Naar hoofdinhoud
De ingenomen standpunten zijn die van de auteur, niet per se die van de PThU.
Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

Is de tekst van de Bijbel goed overgeleverd? (deel 1)

14 januari 2016

De Bijbel is een heel oud boek. En dat boek werd ook nog eens vele eeuwen met de hand over­geschreven. Werden daarbij niet veel fouten gemaakt en is de Bijbeltekst die wij nu hebben dan wel goed overgeleverd? Hierbij de eerste blog die ingaat op deze vraag.

Ernst Boogert
Promovendus & projectleider DaDEL

Handschriften verschillen

Voor zowel het Oude als het Nieuwe Testament geldt dat de teksten op een gegeven moment opgeschreven zijn en vervolgens eeuwenlang met de hand zijn over­ge­schreven. Het positieve gevolg daarvan is dat we deze teksten tot op de dag van vandaag kunnen lezen. Het negatieve gevolg van deze handgeschreven overlevering is dat de tekst in de handschriften kan verschillen.

Precies om deze reden verschillen Bijbelvertalingen soms ook van elkaar. Vaak gaat het alleen maar om afwijkingen in woordkeus en blijft de betekenis gelijk. Maar in sommige gevallen zijn de verschillen veel groter. Dat heeft ermee te maken dat de vertalingen gebaseerd zijn op oude Hebreeuwse en Griekse teksten die soms behoorlijk van elkaar afwijken.

Welke verschillen?

Wat zeggen de grotere verschillen tussen vertalingen over de onderliggende tekst en wat betekent dat op zijn beurt voor de betrouwbaarheid van de overlevering? Een paar voorbeelden uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV, 2004) en de Herziene Statenvertaling (HSV, 2010):

  1. Volgens de NBV zegt Kaïn in Genesis 4:8 tegen zijn broer Abel: “Laten we het veld in gaan.” Dit zinnetje ontbreekt volledig in de HSV.
  2. In de NBV wordt van de knecht van God gezegd: “Na het lijden dat hij moest doorstaan zag hij het licht en werd met kennis verzadigd” (Jesaja 53:11). Het woord ‘licht’ ontbreekt in de HSV.
  3. In de NBV ontbreekt in Mattheüs (6:13) aan het slot van het Onze Vader de lofzegging, die we wel in de HSV vinden: “Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.”
  4. In Johannes 1:18 leest de NBV “Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen”, terwijl de HSV leest: “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.” Is de NBV hier niet veel explicieter over de Godheid van Jezus Christus dan de HSV?

Deze vier verschillen tussen NBV en HSV hebben stuk voor stuk te maken met verschillen tussen de Hebreeuwse of Griekse teksten in de Bijbelhandschriften. De NBV volgt in deze gevallen andere (vaak oudere) handschriften dan de HSV. In voetnoten geeft de NBV enige uitleg over de verschillende tekstversies.

Bovenstaande voorbeelden roepen natuurlijk de vraag op, of de tekst van de Bijbel wel goed is overgeleverd. Graag beantwoorden we (Prof. Klaas Spronk en Ernst Boogert MA) deze vraag in een drietal blogs. In het vervolg van dit eerste deel zal ik vooral dieper ingaan op de vraag wat overlevering precies is en wanneer je over een goede overlevering kunt spreken.

De grote Jesaja-rol 1QJesa uit Qumran (ca 125 v. Chr.; Jesaja 37-40)

Overlevering

Lang geleden zijn de afzonderlijke Bijbelboeken geschreven. Het is omstreden hoe en wanneer dat precies gebeurde. In elk geval is duidelijk dat de Bijbelboeken daarna steeds weer opnieuw overgeschreven werden. Dat gebeurde in de loop van de eeuwen duizenden keren. Wie iets overschrijft maakt fouten en het geval wil dat fouten soms niet als fout herkenbaar zijn, omdat ze per ongeluk een leesbare tekst opleverden. Bovendien probeerde men soms bewust of onbewust moeilijkheden in de tekst te verbeteren. Dit alles had als gevolg dat de teksten in variatie zijn overgeleverd, d.w.z. dat er tussen verschillende handschriften tal van verschillen (betekenisvolle en niet betekenisvolle) bestaan.

