Naar hoofdinhoud

Column: Grond in de Bijbel

19 april 2024

Soms erger ik mij groen en geel aan de manier waarop de Bijbel gebruikt wordt om eigen opvattingen te ondersteunen of zelfs goddelijk gezag te verlenen. Het vertroebelt een goed gesprek over de betreffende kwestie. Met de Bijbel in de hand wordt het overleg vaak zelfs helemaal beëindigd. Het doet doorgaans geen recht aan de vragen van nu wanneer je met de antwoorden van gisteren komt. Men doet er ook de Bijbel zelf geen recht mee.

  • Klaas Spronk
    hoogleraar Oude Testament aan de PThU en verbonden aan het project Grond

Misbruik van de Bijbel

Dit misbruik van de Bijbel stoort je natuurlijk het meest wanneer je het ziet bij mensen met wie je van mening verschilt, maar misschien ben ik er juist wel zo alert op omdat ik zelf graag de Bijbel aan mijn zijde heb. Hoe ontloop ik het gevaar dat ik de Bijbel voor mijn eigen karretje span? Zeker op het gebied van de ecotheologie is dat niet denkbeeldig. Ik draag alle actie voor het behoud van de natuur en tegen de milieuvervuiling een goed hart toe. Tegelijkertijd besef ik dat het hier om kwesties gaat die in de tijd dat de Bijbelboeken werden geschreven niet speelden. Directe antwoorden op de vragen die hieromtrent spelen mag ik niet verwachten in de Bijbel en ik moet ervoor oppassen dat ik ze niet inlees in de Bijbel.

Bijbel geeft ons te denken

Toch is het duidelijk dat het project ‘Grond’, waarin de vraag centraal staat hoe we ons op een theologisch verantwoorde manier tot de aarde kunnen verhouden, niet om de Bijbel heen kan. ‘Van de Heer is de aarde’, zo zingen we met Psalm 24. Maar wat betekent dat als je zowel de aarde als het geloof in God serieus neemt? Volgens Leviticus 25 houdt het in dat het land steeds na zes jaar een (sabbats)jaar rust krijgt en er niet gezaaid of geoogst mag worden. Na zeven keer komt er nog een extra (jubel)jaar bovenop. Dat lijkt me goed voor het land, maar economisch gezien voor de landeigenaar niet zo voordelig. Niet voor niets wordt er in Leviticus 26:34 al mee gerekend dat men zich in Israël niet aan dit voorschrift zal houden en volgens 2 Kronieken 36:21 is het feit dat het land zeventig jaar braak ligt ten tijde van de Babylonische ballingschap een compensatie voor al die keren dat het sabbatsjaar niet in acht genomen was. Hedendaagse problemen zullen met een herinvoering van het sabbatsjaar niet zijn opgelost, maar de instelling waarbij niet alleen het recht van de landeigenaar maar ook het recht van het land zelf in acht wordt genomen, geeft wel te denken. Misschien is dat ook wel het belangrijkste wat de Bijbel heeft bij te dragen aan de discussie over de goede omgang met de aarde: dat hij ons te denken geeft. Het gaat dan niet in de eerste plaats om antwoorden, maar om vragen. Dat kan helpen om vanuit een ander perspectief te kijken naar de dingen die ons bezig houden.

Grensoverschrijdend gedrag

Volgens een geruchtmakend artikel van Lynn White uit 1967 is de (toen al opspelende) ecologische crisis vooral te wijten aan het feit dat in de christelijke traditie de mens centraal is gezet. Dat leest hij met name terug in Genesis 1: bij de schepping heeft God de heerschappij over de aarde en de levende wezens in de handen van de mens gelegd. Met alle verwoestende gevolgen van dien. Volgens mij moet je het scheppingsverhaal echter anders lezen. Het is het verhaal van de relatie die God aangaat met de mensen en de relatie die God legt tussen mens, aarde en dier. Dat eerste – de relatie tussen mens en de aarde – wordt onderstreept door te vertellen dat God de mens (Hebreeuws: adam) uit de aarde (Hebreeuws: adamah) gevormd heeft (Genesis 2:7). Later wordt dat nog eens onderstreept wanneer God tegen de mens zegt dat hij bij zijn dood zal terugkeren tot de aarde waaruit hij genomen was (3:19). Inmiddels is dan al wel duidelijk geworden dat de relaties tussen God, de mensen, de dieren en de aarde verstoord is. Dat kwam volgens de verteller door het grensoverschrijdend gedrag van de mensen ten opzichte van God. Daardoor kwam er ook spanning tussen de mensen, tussen de mensen en de dieren (die elkaar naar het leven gaan staan) en tussen de mens en de aarde (die met moeite bewerkt zal moeten worden en dan ook nog eens terug slaat met dorens en distels). Kortom, de verhalen aan het begin van het boek Genesis roepen ons op om opnieuw naar die relaties tussen God, mens, dier en aarde te kijken en niet bij voorbaat de mens centraal te stellen. De Bijbel biedt ook hoop dat het goed komt met die relatie. We lezen het al bij een van de oudste profeten. Hosea verkondigt dat het weer goed komt tussen God en zijn volk en daarmee ook met de dieren en het land. Lees er Hosea 2:16-25 maar op na en dan met name de verzen 23-24a, waarin de band tussen God (hemel), aarde en volk weer wordt hersteld:

Op die dag – spreekt de HEER –
zal Ik antwoord geven.
Dan antwoord Ik de hemel
en de hemel antwoordt de aarde,
en de aarde geeft antwoord aan koren, olijfboom en wijnstok,
en zij antwoorden Jizreël,
want het land zaai Ik in met mijn volk.

Dat biedt inspiratie en misschien is dat nog wel het belangrijkste wat je kan en mag verwachten van het gebruik van de Bijbel.

Deze column verscheen eerder in de PThUnie van april 2024.