“Goedemiddag, ik ben Erik: geestelijk verzorger”
Een vragend gezicht. “U vraagt zich zeker af wat ik hier kom doen?” Meneer knikt. “Ga ik al bijna dood, dat de geestelijke langskomt?” Ik reageer: “Dat weet ik niet. Ik kom ook langs bij mensen die nog wel even leven hoor! Ik heb het bijvoorbeeld over wat mensen zorgen baart, of waarop ze hopen. De meesten zijn niet religieus.” Zijn gezicht ontspant. “Dat lijkt me wel wat.” Ik ga naast zijn hospicebed zitten en er ontstaat een gesprek.
Spirituele zorg is teamwork
Vaak begint geestelijke verzorging met het verdragen van dit soort projecties, zoals het idee dat je als cliënt religieus moet zijn of dat de geestelijk verzorger pas in beeld komt rondom de dood. Daarbij is spirituele zorg in de zorg idealiter team work. Een maatschappelijk werker, arts, of fysiotherapeut verleent eveneens basale spirituele zorg, maar zij kan doorverwijzen als specifieke expertise van een geestelijk verzorger gewenst is. Kortom: geestelijke verzorging kan op diverse manieren beginnen. Daarna gaat geestelijke verzorging vaak verder.
Redenen voor aparte leerstoel
Over dat ‘verder’ gaat mijn rede. Het is goed om alvast te zeggen dat geestelijke verzorging een aanzienlijk domein behelst. Zo zijn er bijvoorbeeld geen hoogleraren gemeentepredikantschap. Mijn leerstoel impliceert daarmee overlap met wat collega’s doen, bijvoorbeeld rondom ethiek, rituele studies, of spiritualiteit. Ik denk dat er goede redenen zijn om geestelijke verzorging een aparte leerstoel te geven, zoals dat het vak zich relatief verzelfstandigd heeft, bijvoorbeeld ten opzichte van gemeentepredikantschap. Daarmee hangt samen dat geestelijk verzorgers weliswaar diverse levensbeschouwelijke achtergronden hebben, maar dat zij het belang delen dat de rol van geestelijk verzorger zichtbaar is.
Download de rede
Vanmiddag schetste Erik Olsman zijn visie op geestelijke verzorging. De titel van zijn rede: 'De verzinnebeelding van geestelijke verzorging: een praktische esthetiek'.