"Geloven en kerk-zijn in deze tijd, daar wil ik iets in betekenen"
Hoe je in de wereld staat. Hoe je met andere mensen omgaat. Hoe je een Bijbelverhaal in de context van vandaag kunt duiden. Thema’s rond geloof en kerk kreeg Hanneke Monden van huis uit mee. Maar een studie theologie was na de middelbare school geen aantrekkelijke optie. Ze zag de kerk toch een beetje als een zinkend schip. Was dat de wereld waarin ze zich wilde bewegen?
Kans
Inmiddels ziet ze die teruglopende ledenaantallen juist als een kans. Haar generatie – ze is 35 – is sterk ondervertegenwoordigd in de kerk en dat gaat haar aan het hart, zegt ze. In een maatschappij waar het allemaal lijkt te draaien om persoonlijk succes, geld en belang, kan de kerk een tegenhanger zijn. Het Evangelie laat een heel andere boodschap horen.
Dus ging ze alsnog voor theologie. Het is een studie van uitersten, merkt ze. Aan de ene kant draait het om praktisch met mensen werken en "samen met ze stil te staan bij belangrijke levensgebeurtenissen"; aan de andere kant vindt ze er de filosofische verdieping, de "voldoening op een dieper niveau": het nadenken over levensvragen en ethische kwesties. Praktijk en abstractie zijn bij theologie op een altijd spannende manier met elkaar verbonden, heeft ze ervaren.
Behoefte aan geloof
Wat ze met de opleiding wil gaan doen, heeft ze nog niet helder. Ze wil er ook open in staan. Zowel het werk van geestelijk verzorger als gemeentepredikant spreekt haar aan. Je wordt geconfronteerd met de kwetsbaarheid van het leven en mag daarin dicht naast mensen staan. Een pioniersplek lijkt haar ook interessant. Ze ziet de kerk vooral als een gemeenschap, die zich niet tot haar huidige vormen zou hoeven beperken: "Dat er op zondag minder mensen in de kerk zitten betekent niet dat de behoefte aan geloof ook minder is geworden. Hoe kun je zo goed mogelijk op die veranderende behoefte inspelen?" Met de ontwikkeling van nieuwe kerkelijke vormen en verbanden zou ze zich graag bezighouden.
Eindeloos praten
Hanneke begon haar studie theologie naast haar baan als beleidsmedewerker. Afgelopen zomer is ze gestopt met werken. Dat was niet meer te combineren met het studeren én een jong gezin. Dat was financieel wel een stap terug, maar: "Ik voelde zo sterk dat ik dit moest doen." Nu ligt haar focus op gezin en studie. "Theologie zet op een goede manier je leven op zijn kop," zegt ze: "Het is niet niks, maar je doet het ook niet voor niks." De premaster heeft z’n lastige kanten, vindt ze: "Met name de talen staan wat verder af van de praktijk." Ze kijkt dan ook uit naar de master, wanneer de beroepsinhoud aan de orde komt. Het deel over begeleiden lijkt haar geweldig: hoe voer je een écht goed gesprek met iemand? Het leren vormgeven van rituelen lijkt haar ook mooi. Ze geniet van de studie omdat ze zich er in een omgeving bevindt "met mensen die er net zo eindeloos over kunnen praten als ik". De betrokkenheid is groot: "Je kunt met je medestudenten in gesprek gaan over de inhoud van hun motivatie, maar je hoeft ze niet te vragen of ze gemotiveerd zijn. Dat blijkt uit alles."