Voordat we kunnen spreken over goede of niet-goede overlevering, moeten we eerst weten wat overlevering precies is. Wat bedoelen we met het woord ‘overlevering’? De nieuwe van Dale (15e herziene editie, 2015) definieert het als volgt:

Het overleveren, m.n. het overgeven of voortplanten van een verhaal, mening, instelling enz. van het ene geslacht op het andere: mondelinge, schriftelijke overlevering;

Daarbij wordt het begrip ‘overleveren’ uitgelegd als

van mond tot mond doen gaan, aan een volgend geslacht doen weten

Afgezien van moderne overleveringsvormen door middel van beeld en geluid (die aan de definitie nog hadden kunnen worden toegevoegd), is de overlevering van de Bijbel altijd op mondelinge en schriftelijke wijze gebeurd. In lijn met de vraag concentreren we ons op de schriftelijke overlevering van de Bijbel.

'Goede' overlevering

Nu we het begrip ‘overlevering’ enigszins helder hebben, is het van belang om de vraag te beantwoorden wanneer je over een goede overlevering kunt spreken. Hierover bestaan veel misverstanden. Vaak wordt gedacht dat iets alleen goed is overgeleverd, wanneer iets foutloos (letter voor letter zónder enig verschil) is overgeleverd, zeker wanneer het ‘Gods Woord’ betreft. Uiteraard zal ik de mening niet betwisten dat een dergelijke foutloze overlevering een goede overlevering is. De vraag is echter of we goede overlevering tot foutloze overlevering kunnen en moeten willen beperken. Een alledaags voorbeeld:

Een agent die notities maakt van een gesprek met een getuige, werkt die uit op het bureau in een proces-verbaal. Dit proces-verbaal bevat echter niet exact de woorden die de getuige in kwestie heeft gesproken. Van dit proces verbaal moet echter wel worden verwacht dat het datgene wat de getuige gezien heeft, zo nauwkeurig mogelijk verwoordt. Wanneer de agent dat laatste goed heeft gedaan, zal het verslag worden gebruikt in de verdere afhandeling van de zaak, ondanks het feit dat hij of zij niet letterlijk de woorden van de getuige heeft opgeschreven.

Toegepast op de Bijbel

Toegepast op de Bijbel zijn er enkele overwegingen die ons noodzaken om ‘goede overlevering’ los te maken van volkomen (letterlijke) eensluidendheid en te verbinden met inhoud.

  1. Citaten uit het Oude Testament in het Nieuwe Testament laten zien dat men zich niet zozeer om de exacte letter bekommerde, maar wel om de inhoud en uitleg van deze citaten. Bovendien gebruikten de schrijvers van het Nieuwe Testament vaak de Septuaginta (een oude Griekse vertaling van het Oude Testament), die soms behoorlijk afwijkt van de Hebreeuwse tekst zoals wij die kennen.
    Een voorbeeld: In de brief aan de Hebreeën wordt Jeremia 38 twee keer geciteerd (8:8–12 en 10:16–17). Ook wanneer je deze teksten in vertaling met elkaar vergelijkt zijn de verschillen zichtbaar (met name het slot van Heb. 8:9 en 8:12). Deze verschillen zijn hoofdzakelijk terug te voeren op het gebruik van de Septuaginta, die hier afwijkt van de Hebreeuwse tekst. Hebreeën 10:16-17 is meer een parafrase (hetzelfde zeggen in eigen woorden), ondanks het feit dat het ingeleid wordt als het getuigenis van de Heilige Geest (10:15).
  2. De verplichting tot foutloze overlevering zou betekenen dat de Bijbel nooit vertaald zou mogen worden. Maar al heel vroeg ging men ertoe over om het Hebreeuwse Oude Testament en het Griekse Nieuwe Testament te vertalen in Lees deze passageandere talen. Daar had men kennelijk geen bezwaar tegen. Bovendien blijkt in de kerkgeschiedenis keer op keer dat het vertalen van de Bijbel de manier is om het Evangelie te verspreiden.
  3. Het zou de mogelijkheid tot uitleg de das omdoen, omdat dit de foutloosheid van de overlevering zou kunnen aantasten. Wanneer alleen een tekst die tot in de laatste punt letterlijk is overgeleverd acceptabel is als goede overlevering, dan doet elke vorm van uitleg in andere woorden (zoals preken, commentaren, etc.) afbreuk aan deze overlevering. Maar zoals de citaten uit het Oude Testament in het Nieuwe Testament laten zien heeft men altijd geprobeerd om de teksten te gebruiken en uit te leggen in de concrete werkelijkheid van dat moment.

Overlevering gaat dus over inhoud, maar daarmee zijn we er nog niet. De overlevering van zowel het Oude als het Nieuwe Testament brengt zijn eigen vragen en problemen met zich mee. Daarover gaan de volgende twee delen van deze serie.

Fragment van een Pesjitta-handschrift (Syrische vertaling) uit de 5e eeuw na Chr

Lees deze passageVerder lezen?