Naar hoofdinhoud

Verslag predikantenreis naar Libanon (2017)

Blog predikantenreis naar Libanon

13 Predikanten en een docent stapten 20 juni 2017 in het vliegtuig voor een studiereis naar Libanon. Tijdens deze studiereis hielden zij een blog bij, waarmee thuisblijvers en geïnteresseerden op de hoogte konden blijven van hun bevindingen. De studiereis maakte deel uit van het cursusaanbod permanente educatie aan de PThU, in samenwerking met Instituut voor Oosters Christendom (IVOC) in Nijmegen en de Near East School of Theology (NEST) in Beiroet.

Tijdens de reis ervoeren de cursisten een verdiepende kennismaking met het Midden Oosten, de religies, de culturen en de geschiedenis van het land. Daarnaast leerden de deelnemers veel over de geschiedenis van de kerk in het Midden Oosten en in de context van de Islam. De focus lag op de hedendaagse Oosterse Kerken.    

  • 20 juni 2017: Veiligheid

    Vanuit het zwembad op het dak van het Golden Tulip hotel in West Beirut waar ik al vier nachten verblijf - om een beetje te acclimatiseren - heb ik volledig uitzicht op een in de burgeroorlog verloren gegane woontoren. De receptionist van het hotel vertelde me dat de erfgenamen het niet eens konden worden over wat met het gebouw te doen. Daarom staat het er nog steeds als getuige. Inmiddels groeien er op verschillende verdiepingen struiken. Raampartijen zitten er niet meer in. Syrische vluchtelingen wel. De grens met Syrie ligt maar een goede 70 kilometer verderop.


    Honderd meter verderop in dezelfde straat ligt de Near Eastern School of Theology. Daar worden wij vanaf vandaag – een groep predikanten vanuit de PKN voor een studiereis naar Libanon zo gastvrij ontvangen [dank aan allen die dit mogelijk gemaakt hebben!]. Voor de deur staat, aan de andere kant van de straat, een wachthokje waar een politieagent verveeld wacht houdt. In een container aan onze kant van de straat zitten er nog een paar, voorzien van mitrailleur en al.

    Veiligheid is niet vanzelfsprekend, daar weten de inwoners van deze stad en dit land alles vanaf. Hier op terrasjes zittend las ik een geschiedenis van Libanon van de laatste honderd jaar. Ik wist weinig en nog steeds weet ik niet veel. Wat ik wel weet is dat het hier stikt van de ervaringsdeskundigen: hoe je veiligheid in stand houdt en hoe je het verliest. Hoe het raakt aan vooroordelen en de grote thema’s: religie, (wereld- en interne) politiek, het economisch systeem, sociale klasse, ras / etniciteit, gender, sexualiteit. Wat dat laatste betreft verraste de straat van het hotel en de Near Eastern School of Theology mij dan weer in mijn vooroordelen. Op een gebouw vlak naast het wachtershuisje stond in graffitti: ‘Gay is Ok’.

    Ik begin – samen met mijn collega’s - dankbaar aan een georganiseerde ontdekkingsreis van 9 dagen naar de plaats van Oosters Christendom in dit land. Temidden van alles wat op de agenda staat neem ik bovenstaande grote vragen mee. Ik hoop dat het me lukt naast de grote en meeslepende verhalen ook oog te houden voor kleine en kwetsbare antwoorden op die vragen.

    Wat veiligheid niet is vertelt één van de gastvrije obers bij de koffietent waar ik iedere dag even heengegaan ben. Hij is Palestijns-Libanees. Hier geboren, net als zijn ouders. Híj verblijft hier legaal. Hij studeert aan de universiteit. Wat zijn vooruitzichten zijn - vraag ik hoopvol. Ik mag hier bijna niets – zegt hij. Geen huis kopen als Palestijn zijnde. Niet voor de overheid of het bankwezen werken, in de security branch en ga zo maar door. Veiligheid begint er mee dat we elkaar allemaal voor eerst en voor alles als mensen zien is zijn antwoord.

    Waarom is dat toch steeds weer gemakkelijker gezegd dan gedaan?

    Geschreven door Wilko Nijkamp

    Voorganger in de Protestantse Gemeente Julianadorp

  • 21 juni 2017: Zoals wijn en water

    De wekker gaat vroeg af, maar het uitzicht van acht hoog op de Middellandse Zee vergoedt veel. Na het ontbijt wordt de ochtend gewijd, onder meer met een gezongen Arabisch Onze Vader. We zijn voorbereid: deze dag zal vooral theorie bieden, de volgende dagen komt de praktijk.

