Naar hoofdinhoud

“Willen we eigenlijk wel eeuwig leven?”

31 maart 2025

Ieder mens heeft een verlangen naar onsterfelijkheid, en toch hebben we allemaal te leven met de dood. Als predikant is Robin ten Hoopen soms heel dichtbij mensen bij die gaan sterven, en dat roept vragen op: wat is leven eigenlijk? Wat is sterven? En op welke manieren zoekt een mens onsterfelijk te worden? Vandaag promoveert hij op zijn onderzoek naar onsterfelijkheid.

Wat bedoelen we eigenlijk met onsterfelijkheid?

“Ik heb een fascinatie voor leven en dood,” zegt Robin. “Het zijn existentiële momenten die ieder mens meemaakt. Ook als je er niet mee te maken wilt hebben, word je ermee geconfronteerd.” En juist die momenten roepen bij mensen de vraag op naar de onsterfelijkheid: “Hoe zou het zijn als we niet meer doodgaan?” Die vraag leeft in de wetenschap – bijvoorbeeld ouderenzorg – maar ook in films en literatuur. Denk aan Harry Potter of Lord of the Rings. “En die vraag riep bij mij als theoloog en onderzoeker weer een vraag op: wat bedoelen we eigenlijk als we praten over onsterfelijkheid? Want vaak als mensen zeggen dat ze de dood willen uitschakelen, bedoelen ze de natuurlijke dood – je kunt nog steeds door een ongeluk, aanslag of op een andere vijandige manier om het leven komen. We gebruiken een begrip als onsterfelijkheid, maar in literatuur over Bijbelse teksten is er nog maar weinig reflectie op.” In zijn onderzoek keek Robin onder meer naar Genesis 1 tot 11 en op welke manieren onsterfelijkheid daarin voorkomt. Hij legde deze Bijbelteksten naast andere oud-oosterse teksten, bijvoorbeeld een van de oudste literaire werken ter wereld: het Gilgamesj-epos.

Verschillende vormen van onsterfelijkheid

In zijn proefschrift betoogt hij dat onsterfelijkheid een containerbegrip is dat verschillende concepten of noties bevat. Dat wordt bijvoorbeeld duidelijk als je kijkt naar het Gilgamesj-epos. “In Gilgamesj zie je een koning die eerst onsterfelijk wil worden door roem en faam: laat mij een held zijn, zegt hij, dan bezingen mensen mij. Tot hij zijn beste vriend verliest. Dan wordt hij geconfronteerd met zijn eigen sterfelijkheid, en probeert hij alles te doen om aan de natuurlijke dood te ontsnappen, om uiteindelijk te ontdekken dat hij dat niet kan. Tot slot keert hij terug naar de stad waar hij koning van is. Daar was hij het collectief ontvlucht om voor zijn eigen individuele successen te gaan. En hij beseft dat hij onsterfelijk kan worden door die rol weer op zich te nemen en voort te leven in het bouwen van een stad en in het epos zelf.” Zowel in Genesis 1-11 als in het Gilgamesj-epos vond Robin verschillende vormen  van onsterfelijkheid: volledige onsterfelijkheid (eeuwig blijven leven), onsterfelijkheid door roem of faam, en vormen van collectieve onsterfelijkheid (bijvoorbeeld door het krijgen van nageslacht). Robin lacht: “Terugkijkend denk ik weleens dat ik zelf de afgelopen jaren ook geprobeerd heb meerdere vormen van onsterfelijkheid te bereiken. Wij mogen drie kinderen opvoeden, ik heb een boek gepubliceerd waar mijn naam op staat, én ik ben predikant, dus ik geloof ook nog in een hiernamaals.”

Stof tot stof

Net als in het Gilgamesj-epos zoeken we allemaal naar manieren om volledig of deels aan de dood te ontsnappen, zegt Robin. “We hebben als mensen een existentiële angst voor de dood en een verlangen naar onsterfelijkheid, en dat zie je ook terug in die oude teksten. Daarom heb ik bestudeerd hoe daar in de oude teksten naar werd gekeken: Bijbelse teksten, maar ook teksten in andere oud-oosterse talen, zoals het Ugaritisch. Niet omdat alles wat oud is heilig is, maar omdat je dan nieuwe inzichten kunt krijgen. Ik vind dat waardevol. Bij het lezen van die teksten komt ook de vraag bij mij op: mogen wij nog sterven? Je kunt veel medisch bewerkstelligen, maar we blijven mensen. Dat is een ander perspectief: je bent stof, kwetsbaar. Je verlangt naar onsterfelijkheid, dat mag er zeker zijn, maar hoe ga je dat vormgeven?”

Schepsel, niet Schepper

Het roept ook een andere vraag op: waar verlangen we eigenlijk echt naar: om niet te sterven, of naar een lang en gelukkig leven met dierbare mensen om ons heen? Willen we eigenlijk wel eeuwig leven? Leefden we ooit eeuwig volgens de Bijbel of was de dood er altijd al? Deze vragen spelen ook een rol in hoe je het verhaal van Adam en Eva en de boom leest, zegt Robin. “Je kunt ernaar kijken als een verhaal waarin mensen onsterfelijk waren maar die onsterfelijkheid verloren, maar je kunt het ook lezen als een verhaal waarin mensen geplaatst worden in een tuin waarin ze onsterfelijk hadden kunnen worden, maar door hun keuze die kans missen en er daarom des te meer naar verlangen. Zo lees ik het: we hebben kennis gegrepen, maar daardoor leven we buiten de tuin, dus hebben we die onsterfelijkheid niet. Juist buiten de tuin verlangen we echter naar die onsterfelijkheid. Het verhaal van Adam en Eva legt bloot dat wij op een bepaalde manier zijn als de goden: door onze kennis. Maar we kunnen niet kennis en wijsheid hebben én onsterfelijkheid, want dan zijn we als God zelf. En uiteindelijk zijn we schepsel, niet Schepper.” Dat te beseffen en onze eigen sterfelijkheid te aanvaarden, biedt ons misschien ruimte om niet alleen goed te sterven, maar ook te zoeken naar andere manieren om onsterfelijk te worden.