PThU benoemt Kinga Zeller tot associate professor Lutherse Theologie
Het college van bestuur van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) heeft dr. Kinga Zeller benoemd tot associate professor Lutherse Theologie. Daarmee zet de PThU de traditie voort van theologisch onderzoek met speciale aandacht voor de eigenheid van lutherse perspectieven. De benoeming gaat per 1 maart in.
Liefde en zelfliefde
Dr. Kinga Zeller werkt op dit moment aan de afronding van haar habilitatie (de Duitse ‘tweede promotie’) en als postdoctoraal onderzoeker aan de Christian-Albrecht-Universiteit van Kiel, Duitsland. Daarvoor was zij PhD-fellow aan de Universiteit van Aarhus, Denemarken. Haar onderzoek richt zich allereerst op de notie van liefde en in het bijzonder zelfliefde. Zeller: “Luther en prominente denkers in zijn voetspoor waren zeer kritisch op zelfliefde. Maar er is ook een lijn van lutherse theologen die zelfliefde op een meer gedifferentieerde en positieve manier bekijken. Ik schaar mezelf onder die laatsten. Tegelijker wil ik de cruciale noties uit de lutherse kritiek integreren in mijn eigen concept van zelfliefde.” Het tweede grote thema waarmee Kinga Zeller zich bezighoudt, is tolerantie. Ze onderzoekt de theologische grondslagen en motivatie onder het begrip tolerantie en focust daarnaast op de theologische problemen achter tolerantie.
Over haar aanstelling aan de PThU is Kinga Zeller enthousiast: “De visie en missie van de PThU, dat theologisch onderzoek en onderwijs ten goede moeten komen aan kerk, academie en samenleving spreekt mij aan en ik sta te popelen om bij te dragen aan deze ambitie.”
De aanstelling van dr. Zeller wordt mede mogelijk gemaakt door verschillende fondsen waaronder de Evangelisch-Lutherse Synode in de Protestantse Kerk. Dr. Andreas Wöhle, president van deze synode, is verheugd over de aanstelling: “Met de komst van dr. Zeller zal de lutherse traditie op de PThU voortaan vooral systematisch-theologisch vertolkt worden. De stem van 'het Lutherse' zal bij de doordenking van de huidige uitdagingen voor kerk en samenleving hoorbaar worden.”