De baarmoeder van God
Ieder jaar vieren Joden Jom Kippoer: de Grote Verzoendag. Jom Kippoer is bestemd om het nieuwe Joodse jaar met een schone lei te beginnen. Tijdens Jom Kippoer wordt verzoening gezocht met andere mensen en met God, en vragen mensen om vergiffenis voor wat verkeerd is gegaan in het vorige jaar.
De barmhartige God
In de synagoge is Jom Kippoer een lange dag van introspectie, gebed en samenzijn, waarbij een aantal gebeden meerdere malen herhaald wordt.
De HEER1! De HEER2! Een God3 die barmhartig4 is en genadig5, geduldig6, trouw7 en waarachtig8, die duizenden geslachten zijn liefde bewijst9, die schuld10, misdaad11 en zonde12 vergeeft, en onschuldig houdt13 (Exodus 34:6-7a)
In het Hebreeuws is ‘barmhartige God’: el rachoem. Dat laatste is het bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van rechem, dat baarmoeder betekent. Een ‘baarmoederlijke’ God dus. Vaak komen we dit attribuut van God samen met ‘genadig’ (chanoen) tegen, zoals ook hier. Op Jom Kippoer realiseert de biddende Joodse gelovige zich dat hij volkomen afhankelijk is van Gods rachamiem. Het meervoud van rechem. Rachamiem, betekent dus ook ‘barmhartigheid’. Zo wordt het in elk geval meestal weergegeven in Nederlandse bijbelvertalingen.
De baarmoeder als zetel van erbarmen
In het Nederlands lijkt het eerste stuk van ‘barm-hartig’ ook op het eerste stuk van ‘baarmoeder’. Een etymologisch verband blijkt er niet te zijn want baar-moeder gaat terug op ‘baren’, en het ‘barm’ in ‘barmhartig’ blijkt een variant te zijn van ‘arm’. Een vorm ‘armhartig’ komt in het oude Duits voor en daaruit blijkt dat het iets te maken heeft met ‘hart hebben voor de armen’. Het orgaan dat in het Nederlands dus in verband wordt gebracht met zorgende gevoelens voor de anderen is het ‘hart’. Er mag dan in het Nederlands geen aantoonbaar taalkundig verband zijn tussen ‘baarmoeder’ en ‘barmhartigheid’, maar het feit dat in het Hebreeuws het woord voor ‘baarmoeder’ in het meervoud, rachamiem, ‘barmhartigheid’ betekent kan ons wel iets leren over wat ‘barmhartigheid’ betekent in de Bijbelse en Joodse traditie. Een variant is ‘erbarmen’. Het is een van die woorden die mensen wel herkennen als het gebruikt wordt, maar waarvan ze niet precies weten wat het betekent. Zoals in het Nederlandse ‘barmhartigheid’ het hart wordt gezien als de zetel van warme gevoelens voor mensen die hulp nodig hebben, zo is dat in het Hebreeuws dus de baarmoeder. In de Hebreeuwse bijbel (het Oude Testament) wordt barmhartigheid vrijwel uitsluitend gebruikt met betrekking tot God. Dit is ook het geval in de rabbijnse literatuur. Wat leert de Hebreeuwse associatie met een baarmoeder ons over Gods barmhartigheid?
Onvoorwaardelijke liefde
Het feit dat God hier geassocieerd wordt met het meest vrouwelijke orgaan dat een mens kan bezitten, een orgaan dat mannen niet hebben, geeft te denken. In de combinatie av harachamiem, een andere in de Joodse liturgie veel gehoorde combinatie die letterlijk ‘vader van de baarmoeders’ betekent , is het bepaald ontluisterend. Hier komen twee termen bij elkaar, ‘vader’ en ‘baarmoeder’ die elkaar niet tegenstellen, maar veeleer complementeren: God is voor ons als een menselijke vader en moeder tegelijk. Rachamiem verwijst naar de houding van de moeder, en vaak ook van de vader, tegenover het ongeboren kind. Deze houding is volledig gratis en ook nog volledig blanco: de moeder en de vader weten nog niets van het kind, ze hebben nog niets om liefdevol op te reageren, het is een onvoorwaardelijk eenrichtingsverkeer.
