Naar hoofdinhoud

Geloven op het boerenerf

31 oktober 2023

Sloopmelk, piekbelaster, vervuilende agrarische bedrijven. Maar ook: ‘geen boeren, geen eten’! Over Nederlandse boeren klinken nogal wat stevige woorden in de media, aan de keukentafel en soms ook in de kerk. Maar wat doet deze polariteit met het hoofd en met de ziel van een agrariër? Vanuit het project Grond vroegen we aan christen en boer Tijmen van Zessen uit Lexmond om een column te schrijven. 

Onderzoek doen naar een verantwoorde theologie over grond begint bij het luisteren naar mensen die leven, geloven en werken op die grond. Lees mee met de ervaringen, de pijn én de hoop van waaruit deze melkveehouder uit Lexmond leeft.

  • Tijmen van Zessen
    Christen en boer

"Wie betaalt het pensioen van onze koe?"

'Sloopmelk'. De radioluisteraar onder u herkent de term waarschijnlijk wel. Wakker Dier gebruikt dit woord in een radiospotje. De organisatie wil de in haar ogen lage levensduur van melkkoeien onder de aandacht brengen bij de consument. Ironisch genoeg in de week waarin de jaarstatistieken van rundveeverbeteringscoöperatie CRV laten zien dat de gemiddelde levensduur van de Nederlandse melkkoe juist toeneemt. Nee, de twintig jaar die Wakker Dier ons voorhoudt, halen koeien niet. Maar een koe van twintig is als een mens van 110. Alleen de allersterkste mensen zijn gezegend met zo’n hoge leeftijd. Nog een belangrijk verschil: mensen hebben de luxe van een pensioen. Wie betaalt het pensioen van onze koe?

"Je hebt je te verhouden tot de schepping"

Ik neem u graag mee naar het hoofd van de boer. De boer die zijn koeien met liefde en passie verzorgt. Niet alleen omdat hij er zijn brood mee verdient. Maar ook omdat hij de dieren en de aarde met zorg wil omringen. Zorg die voortkomt uit een intrinsieke motivatie van rekenschap geven aan de schepping. Althans, zo werkt dat voor mij als christen-agrariër. Je hebt je te verhouden tot de schepping. Dat wil zeggen dat je jouw grond, de dieren en de natuur rondom je boerderij in elk geval niet slechter achterlaat dan je haar kreeg. Een kwalificatie als ‘sloopmelk’ doet dan pijn. Alsof ik moedwillig koeien sloop. Het doet geen recht aan de inzet en de toewijding die ik en vele collega’s met mij dagelijks weer opbrengen.

Het voorbeeld is treffend voor deze tijdsgeest. Sla de krant maar open. Woorden als piekbelaster, vervuilende agrarische bedrijven, ze raken de boerenziel keer op keer. Op social media is de terminologie nog scherper. Ik kan het maar moeilijk begrijpen. Als boer zorg ik toch voor een eerste levensbehoefte? Voor ‘heden ons dagelijks brood’? God gaf ons de aarde om er goed voor te zorgen. Ik zeg het met mijn hand op het hart dat er geen boer ’s morgens opstaat met het idee die schepping eens lekker te vergallen.

"Onder boeren geen weerstand tegen verandering"

De meeste collega’s zien net als ik in dat we de aarde niet moeten overvragen. Dat er grenzen zijn aan groei, aan intensivering. Er is onder boeren ook absoluut geen weerstand tegen verandering. Niemand boert nog net als zijn vader of als zijn grootouders. Verandering is zo ongeveer de enige constante in het boerenbestaan. Het protest van boeren richt zicht vooral tegen de manier waarop en het tempo waarin verandering wordt afgedwongen. Na de Tweede Wereldoorlog was ‘nooit meer honger’ de mantra. De landbouw moest veel en goedkoop voedsel produceren. Nederland is daarin wereldwijd toonaangevend. Maar de keerzijde van dat succes is een systeem dat uit balans is geraakt. Van een overzichtelijke kringloop is landbouw een mondiaal systeem geworden, waaruit veel energie en, door het verslepen van de grondstoffen, ook stikstof ‘lekt’. Vroeger had bijna elke boer een varken dat de kliekjes op at en ander organisch afval dat voor menselijke consumptie niet (meer) geschikt was. De footprint van de speklap van dat varken staat in schril contrast met die van het hedendaagse varken. Er werd minder dierlijk eiwit geproduceerd en geconsumeerd. Technische vooruitgang bracht ook groei mee, we willen ook niet meer terug naar de jaren 50!

"Technologie biedt ook kansen"

Gelukkig biedt juist de technologie ook kansen om oog te hebben voor biodiversiteit, dierenwelzijn en het terugdringen van broeikasgassen. De meeste boeren zijn hier mee bezig! Door bijvoorbeeld minder kunstmest te gebruiken. Of door koeien te fokken die minder methaan uitademen. Door minder kwistig om te gaan met stikstof. Bijvoorbeeld door eiwitarmer te voeren, meer te weiden en nauwkeuriger te bemesten. Door het produceren van hernieuwbare energie met zonnepanelen op het dak van de stal. Door te werken aan natuurherstel en te kiezen voor agrarisch natuurbeheer.

De boer is hierbij slechts een radar in een open economie, waar consumenten aangemoedigd worden te zoeken naar de laagste prijs. Een lage prijs waar de schepping voor opdraait. Te vaak zit de boer hierbij klem tussen burgers die aan de ene kant pleiten voor biodiversiteit, een minimale footprint en maximaal dierenwelzijn en aan de andere kant niet wil – en kán – betalen om dit mogelijk te maken.

"Van sloop naar hoop"

Die weerbarstige praktijk slaat mij echter niet uit het veld. Als christen zoek ik het in de hoop op een wereld waar rendement niet het laatste woord heeft. Als rentmeester voel ik een intrinsieke behoefte om te ijveren voor een leefbare wereld. Om dat kleine stukje aarde dat ik bewerken mag te koesteren en bewaren voor volgende generaties. Van sloop naar hoop! 

Meer weten over het project Grond? Kijk op pthu.nl/grond.

Foto: Ursula Tempelaar