord is eigenlijk:

... een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle rassen en stammen en volken en talen.(Bron: Openbaring 7:9)

Maar dat kan nu toch niet meer?

Wat actueel en contextueel was in de jaren 60 is dat in de 21e eeuw niet meer. Dat laten allerlei reacties op Barnards tekst zien. De erven Barnard zagen een oplossing door het lied te laten herschrijven. Dichter Ingmar Heytze bedacht een versie van het couplet waarin de muziekstijl 'gospel' de "negers met hun loftrompet" vervangt. Dat is meer dan een handigheidje. Het laat zien wat het antwoord is op contextuele interpretaties die in nieuwe contexten meer kwaad dan goed doen: doorgaan met contextualiseren, steeds opnieuw, zodat de boodschap door blijft komen.

Jezus als witte man?

Om de discussie nog wat meer op scherp te zetten, is een tweede en groter voorbeeld nuttig: afbeeldingen van Jezus als een 'witte' man. Hier speelt precies hetzelfde als in Barnards lied en de oplossing is ook exact dezelfde.

Van 'zwart' naar 'wit' 

De ontstaansgeschiedenis van de witte Jezus hangt samen met de verspreiding van het christendom in noordelijke richting. De dynamiek is tamelijk eenvoudig: wanneer een nieuw volk, een nieuwe cultuur het christelijk geloof omarmde, begonnen gelovigen Jezus ook als één van hen af te beelden. De gedachte erachter was deze: wij horen nu bij hem, omdat hij ook één van ons wil zijn.

De technische term hiervoor is inculturatie. Het is een proces dat begon zodra de eerste volgelingen van Jezus een voet buiten Judea zetten. In het Grieks van het Nieuwe Testament wordt al in een andere taal dan die van Jezus uitdrukking gegeven aan zijn boodschap. En in de talen en culturen die volgden gebeurt precies hetzelfde. Het leidde in West-Europa tot 'witte' afbeeldingen van Jezus, net zoals het in Ethiopië tot 'zwarte' afbeeldingen van Jezus leidde; en elders tot heel veel andere varianten op het thema 'Jezus'. In de woorden van de Ghanese theoloog Kwame Bediako: het gaat hier om de oneindige vertaalbaarheid van het Evangelie van Jezus Christus.

Van wit weer naar zwart

Dat een exclusieve en normatieve weergave van Jezus als witte man een probleem is, behoeft geen betoog. Als het goddelijke alleen maar één huidskleur kan hebben, dan vergoddelijkt dat al snel die huidskleur. En een Jezus die gebruikt wordt voor onderdrukkende doeleinden staat natuurlijk haaks op de boodschap van de Bijbel. Sterker nog: als contextualiseren zo belangrijk is voor de verkondiging van de boodschap, dan verraadt het absoluut stellen van één context altijd die verkondiging.

Pioniers in 'zwarte theologie', 'black theology', vonden en vinden op dit probleem een antwoord dat in de kern ook weer contextualiserend is. In het verlengde, vaak ook in plaats van een exclusief 'witte' Jezus komt het ook tot weergaves van Jezus met andere huidskleuren. Beroemd is het voorbeeld van Ronald Harrisons Black Christ, een schilderij dat in Zuid-Afrika ontstond ten tijde van de apartheid en Jezus als gekruisigde 'zwarte' man weergaf. De impact was enorm. Zelf hield ik me bezig met de eerste Filipijnse afbeelding van Jezus, ontstaan in de context van de Filipijnse onafhankelijkheidsstrijd. De afbeelding gaf de opstandelingen waardigheid en plaatste Jezus aan hun kant. De afbeelding is bekend als de 'Virhen sa Balintawak' en laat Maria met kind zien.

Birhen sa Balintawak

In al deze gevallen is het antwoord op een al te dominante, te exclusieve interpretatie van Jezus het nog verder doorvertalen van Jezus. Precies zoals hij in het noorden ooit wit geworden was, werd hij elders nu weer Afrikaans of Filipijns.

En dus?

Wat levert dit nu op voor de vraag “mag dat allemaal”? Drie antwoorden. Het eerste: het creatief doorvertalen van de Bijbel mag niet alleen, het moet. Het is eigen aan het de Bijbelse boodschap om steeds doorvertaald te worden. Zonder inculturatie geen verkondiging, al tweeduizend jaar niet.

Het tweede: dit zorgt altijd ook voor conflict. De doorvertaling van de één is die van de ander niet. Dit wordt nog erger als je een interpretatie exclusief maakt. Exclusiviteit verraadt altijd verkondiging. Creatief doorvertalen is daarentegen een uitdrukking van trouw aan Jezus’ betekenis voor iedereen. Tegelijkertijd vraagt dit wel om begrip voor doorvertalingen van Jezus in contexten die de jouwe niet zijn, juist omdat Jezus ook van betekenis voor mensen daar is.

Het derde: gaat dan alles? Nee, zeker niet! En waarom dan niet? De voorbeelden hierboven laten het zien. De vorm moet altijd passen bij de boodschap van de Bijbel. Als een interpretatie in tegenspraak is met bevrijding en de waardigheid van ieder mens, wordt een grens bereikt, namelijk die van de Bijbelse boodschap zelf.

Het Centrum voor Contextuele Bijbelinterpretatie, geleid door Prof. Dr. Klaas Spronk (PThU) en Prof. Dr. Peter-Ben Smit (VU) bestudeert contextualiteit en bijbelinterpretatie met bijzondere aandacht voor interpretaties die bijdragen aan een menswaardiger samenleving. 

Voor meer discussie over het lied van Barnard, kijk op de website van het NIK en de website van de PKN.