Naar hoofdinhoud

Masterscriptie Willemijn Piksen wint Anders Bäckström Prize 2022

30 maart 2023

Willemijn Piksen (29) heeft ervaring met anders-zijn. Door haar ADHD bekijkt ze de wereld anders, stelt ze andere vragen, ook tijdens haar studie theologie. Het duurde even voor ze begreep dat die vragen net zo legitiem zijn als die van mensen die voldoen aan de ‘norm’. Haar ervaring gaf haar oog voor mensen in de marge in de samenleving, en hoe belangrijk het is om hen een stem te geven – ook en misschien wel juist als het schuurt. Ze schreef er haar masterscriptie over. Die is nu bekroond met de Anders Bäckström Prize 2022 voor de beste internationale masterscriptie in diaconiewetenschap.

Geroepen er voor elkaar te zijn

Willemijn komt uit een dorpskerk waar vaak geld werd opgehaald voor goede doelen. Op die manier was de kerk er voor anderen – althans, voor zover zij dat meekreeg. Pas tijdens haar studie Theologie ging ze fundamenteel anders kijken naar hoe de kerk er voor anderen zou moeten zijn. “Ik deed een diaconale stage bij de Pauluskerk in Rotterdam,” vertelt ze vanuit haar huis in Antwerpen, waar ze woont. “En daardoor zag ik in: oh, dit is eigenlijk een heel wezenlijk onderdeel van geloven: om je af te vragen wat je kunt betekenen voor mensen om je heen. Want als je gelooft dat iedereen van waarde is, dat iedereen geschapen is als kind van God, dan verdient iedereen het om waardevol te leven. Dan wordt diaconie een houding waarmee je je verhoudt tot anderen. Niet een ‘project van de kerk’, maar een roeping, een verantwoordelijkheid voor de wereld.”

Te veel vergeestelijkt

We hebben de neiging te ‘vergeestelijken’ wat we in de Bijbel lezen, vindt Willemijn. “We hebben het over geestelijke verlossing en geestelijke vrijheid of geestelijke rijkdom. Terwijl als je de Bijbel leest, het heel concreet gaat over een God die zich richt op de mensen die achtergesteld worden en uitgesloten in de samenleving. Dat het écht gaat om dat gevangenen bevrijd worden, slaven bevrijd worden, dat er iets aan armoede gedaan moet worden. Dat is niet metaforisch. Dat gaat fundamenteel over een waardig leven.” In haar eigen leven begon ze die houding steeds actiever te oefenen. Door zich op een andere manier tot mensen te verhouden, door eens een praatje maken met de mensen die op straat leefden. Maar ook door te kijken naar hoe dat in de kerk vorm krijgt. “Er zijn voor elkaar, voor anderen, dat is fundamenteel wat het is om christen te zijn.” Ze besloot er haar scriptie-onderwerp van te maken.

Kijken naar andere plekken

In haar scriptie kijkt Willemijn naar de ‘heterotopie’, een term van filosoof Michel Foucault. Hij bedoelde daarmee ruimtes die ‘anders’ zijn – anders dan de cultuur eromheen. Doordat ze anders zijn, vormen ze een breuk met het normale en dagelijkse, en laten ze je stilstaan, brengen ze aan het denken, of maken ze kritisch. “Denk aan een begraafplaats, waar je ineens stilgezet wordt bij de eindigheid van het leven,” zegt Willemijn. “Of plekken als gevangenissen, of psychiatrische instellingen, of achtergestelde buurten, of buurten waar veel mensen leven die van een andere cultuur afkomstig zijn.” Die plekken die ‘anders’ zijn, zeggen ook weer iets over de normaliteit eromheen. “Een gevangenis, het feit dat mensen daar zitten, laat zien dat wij de norm die wij hebben in de samenleving – dit is hoe mensen zijn en leven – alleen in stand kunnen houden als we sommige mensen daarvan weghouden. Dit soort ‘andere ruimtes’ staan vaak ook op een onzichtbare plek, zodat je er niet mee geconfronteerd wordt.”

