De geest dwaalt in oorlogstijd
De thematiek van oorlog en vrede is voor Europa actueler dan ooit. Hoe moeten we omgaan met geweld, en welke rol heeft de geestelijk verzorger bij Defensie in dergelijke situaties? Om deze vragen te lijf te gaan organiseerden de Protestantse Theologische Universiteit, de Protestantse Geestelijke Verzorging bij Defensie en de Protestantse Kerk in een gezamenlijke operatie een studiedag rond deze thematiek. Dat gebeurde op Landgoed Beukbergen, het ‘kloppend hart van Defensie’.
Door Marnix Ruta en Nathan Troost
“In vrees en beven”
Prof. dr. Pieter Vos legde tijdens zijn openingslezing uit dat er twee manieren zijn om na te denken over oorlog en vrede: de rechtvaardige oorlogsethiek (wanneer en hoe mag je oorlog voeren?) en de rechtvaardige vredesethiek (hoe zorg je voor een eerlijke en duurzame vrede?). Hij betoogde dat deze twee niet los van elkaar gezien kunnen worden. Vredesethiek heeft oorlogsethiek nodig, omdat je soms geweld moet kunnen rechtvaardigen om vrede te beschermen. Ook is het belangrijk te weten hoe je oorlog op een moreel juiste manier voert. Oorlogsethiek heeft vredesethiek nodig, omdat oorlogsethiek alleen richtlijnen geeft voor oorlog zelf, maar niet voor hoe je een oorlog voorkomt of hoe je na een oorlog een rechtvaardige vrede opbouwt. Toch zit er een lastige tegenstrijdigheid in dit denken: bewapening kan helpen om vrede te bewaren, maar het voelt paradoxaal omdat je juist oorlog wilt voorkomen. Tegelijkertijd is volledige ontwapening ook naïef, omdat dat je kwetsbaar maakt. Gezien die paradox moet een besluit om militair geweld in te zetten volgens Vos altijd “in vrees en beven” worden genomen. Want oorlog is juist wat we niet willen.
De mens achter het uniform
Menselijkheid stond centraal in het persoonlijke verhaal van dominee Ko Sent, die werkte als geestelijk verzorger voor veteranen in de regio Noord-Oost. In een omgeving waar besmettelijke angst heerst, waar het kwaad vele gezichten kent en waar de schoonheid van de schepping onzichtbaar is, is het van belang om de menselijkheid te behouden, betoogde hij. Mensen moeten het gevoel hebben dat ze gekend zijn. Er zit een persoon achter het uniform en deze persoon moet kunnen vertrouwen op de ander. Het bijzondere zit namelijk in dit vertrouwen. Militairen zijn op elkaar aangewezen; ze geven hun leven voor elkaar. Ze hebben een grote band door een grote liefde voor elkaar. Maar dit geeft ook een groot wantrouwen richting de buitenwereld. Eenmaal thuis is niet meer duidelijk wie ‘de buitenwereld’ is. Hier ligt een taak voor ons in de samenleving, aldus Sent. Wij moeten dit wantrouwen begrijpen en repareren en met open armen klaar staan, ondanks de afstand die onherroepelijk ontstaan is tussen ons en de thuisgekomen militair.
Als het nu oorlog zou worden
Cinta Depondt (Center for Nonviolent Communication) stelde deelnemers de vraag: "Welke reactie zou je hebben als het nu oorlog zou worden in Nederland?" Daarmee zette ze mensen aan het denken over hun instinctieve reacties en morele dilemma’s in zo’n situatie. De grenzen tussen verschillende reacties bleken niet altijd duidelijk. Wanneer is verzet nog vreedzaam, en wanneer wordt het geweld? Wanneer help je de vijand, en wanneer doe je simpelweg wat nodig is om te overleven? De kern van de workshop was het verschil tussen beschermend geweld (om mensen te verdedigen) en pure gewelddadigheid (agressie om te schaden). Het belangrijkste is dat we in gewelddadige situaties onze menselijkheid behouden. Dit doe je door jezelf af te vragen: "Waarom doen we wat we doen?" en "Welke behoefte proberen we hiermee te vervullen?" Door deze connectie te behouden met je eigen emoties en behoeften, kun je mens blijven zelfs onder de extreme stress van een oorlogssituatie.
Werken aan gendergelijkheid bij de krijgsmacht
Er moet gewerkt worden aan meer gendergelijkheid en sociale veiligheid binnen de krijgsmacht, betoogde prof. dr. Heleen Zorgdrager. Traditionele oorlogsethiek is niet genoeg, omdat die vooral kijkt naar regels over oorlog (bijvoorbeeld wanneer geweld geoorloofd is en hoe een oorlog gevoerd moet worden). Volgens feministische ethici past dit niet bij moderne hybride oorlogen, met hun chaotische mix van klassieke oorlog, cyberoorlog en propaganda. Deze ethici pleiten voor een zorg-ethische benadering waarbij een set van regels en principes gehanteerd wordt: relationaliteit, ervaring, empathie en verantwoordelijkheid.
Uit onderzoek blijkt bovendien dat vrouwelijke militairen in oorlog vaker trauma's oplopen door hun eigen collega's dan mannelijke militairen. Dit komt doordat de onderlinge vertrouwensband in het leger voor vrouwen minder sterk of zelfs onveilig kan zijn. De soms seksistische houding van mede-militairen zorgt ervoor dat vrouwen zich verloren voelen, wat kan leiden tot moral injury (het gevoel dat je moreel of ethisch beschadigd bent).
Geen plek om te schuilen
Geestelijk verzorger Erik Huiting ging op de vraag hoe morele moed naar voren kan komen in stressvolle momenten. Wat is morele moed? Is dat over je angst heen zetten, of juist aangeven dat je angstig bent? Kun je morele moed trainen? En wat is het nut van morele moed? In gesprekken gingen deelnemers op zoek naar hoe morele moed voor hen persoonlijk een rol speelt. Daarin kwam naar voren dat er momenten zijn dat je geen dekking meer kan vinden, dat er niets of niemand is waarachter je kan schuilen. Dan moet je moed tonen, hoe angstig je ook bent. Het morele zit in de waarden waar je achter blijft staan. Deze waarden bieden houvast.
Speuren naar het kwetsbare en het menselijke
Rode draad door de dag was dat de geest dwaalt in oorlogstijd, en het is aan de geestelijk verzorger om erop toe te zien dat de geest niet verdwaalt. Om te blijven speuren naar het kwetsbare en het menselijke. Dat is de missie van de geestelijk verzorger bij Defensie: het bijdragen aan het geestelijk welzijn van militairen, en daarmee bijdragen aan de moraal van de krijgsmacht. Vlootpredikant Johan Kromhout eindigde de bijeenkomst met de zegening van St. Patrick, die met alle indrukwekkende verhalen van de dag in het achterhoofd extra lading kreeg.
“De HEER zij voor u om u de juiste weg te wijzen. De Heer zij achter u, om u in de armen te sluiten en om u te beschermen voor gevaar. De Heer zij onder u, om u op te vangen wanneer u dreigt te vallen. De Heer zij in u, om u te troosten als u verdriet hebt. De Heer zij om u heen, als een beschermende muur als anderen over u heen vallen. De Heer zij boven u, om u te zegenen. Zo zegene u God vandaag, morgen en in der eeuwigheid. Amen.”