Kerken bezinnen zich op duurzame pacht

28 augustus 2024

Protestantse kerken in Nederland bezitten naar schatting 27.000 hectare landbouwgrond die zij verpachten aan agrariërs. Een deel van de kerken wil zich graag bezinnen op de vraag hoe zij hun grond duurzaam kunnen beheren. Een ander deel vindt juist dat dit geen taak van de kerk is. Dat blijkt uit onderzoek door de Protestantse Theologische Universiteit (PThU).

Kerken blijken terughoudend

Met de opbrengst van de pacht kunnen kerkrentmeesters een deel van het kerkelijk werk in stand houden, zoals het onderhoud van gebouwen of een deel van het salaris van de predikant. Diaconieën besteden de opbrengsten strikt aan diaconale projecten. Door afnemende biodiversiteit, milieuvervuiling en klimaatverandering klinkt echter steeds vaker de vraag of kerken zich niet moeten inspannen om hun landbouwgrond op een duurzame manier te laten bewerken en beheren. De PThU sprak tijdens het onderzoek met zestien diaconieën en acht colleges van kerkrentmeesters. Tweederde van deze colleges had hier nog niet over nagedacht. Daarvan is de helft wel bereid dit te overwegen. Toch zijn kerken terughoudend, omdat pachtcontracten niet veel ruimte bieden en omdat zij de pachters niet voor de voeten willen lopen. De andere helft vindt het niet aan kerken om een bepaalde manier van landbouw te bevorderen. Zij vinden dat maatregelen vanuit de overheid meer zin hebben.

Diaconieën voelen zich verantwoordelijk

Een kwart van de deelnemers aan het onderzoek – uitsluitend diaconieën – is wel bezig met beleidsvorming rond duurzaam beheer van hun pachtgrond. Ze onderbouwen dit met de verantwoordelijkheid die ze als rentmeester dragen voor Gods schepping. De aanpak van deze diaconieën verschilt onderling sterk van elkaar. Met name de lokale omstandigheden van de kerk blijken van grote invloed.

Vervolgonderzoek

Het onderzoek naar pacht maakt deel uit van het bredere onderzoeksproject Grond van de PThU. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek gaat de PThU vervolgonderzoek opzetten. Het doel hiervan is om met geloofsgemeenschappen goed onderbouwd beleid te ontwikkelen voor toekomstige omgang met landbouwgrond in kerkelijk bezit.