“Als je niet kunt delen, ontstaat het trauma”
De kerk zou een veilige plek moeten zijn, maar is dat niet altijd. Grensoverschrijdend gedrag komt ook hier voor. Vreselijk voor de slachtoffers, die zich schamen, zich in de kerk niet welkom voelen, en niet met hun verhaal terechtkunnen. Vreselijk voor kerken, die het gevoel hebben dat ze tekortschieten. Is er nog reden voor hoop?
Sta achter de slachtoffers
Eén op de twee vrouwen en één op de vijf mannen heeft te maken gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag, becijferde Mariëtte Hamer tijdens een indrukwekkende en drukbezochte conferentie rondom het thema Veilige Kerk deze week. Hamer was Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld in het kabinet Rutte-IV. “Bij andere problemen zou met dit soort getallen de wereld te klein zijn, maar toch is dit al jaren zo.” In 1999 deed de Protestantse Kerk in Nederland – toen nog Samen-op-Weg-kerken – daarom een stellingname: als kerk moeten we achter de slachtoffers van seksueel geweld staan en daar steun aan bieden. Het was een concrete stap die volgde op jarenlange aandacht voor misbruik in de kerk en thuis vanuit met name de hoek van de feministische theologie, vertelt Marie Hansen, die bij de PThU onderzoek doet op dit gebied. Zij zat als panellid bij de conferentie.
Schuld en schaamte
Het is voor slachtoffers moeilijk om hun verhaal te delen, werd tijdens de conferentie duidelijk. “Als slachtoffer heb je snel de neiging om jezelf de schuld te geven,” vertelt voorganger Jan Pool tijdens een van de panels. “Het is schaamtevol om er over te praten.” Dat maakt heel eenzaam. Theoloog en ervaringsdeskundige Paul van Dam: “Als je niet kunt delen, ontstaat er een trauma.” Auteur Rinke Verkerk: “Trauma is wat kinderen over zichzelf gaan geloven: er is iets fundamenteel mis met mij, ik ben vies, of stout, of verantwoordelijk. Als dat niet wordt tegengesproken, vormt dat je identiteit.” Kerk en geloof kunnen dan veilig en troostvol zijn, maar kunnen ook onderdeel zijn van het probleem. De kerk kan de kerk kan soms onvoldoende ruimte bieden aan het verhaal van een slachtoffer, het misbruik bedekken, of aansturen op vergeving terwijl het slachtoffer daar niet aan toe is. “Als leiders moet je ook niet bang zijn voor de boosheid van het slachtoffer,” maant Jan Pool. “Dat moet je de ruimte geven.”
Hoopvol perspectief
Onderzoeker Marie Hansen vindt dat kerken de verantwoordelijkheid hebben zich te verdiepen in een goede manier om met grensoverschrijdend gedrag en trauma om te gaan. “Daar waar mensen samenkomen, vieren, gemeenschap proberen te zijn, heb je die verantwoordelijkheid te nemen. Maar het gevaar dreigt dat kerken denken: dat komt bij ons niet voor.” Verantwoordelijkheid nemen betekent volgens Hansen dat kerken moeten leren hoe trauma werkt en wat de gevolgen zijn van trauma, en dat zij proberen een gemeenschap te vormen waar mensen met ervaring van trauma terechtkunnen. “En aan de andere kant betekent veilig kerk zijn ook dat we kritisch kijken naar hoe onze organisatie in elkaar zit, hoe wij omgaan met machtsverschillen, hoe we voorkomen dat er bij ons mensen werken die misbruik maken van die macht. Dat is ook een aspect hoe je als kerk een veilige plek kan zijn.” De conferentie gaf hiervoor een hoopvol perspectief door kerken een stappenplan te bieden waarmee zij aan de slag kunnen.
Verantwoordelijk nabij zijn
PThU-docent Christiane van den Berg merkt dat het onderwerp ook erg leeft onder studenten. Daarom zit omgaan met ‘afstands- en nabijheidsvragen’ op drie verschillende momenten in het curriculum, vertelt ze. “Mag je iemand een arm om de schouder slaan? Is dat grensoverschrijdend? Dat is een afstands- en nabijheidsvraag. Je kan heel makkelijk zeggen: sla dan maar gewoon helemaal geen arm meer om iemands schouder. Maar soms kan een blik op drie meter afstand veel grensoverschrijdender zijn dan een arm. Je kunt niet met een liniaal meten wanneer iets oké is en niet oké. Wat is voor jou prettig, en voor de ander niet? Of: wat was eerst prettig, maar achteraf toch te dichtbij? Daar goed mee om te leren gaan, daar gaat het om.” Zij merkt dat studenten van nu soms bang zijn om het verkeerd te doen. “We kunnen die angst niet wegnemen, maar wel helpen die te plaatsen. Hen leren hoe je op verantwoordelijke manier nabij kunt zijn. Dat is ook het mooie van pastor zijn, dat je nabij mag komen. Maar het luistert heel nauw.”