De Geest als metgezel
In het evangelie naar Johannes treffen we in het Grieks viermaal een opmerkelijke aanduiding voor de heilige Geest aan: parakletos. In de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) wordt de term, net zoals in een aantal moderne Engelse vertalingen, steevast vertaald als ‘pleitbezorger’. De vertaling ‘trooster’ (NBG 1951) had weliswaar oude papieren, maar kent in het moderne Nederlands niet meer de actieve betekenis van ‘beschermer’ en wordt om die reden tegenwoordig zelden meer gebruikt. Opvallend is dat velen de term onvertaalbaar achten en gewoon over ‘de parakleet’ spreken. We zien dit vaak in theologische literatuur. Voor een goed begrip helpt dat uiteraard niet verder. Er is echter reden om een nieuw voorstel te doen en te kiezen voor ‘metgezel’.
De term
Parakletos is een woord dat in het oude Grieks maar zelden werd gebruikt. Het bekende woordenboek van Liddell en Scott stelt dat de term uit de juridische sfeer stamt en ‘zaakwaarnemer, advocaat, wettelijke assistent’ betekent. Deze gedachte steekt mogelijk ook achter de vertaling `pleitbezorger’ van de NBV. Dit is echter minder zeker dan vaak gedacht wordt. In een ander bekend woordenboek, dat van Walter Bauer, konden we al lezen dat de juridische betekenis juist zeldzaam is en dat het woord gewoonlijk gebruikt wordt in een meer algemene zin, namelijk als ‘iemand die opkomt voor een ander, helper, mediator’. Nader onderzoek heeft Bauers visie bevestigd.
Een parakletos kon wel in een rechtszaak voorkomen, maar zijn rol was niet die van iemand die het woord voert ten behoeve van de gedaagde. De gedaagde voerde zelf zijn verdediging. Hierbij probeerde hij wel sympathisanten mee te nemen, die als stille getuigen lieten zien dat zij hem steunden, het liefst iemand van gewicht. Zulke sympathisanten werden parakletoi genoemd. Zo probeerde de gedaagde indruk te maken op de leden van de jury.
Buiten een rechtszaak kon men echter ook behoefte hebben aan een parakletos, namelijk wanneer er een lastige zaak speelde of wanneer een invloedrijk persoon benaderd moest worden. We zien dit terug bij Philo, de beroemde Joodse tijdgenoot van Jezus. In zijn oeuvre komt onze term het meest voor, maar zelfs dan slechts zesmaal en geen enkele keer in een rechtszaak. De rol van de parakletos bij hem is advies geven en vooral een belangrijke persoon gunstig stemmen ten opzichte van iemand die van hem afhankelijk is. Kortom, de parakleet is een helper, iemand van gewicht die je te hulp kan komen. Wat voor soort hulp er nodig is hangt af van de situatie.
Nieuwe Testament
Als we ons wenden tot het Nieuwe Testament zien we dat de term parakletos alleen nog voorkomt in 1 Johannes 2:1. Hier wordt Jezus zo genoemd. Het gaat er dus niet over de Geest, maar over Jezus, namelijk over wat hij bij God doet: “Mocht een van u echter toch zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger (parakletos) bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige” (vert. NBV). Bedoeld is dat Jezus Christus het in de hemel voor de rechterstoel van God voor de gelovigen opneemt wanneer zij struikelen en zondigen. Hóe hij dat doet wordt er niet mee gezegd. Daarom is de vertaling ‘pleitbezorger’ iets te suggestief, ‘helper’ zou volstaan. Op de achtergrond staat de Joodse gedachte dat men kan vertrouwen op de hulp van Gods vergevingsgezindheid en op het eigen berouw wanneer men gezondigd heeft. Deze vormen een hulp om Gods gunst weer te verkrijgen.
Vier keer in het Evangelie
In het evangelie naar Johannes komt deze gedachte niet voor. De term parakletos verschijnt daar voor het eerst in hoofdstuk 14. In dit gedeelte bereidt Jezus zijn leerlingen voor op zijn ‘vertrek’ uit de wereld (13:1-3, 33) en op de tijd dat hij niet meer onder hen zal zijn. De teneur is dat zij dan niet ‘als wezen’ achtergelaten zullen worden (14:18), want er zal een plaatsvervanger komen. Deze wordt ‘een andere parakleet’ genoemd (14:16) en nader aangeduid als ‘de geest van de waarheid’. Deze zal voor altijd bij hen blijven. Ook in 14:26 gaat het om een tijd die afloopt en een andere tijd die begint. De eerste tijd was Jezus bij zijn leerlingen, in de volgende tijd zal de parakleet komen. Nu wordt hij ‘de heilige Geest’ genoemd en we lezen wat hij zal gaan doen: hij zal de leerlingen van Jezus onderricht geven en aan hen het verleden uitleggen. De derde keer lezen we over de parakleet in een perikoop die handelt over toekomstige vervolgingen (15:18-16:4). Door zijn komst zullen de gelovigen overeind kunnen blijven en hij zal over Jezus getuigen (15:26). Tot slot komt hij nog een keer in 16:7 voor, opnieuw in de context van het vertrek van Jezus. Hier zegt Jezus dat het voor de achterblijvers een voordeel is dat hij weggaat, want alleen dan kan de parakleet komen. Met hem zullen ze in staat zijn moed te houden in een vijandige wereld.