    Zes lezingen leiden ons in de geschiedenis en actualiteit van Libanon in en vertellen over de kerken die we zullen bezoeken. Ooit een rijk (van Feniciërs) maar daarna meer dan twee millennia overheerst door steeds weer andere grootmachten (van hellenistisch tot Frans mandaatgebied) werd Libanon in 1943 opnieuw een rijk(je). De meerderheid van (Maronitische) christenen stichtte een staat ook voor niet christenen, met een politiek bestel dat gebleven is ook nu de christenen hun meerderheid hebben verloren. De meeste kerken zijn ontstaan rondom het concilie van Chalcedon, toen het ging over de relatie van de goddelijke en menselijke natuur van Christus: sommigen, zo licht de inleidster toe, zagen die zoals olie en water samengaan, anderen zoals wijn en water. De situatie in kerkelijk Libanon vandaag de dag wordt vooral belicht door drie leidinggevenden binnen de Middle East Council of Churches. Zij brengen de precaire situatie van christenen in het Midden-Oosten levendig voor het voetlicht. We zien beelden van de meer dan precaire situatie van vluchtelingen, waarvoor ook de kerken zich inzetten.

    Het was verrassend om ondanks alle nieuwheid en vreemdheid regelmatig dingen te herkennen. Bijvoorbeeld dat er, bij de toenadering van de kerken in Libanon, over inhoudelijk-theologische meningsverschillen (zoals de doctrinaire keuzes waaraan ze hun bestaan danken) nauwelijks gepraat kan worden, terwijl snel gedeeld kan worden wat er bij allerlei nijpende praktische problemen te doen staat – net als in Nederland. In Libanon is het de versterking of verharding van de religieuze identiteit, die deze divergentie in de hand werkt, bij ons eerder de verdere verzwakking en individualisering daarvan onder invloed van het postmodernisme.

    Na de zesde lezing mogen we naar buiten. Taxi’s leiden ons door een spitsuur dat hier de hele dag lijkt de duren. Dan volgt een wandeling door de stadskern van Beiroet langs enkele kerken en een moskee, allemaal gloednieuw omdat ze na de burgeroorlog van de tachtiger jaren gebouwd zijn. Het regiem van Rima, onze Libanees-Nederlandse gids, maakt dat we in weinig tijd opnieuw veel doen. We hebben elkaar deze dag ook nog wat beter leren kennen door een persoonlijk rondje tijdens de (Turkse) koffie. Hoe verschillend kunnen veertien predikanten tussen de 35 en 65 jaar zijn? Veel van wat ik deze dag gehoord heb smaakt naar meer – zeker ook dat toetje na de lunch, gemaakt met maizena en rozenwater.

    Geschreven door Nico den Bok

  • 22 juni 2017: Alleen en zonder vrienden

    Als een drenkeling die wanhopig zijn armen uitslaat om ergens een houvast te vinden. Zo typeerde iemand de priester van de Assyrische kerk die we vandaag op dag drie in Beiroet ontmoetten.

     

    De leden van de kerk van het Oosten, ook wel Assyriërs genoemd, hebben het ook niet gemakkelijk. Nadat ze in 1915 slachtoffers zijn geworden van de genocide in Turkije, werden ze in 1933 uit Noord-Irak, waar ze een veilig heenkomen dachten te vinden, verdreven. En nu zijn ze opnieuw op de vlucht want ook in Syrië bleken ze niet veilig. We ontmoetten twee mensen die lange tijd door IS werden gegijzeld. In de media is daar niet veel aandacht voor geweest, maar de Assyrische gemeenschap heeft veel geld bijeengebracht om hun broeders en zusters vrij te kopen. Nu zitten ze in Libanon maar hun hart ligt in Syrië. Ze worden door niemand gezien of gehoord: zo voelen ze dat in ieder geval. De soennieten hebben Saoudi - Arabië, de shiieten hebben Iran. Waar blijft het christelijke Westen? De kerk van het Oosten in een kleine kerk, met weinig mensen, weinig geld. Ze hebben een rijke historie, oude wortels, ooit strekten de bisdommen zich uit tot aan China. Nu zitten ze zonder geld, zonder eten en zonder goede medische zorg in Libanon zonder uitzicht op een nieuwe toekomst. Ze willen niet weg, ze willen in de regio blijven. Hier liggen hun wortels. Maar wie helpt hen weer op de been?