Als mensen in gebed vragen om Gods barmhartigheid dan vragen ze om deze volkomen onvoorwaardelijke liefde. Behalve in de ’dertien eigenschappen’ wordt de term rachamiem ook in andere gebeden vaak herhaald in de liturgie van Jom Kippoer, die een hele dag duurt. Als een voorbeeld citeer ik hier het allerlaatste stukje van het laatste gebed op deze dag:
Onze Vader, onze Koning, doe het om Uwentwil, indien niet om de onze.
Onze Vader, onze Koning, doe het om uw rachamiem die zo groot is.
Onze Vader, onze Koning, wees ons genadig, verhoor ons, wij hebben geen daden, waarop wij ons beroepen kunnen, maar toch, laat uw recht, dat Gij spreekt over ons, de mildheid kennen van uw trouw, ja wil ons helpen.
Vanuit een diep bewustzijn van afhankelijkheid vraagt men om Gods barmhartigheid, om ingeschreven te blijven in het ‘boek van het leven’. Net als de foetus in de baarmoeder die voor zijn levensbehoud volkomen afhankelijk is van de baarmoeder. Zoals de foetus die nog geen daden heeft waarop hij of zij zich kan beroepen of die tegen hem spreken, willen we het nieuwe jaar met een schone lei beginnen.
Gevoed door Gods baarmoeder
In andere Joodse gebeden wordt God simpelweg ‘de barmhartige’ (ha-rachaman) genoemd. Deze laatste naam treffen we bijvoorbeeld aan in de zegening na de maaltijd (ook benschen genoemd). Een gedeelte daarvan bestaat uit een lang gebed dat, om evidente redenen, ‘Harachaman’ wordt genoemd. In dit gebed wordt God niet minder dan twaalf keer met ‘de barmhartige’ aangesproken. Om een indruk te geven citeer ik een paar regels:
De Barmhartige – Hij zal altijd over ons regeren. […]
De Barmhartige – Hij zal ons op eervolle wijze in ons levensonderhoud laten voorzien.
De Barmhartige – Hij zal vrede stichten tussen ons […]
De Barmhartige – Hij zal ons volledige gezondheid schenken, gezondheid van lichaam en gezondheid van geest […]
De Barmhartige – Hij zal dit huis en deze tafel waaraan wij hebben gegeten overvloedig zegenen […]
Een heel andere toon dan de plechtige, zware gebeden van Jom Kippoer. De barmhartigheid die hier van God verwacht wordt gaat over alledaagse dingen als eten, levensonderhoud, en gezondheid. Maar ook hier laat het gebruik van deze naam voor God een besef van afhankelijkheid zien: alleen als God het wil komt er eten op tafel; aan God heeft de mens zijn gezondheid te danken. Weerom: zoals de foetus via de baarmoeder afhankelijk is van de voeding door het bloed van de moeder.
Waarom vasten?
Neem dit in acht: De tiende dag van de zevende maand is het Grote Verzoendag, een dag die jullie als heilige dag samen moeten vieren. Jullie moeten die dag in onthouding doorbrengen en de HEER een offergave aanbieden (Leviticus 23:27)
De ‘onthouding’, letterlijk staat er: ‘je ziel beproeven’, die in dit vers wordt voorgeschreven is in de rabbijnse traditie verder uitgewerkt. Het houdt onder andere in: vierentwintig uur niet eten, drinken, geen leren schoenen dragen (in de oudheid een luxe), geen seks, en een minimum aan lichamelijke verzorging. Met name het afzien van eten en drinken wordt door veel Joden, ook als ze verder niet heel vroom zijn, met Jom Kippoer toch gehonoreerd. Misschien omdat dat een manier is om de Joodse identiteit te bevestigen. Maar er kan, vooral in deze tijd, en in dit deel van de wereld, ook meer betekenis aan gegeven worden. Wanneer ervaren wij nu echt honger? ‘Trek’ wordt doorgaans snel gestild, voor die echte honger kan worden. Wie al twee maaltijden heeft gehad op een dag, heeft geen echte honger ’s avonds. Als je echter sinds de vorige avond niet hebt gegeten begin je zo ergens in de middag iets te voelen dat in de buurt van honger komt, met de fysieke ongemakken die velen in wereld dagelijks ondervinden, zoals vermoeidheid. Deze ervaring van honger kan leiden tot een groter bewustzijn: van het feit dat we het anders best wel goed hebben, dat dit niet vanzelfsprekend is, en van solidariteit met minder bedeelden. Een keer in het jaar kan honger inspirerend en helend zijn. De betekenis van het gebed na de maaltijd tot ha-rachaman wordt dan weer eens opgefrist.