Afkomst
Het heeft de uitleggers verbaasd dat Johannes de term parakleet voor de Geest gebruikt en daarbij de indruk wekt dat het om een bekende figuur gaat. Waar zou hij dan vandaan komen? Men heeft grondig in de culturen van het oude nabije Oosten gezocht, maar hem niet gevonden. Tegenwoordig vragen bijbelwetenschappers niet zozeer meer naar de afkomst van de figuur als wel naar de functie van de term in de tekst van het evangelie. Het inzicht is gegroeid dat niet de afkomst van woorden hun betekenis bepaalt, maar het gebruik ervan. Wij verstaan bijvoorbeeld tegenwoordig onder ‘vroom’ iets anders (‘godvrezend’) dan mensen vijf eeuwen geleden (‘dapper’). Deze benadering helpt om tot een aannemelijke vertaling te komen.
Johannes 14-16
Als we dan opnieuw naar de teksten kijken valt het op dat het woord parakletos steeds wordt aangevuld met de uitdrukking ‘Geest van de waarheid’ of ‘heilige Geest’. Dit suggereert dat de term parakletos als zodanig helemaal niet zo duidelijk was voor de eerste lezers en dat deze nadere uitleg nodig had. Bij het horen van het woord parakletos moeten zij juist even opgekeken hebben, om zich daarna te realiseren: Aha, hij bedoelt de Geest! Dit impliceert dat de parakleet vooral ingevuld moet worden vanuit de rol die hij in het evangelie vervult en niet vanuit een vermeende achtergrond.
Zijn introductie is daarom van belang. Hij wordt de eerste keer ‘een andere parakleet’ (14:16) genoemd. Dit impliceert dat Jezus de eerste parakleet was geweest. Bij Johannes wordt impliciet dus gesproken over twee parakleten, Jezus en de Geest. Door het vertrek van de eerste ontstaat er een leegte die opgevuld moet worden. Wie hij zal zijn en wat hij zal doen wordt helemaal ingekleurd door hoe Jezus bij Johannes getekend is. De parakleet is om zo te zeggen een kloon van Jezus, maar hij kan net een beetje meer. Hij zal immers niet alleen ‘met’ of ‘bij’, maar zelfs ‘in’ de leerlingen blijven (14:16-17, zie 14:19-20). Dit laatste had Jezus zelf nog niet gekund. Het vleesgeworden woord (1:14) kon nog niet ‘in’ hen zijn. Dat is pas mogelijk wanneer hij de aarde weer verlaten heeft. Het is dan dezelfde Jezus, maar in zijn geestelijke bestaanswijze.
De parakleet is in dit gedeelte geen pleitbezorger die moet opkomen voor Jezus of de gelovigen. Hij werkt niet naar buiten, maar naar binnen. Het gaat om ‘blijven, kennen, zijn in’. Hij is een beschermende vriend, een liefhebbende en vitaliserende metgezel.
Ook in 14:26 is de vertaling ‘pleitbezorger’ onmogelijk. De parakleet is hier primair uitlegger, net zoals Jezus dat is geweest. Hij is een docent, die de geheimen van Jezus ontsluit voor een latere generatie. In 15:26 is ‘pleitbezorger’ wél mogelijk, maar dan zoals Jezus in zijn leven ‘pleitbezorger’ is geweest, namelijk als getuige van de waarheid. Als getuige spreekt de Geest hier ten behoeve van Jezus. In 16:7 verschijnt hij opnieuw niet als ‘pleitbezorger’. Eerder kunnen we hem zien als ‘aanklager’. Hij zal aantonen dat niet de wereld, maar Jezus het bij het rechte eind heeft. Hij doet dit vooral om de gemeente te bemoedigen in tijden van verdrukking. Hij zal de gelovigen dan als een pedagoog steeds verder leiden in alle waarheid. Wanneer ze dit beseffen, zullen ze begrijpen dat het beter is dat Jezus vertrekt en de Geest komt.
Conclusie
In het evangelie naar Johannes past de vertaling ‘pleitbezorger’ in drie van de vier gevallen niet. Het is opvallend dat de NBV hier toch voor gekozen heeft. Om aan de verschillende genoemde aspecten recht te doen is de vertaling ‘metgezel’ beter. Die zit dicht tegen ‘vriend’ aan, maar daarvoor heeft het Grieks een ander woord. ‘Helper’ zou ook kunnen, maar ‘metgezel’ geeft beter uitdrukking aan de intimiteit die bij zijn werk hoort (‘bij’, ‘met’ en ‘in’). Het woord past bovendien goed bij de taak van de parakleet, nu Jezus afscheid neemt van zijn leerlingen (‘blijven’, ‘onderwijzen’, ‘getuigen’, ‘onthullen’, ‘wegwijzen’, openbaren’). Jezus wil hen niet alleen en zonder inzicht achterlaten, maar op nieuwe wijze heel nabij zijn, als een blijvende metgezel.