    Een gelijksoortig wanhopig verhaal kregen we te horen toen we bij de aartsbisschop van de Syrisch - Orthodoxe aartsbisschop op bezoek waren. Een theologisch gesprek was bijna niet mogelijk. Men wil hulp. En wie geeft ze ongelijk. De aartsbisschop voelde zich als vermalen tussen de grootmachten: Rusland, Amerika, Saoudi - Arabië, Duitsland en de andere westerse mogendheden. Na 1915, na de genocide hebben zij al een keer de kaart van het Midden - Oosten bepaald. Voor de christenen was er geen plaats. En weer dreigen de christenen het kind van de rekening te worden. De aartsbisschop is bang dat de machten van deze wereld opnieuw de kaart van het Midden - Oosten zullen tekenen zonder plek voor de christenen die als minderheid immers geen vuist kunnen maken. Assyrische en Syrisch - Orthodoxe christenen willen niet weg uit de regio, het land bepaald voor een belangrijk deel hun denken. De inwoners van Ninive zijn zij, de eerste bekeerlingen. Als zij verspreid worden over de wereld gaat hun traditie verloren. Daarvan zijn ze overtuigd. Maar wie hoort hen. De Assyrische priester die ons te woord stond, pleitte voor koeien en landbouwgereedschap voor 300 mensen die achtergebleven waren in Syrië, onderhands liet hij de rekeningen zien die hij nog moest betalen. Het water stond hem duidelijk tot aan de lippen. In Trouw stond recent een stuk waarin geschreven werd dat Libanezen de Syriërs zat werden. Ik kreeg eerder de indruk dat de problemen simpelweg te groot zijn. Libanezen doen werkelijk veel. Maar een uitweg uit de problemen lijkt er niet. Er zijn zoveel spelers in het veld, de politieke belangen zo groot, dat het individu zwaar onder druk komt.

    Geschreven door Trinette Verhoeven

  • 23 juni 2017: Door de heilige vallei

    Wie dacht dat dominees niet sportief waren, had ons eens in actie moeten zien tijdens onze ‘hike’ door de Sacred Valley van de Maronieten. Zonder stevige wandelschoenen, zonnebril en pet op je hoofd is deze route onbegonnen werk. De zon brandt, maar de onderlinge sfeer is prima, een wezenlijke factor tijdens een gezamenlijke reis.

    Fijn dat we gisteravond door Rima al wat in de theologie en gebruiken van deze christenen zijn ingewijd. Ze zijn antropocentrisch en hebben veel met de aarde en de natuur. Oorspronkelijk zijn ze afkomstig uit de omgeving van Homs, in Syrië. Later zijn ze langs de Orontes Libanon ingetrokken om daar hun nieuwe thuis te vinden. We lopen door een prachtige omgeving die wel wat weg heeft van de Alpes Maritimes in Zuid-Frankrijk. Toch is de sfeer heel anders door de kloosters en andere heiligdommen die we langs onze route aantreffen: min of meer ‘gewone’ kapelletjes, maar ook plekken waar bisschoppen van de kerk een schuilplaats voor hun leven hebben gezocht in de grotten van de bergen. Enkele lichamen van hen werden goed geconserveerd aangetroffen en worden sindsdien vereerd door ze zichtbaar tentoon te stellen. Niet dat de rillingen nu echt over mijn rug lopen, maar dit is toch niet echt mijn spiritualiteit. Mooi zingen kunnen de broeders van deze orde wel. Dat hebben we aan het begin van de dag gehoord tijdens de dagopening die bijna een vol uur duurde. Best lang als je pas daarna mag ontbijten…

    Na de hike wordt de wedstrijd met als thema: hoeveel predikanten passen er in één taxi, vervolgd. Gelukkig hebben we elkaar lief en is er de nodige inschikkelijkheid. Al haalt wel een collega zijn deo-spuitbus tevoorschijn omdat zoveel ingeblikt vlees hem toch te machtig wordt. Na veel gestuiter over de onverharde weg komen we op onze bestemming en gaat het per comfortabele touringcar verder in de richting van Tripoli, alwaar we in ons hotel welkom worden door de zoon van de eigenaar die prima Nederlands spreekt omdat hij 12 jaar lang in ons kikkerlandje blijkt te hebben doorgebracht. Als we ’s avonds aan tafel zitten, wordt de reeds opgeschepte soep koud omdat we pas gaan eten als de zon is ondergegaan. Dit uit respect voor de overige gasten die zich houden aan de Ramadan. Na een uitgebreide maaltijd gaan we nog niet rusten. Een bezoek aan de Soek is immers veel te verleidelijk! Mooi om zoveel nachtelijke blijdschap en uitbundigheid mee te mogen maken en bijvoorbeeld ook de duurste zeep ter wereld in een vitrinekastje te zien liggen. 4.500 Dollar, alleen Arabische oliesjeiks tellen zoveel neer om zich op te frissen. Als ik aan de maker vraag of hij ook zeep verkoopt die mijn hart schoon kan wassen, antwoordt hij meteen: “Uw hart is al schoon”. Ja, ja, je moest eens weten…

    Wat een dag weer! Na een rondje zappen, zonder Europese zenders te vinden, val ik onder het gebrom van de airco in een diepe slaap.