De ervaring van vluchtelingen met anders-zijn

Willemijn lichtte één zo’n heterotopie uit: het Protestants Sociaal Centrum in Antwerpen, waar jonge vluchtelingen komen die zonder ouders naar België gekomen zijn. Het Centrum ligt in een universiteitsbuurt, waar vooral witte studenten rondlopen. “Die twee groepen zijn qua leeftijd even oud. Toch zijn het twee verschillende werelden: het komt niet met elkaar in aanraking. De plek zit verscholen.” De confrontatie ermee wordt ook als lastig ervaren. “Omdat het je aan het denken zet: hoe gaan wij als samenleving eigenlijk om met mensen die naar hier vluchten, mensen die de taal niet spreken?” Willemijn vroeg vluchtelingen naar hun ervaring met anders-zijn. En ze onderzocht hoe we daar binnen diaconaal werk mee omgaan. “’Vreemd’ of ‘anders’ moffelen we vaak weg of strijken we glad. Of we focussen op hoe mooi het is wat hier gebeurt, die ontmoeting. Terwijl je het effect van het confronterende dan verliest.”

Kostbare confrontatie

Het heersende idee in de literatuur over diaconie is nu dat er iets ‘heiligs’ gebeurt in de ontmoeting tussen de dominante groep en de ander, zegt Willemijn. De focus ligt op het mooie van ontmoeting, terwijl de confrontatie met iets dat anders is dan jezelf nu juist zo kostbaar is. “Wie de nadruk legt op wat de ander gemeen heeft met ons, wist eigenlijk iets van de eigenheid van die ander uit.” Het gaat dan om normalisering van die ander door de dominante cultuur. Juist in de confrontatie met het vreemde, het pijnlijke, ga je vragen stellen over wat jouw ‘normaal’ is. “Die andersheid is juist ook een plek waar God te vinden is. God is in de marges: mensen die uitgesloten worden en er niet bij horen, spelen een belangrijke rol in het verhaal van de Bijbel. Laat je hun stem niet spreken, dan laat je je niet uitdagen door wat God vanuit de marges tot ons te zeggen heeft.”

“Laat je uitdagen door wat God vanuit de marges te zeggen heeft”

Jonge vluchtelingen in beeld

Bij haar masterscriptie maakte Willemijn ook een documentaire over de jongeren bij PSC Antwerpen. “Niet als iets leuks voor erbij, maar als integraal onderdeel van het geheel.” Voor de documentaire werkte zij intensief met vier jongeren samen: ze brachten een ontmoeting tot stand tussen hen en studenten uit de wijk, de jongeren dachten mee over vormgeving, namen soms de camera over en reflecteerden mee op de beelden. “In beeld kun je veel meer van die andersheid vangen. Bijvoorbeeld in een gesprek dat stroef loopt, in bepaalde blikken, in lichaamstaal, in het zoeken naar woorden. Je kunt meer laten zien van de wereld van die jonge vluchtelingen dan als ik er alleen maar over schrijf. Daarnaast: mijn hele punt is om ‘andersheid’ serieus te nemen en te laten spreken. Als ik er alleen maar zelf over zou schrijven, zou ik daar tegenin gaan.”

Tekst gaat verder onder video

Documentaire 'Een ander verhaal' van Willemijn Piksen 71:52

Oordeel van de jury

De jury van de Anders Bäckström Prize 2022 roemt de masterscriptie van Willemijn Piksen:

De scriptie onderscheidt zich door de ervaringen van anders-zijn en vreemdheid die de jongeren delen toegankelijk te maken door middel van transcripties in de bijlage en een film. Het opnemen van een film in de resultaten van het etnografisch werk is een vernieuwend element in het diaconieonderzoek. Deze coherente, creatieve en innovatieve onderzoeksopzet maakt haar thesis onderscheidend.

Erica Meijers, Willemijns thesisbegeleider, vindt dat ze met haar scriptie een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan 'zowel de theorie als de methoden van diaconale theologie':

Willemijn Piksen onderstreept overtuigend het belang van de erkenning van het anders-zijn van de ander. Haar diaconale en theologische vragen waren relevant en urgent. Ze combineert engagement en theoretische analyse op een manier die mijns inziens onmisbaar is voor een diaconaal theoloog. 

De prijs wordt uitgereikt in Oslo (Noorwegen) tijdens de negende Conference for Research in Diaconia and Christian Social Practice tussen 31 mei en 2 juni 2023.

Willemijn Piksen studeerde in januari 2023 af aan de masteropleiding Theologie-Gemeentepredikant van de Protestantse Theologische Universiteit. Haar scriptie is te downloaden van de website van PSC Antwerpen.