Handelingen 8:37; een beroemde toevoeging op het Nieuwe Testament
Het verhaal over Filippus en de man uit Ethiopië uit Handelingen 8 heeft mij de afgelopen jaren flink beziggehouden. Ik heb over geen enkele tekst uit de Bijbel zo vaak een vraag gekregen als over dit verhaal. Het is trouwens altijd dezelfde vraag: ‘Waarom hebben jullie zomaar een vers uit dit verhaal weggelaten? Dat kán toch niet?’ Ja, hoe zit dat?
Het verhaal van Filippus
Filippus is bij die man ingestapt, in zijn reiswagen. Hij geeft hem uitleg over het goede nieuws. En opeens, als die man ziet dat ze langs water rijden, roept hij uit: ‘Kan ik gedoopt worden?’ Zo gezegd zo gedaan. Ze stappen uit en de man wordt gedoopt.
Extra vers
Maar er is een versie van dit verhaal met een extra vers. Als de man vraagt of hij gedoopt mag worden staat er dan als extra vers: ‘Filippus zei: dat mag, als u gelooft met heel uw hart. En de man antwoordde: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is.’ En dan wordt hij gedoopt. We kunnen misschien wel een beetje aanvoelen waar dat extra vers vandaan komt. In het oorspronkelijke verhaal, zoals het in de NBV staat, gaat het er allemaal wel érg spontaan aan toe. Daar maakten de kerkvaders later graag een kleine kanttekening bij. De doop is een serieuze zaak. Het is goed om daar een heel duidelijke voorwaarde bij te noemen.
Die voorwaarde kwam in de tekst van Handelingen 8 terecht. Wellicht stond die eerst alleen in de marge erbij, en werd die in tweede instantie door een overschrijver in de tekst opgenomen. Zo is het vaak gegaan. Die versie met dat extra vers is in de Statenvertaling terecht gekomen. En de Herziene Statenvertaling volgt in dat spoor. Daar komt de verwarring bij lezers vandaan. Want als je nu de NBV of de BGT naast de SV of de HSV leest, dan líjkt het alsof er iets is weggelaten. Maar het gaat om een toevoeging die niet bij het verhaal hoort.
Verhaal met een eigen boodschap
Ik denk dat de tekst ook mooier en rijker is zónder die toevoeging. Het verhaal draait om een bijzondere ontmoeting, van Filippus en die Ethiopische man. Die ontmoeting is niet toevallig. De engel van de Heer stuurt Filippus op pad, op het heetst van de dag naar een verlaten weg. Deze man wordt heel duidelijk op zijn pad gebracht. De man leest in het boek Jesaja, maar begrijpt er weinig van. Filippus rijdt een stukje mee, en legt hem uit dat de profetieën over Jezus gaan. Zo vertelt hij de man het goede nieuws over de redding die God geeft aan alle volken. Het is duidelijk dat de man ervoor openstaat. En hij laat er geen gras over groeien. Zodra hij water ziet, vraagt hij of hij gedoopt mag worden. Dat gebeurt en daarmee eindigt ook het samenzijn. Filippus wordt door de Geest ergens anders heengebracht en de man vervolgt zijn weg. Blij en gelukkig.
Als je dit verhaal goed leest, dan zie je: de hemel voert hier de regie, dit is geen toevallige ontmoeting. En Filippus heeft hier zeker een taak – de uitleg van Jesaja, de doop – maar niet om te controleren of de Ethiopiër wel aan de voorwaarden voldoet. Filippus heeft hier niet als taak om vragen te stellen.
Sturing van de Geest
Er is met de beste bedoelingen een vers toegevoegd dat eigenlijk niet past in dit verhaal. Het doorbreekt de doelgerichtheid en de sturing van de Geest die dit verhaal kenmerken. Het probleem is dus niet dat de toevoeging niet ‘Schriftuurlijk’, niet bijbels, zou zijn – dat is zij wél. Het probleem is dat ze de boodschap van dit specifieke verhaal, het eigen geluid van Handelingen 8 over de sturing van de Geest, in de wielen rijdt.
En dat is iets wat we vaker zien bij de latere toevoegingen en aanvullingen op de tekst. Ze zijn over het algemeen ‘bijbels’ van karakter – maar ze zijn toegevoegd zonder oog voor het eigen geluid van de verschillende nieuwtestamentische boeken. Door hier oog voor te hebben, leer je meer over de bijbelse boodschap in al zijn nuances.