    Geschreven door Bas Bakelaar

    Predikant van de Hervormde Gemeente Krimpen aan de Lek

  • 24 juni 2017: Protestants Paasvuur

    Deze dag is gewijd aan de Grieks-Orthodoxe Kerk, of zoals de kerk zichzelf noemt: ‘Orthodoxe Kerk van Antiochië en heel het Oosten’. Vanuit Tripoli vertrekken we naar het nabijgelegen klooster van Balamand. Normaal zijn deze kloosters volstrekt afgezonderd, maar dit klooster is open voor bezoek, omdat het verbonden is met het seminarie en de Grieks-Orthodoxe universiteit die hier gesticht is.

    Eerst zou abt Romanos ons ontvangen, maar na een korte begroeting excuseert hij zich vanwege andere verplichtingen. We vragen ons even af of we als gewone dominees wel ‘belangrijk’ genoeg zijn. Zou het helpen als we een protestantse bisschop bij ons hadden gehad? Waarschijnlijk is het toch meer een praktisch probleem. Zo gaat het in het Midden-Oosten, ontdekken we steeds meer: afspraken zijn altijd voorlopig. Hoe dan ook, tussen de priesters en bisschoppen in vol ornaat voelen wij ons soms wat verlegen met onze gewone kledij.

    Een van de broeders, Vader Seraphim, neemt ons mee naar de beide kerken van het klooster en geeft uitleg over de bijzonderheden van de orthodoxe kerk: de iconostase, het altaar daarachter (heel even mag het gordijn open) en de ‘troon’ van de patriarch. Alles in de deze kerk en in haar liturgie heeft betekenis. Bijvoorbeeld de enorme kroonluchter, die met Pasen lichtjes geslingerd wordt, alsof hij danst, om uit te drukken dat de hele kosmos meedoet in de vreugde van de opstanding. Dat is nog eens symboliek!

    In de ontvangstruimte krijgen we water en koffie, op z’n Arabisch, in kleine kopjes. Vader Seraphim vertelt over het leven als monnik. De monnik vertegenwoordigt Christus en dat uit zich in gehoorzaamheid en nederigheid. Dat gaat heel ver: ook giechelen is niet gepast, evenmin als met je benen over elkaar geslagen zitten. Op een van onze vragen, over de beleving van het Heilige Land, antwoordt hij door te vertellen over het Paaslicht dat op Paaszaterdag vanuit de Heilige Grafkerk in Jeruzalem door monniken over de hele wereld gebracht wordt, ook naar Balamand. Dit onder strenge controle van het Israelische leger. Maar nu wil ík een vraag stellen, zegt hij dan: waarom hebben de protestanten deze traditie eigenlijk niet? Daar hebben we niet direct een antwoord op en misschien was dat ook wel de bedoeling.

    Dat deze monnik die niet mag giechelen, wél over humor beschikt, blijkt bij het afscheid, wanneer we hem een kaars van de Protestantse Kerk aanbieden. Volgend jaar Pasen, belooft hij, zal deze protestantse kaars branden in het orthodoxe klooster van Balamand, aangestoken met het Paasvuur vanuit Jeruzalem. Toch nog protestants Paasvuur: daar kun je alleen maar Amen op zeggen.

    Geschreven door Coen van Alphen

    Predikant Hervormde Gemeente Numansdorp

  • 25 juni 2017: Protestantendag

    Vandaag was het dus Protestantendag. Eindelijk hier in den vreemde weer eens onder elkaar, want sjonge jonge, het is me het wereldje wel hier in Libanon.

    Houdt al die vreemde kerken hier maar eens uit elkaar! We hebben daar natuurlijk al veel voor gestudeerd en krijgen daar bovenop tot in de bus hier colleges over al die verschillende kerken, maar ondanks alle inspanningen valt het niet mee ze uit elkaar te houden. De meeste kerken houden zich hier heerlijk vast aan wat ooit honderden jaren geleden is besloten en daarom weten ze ook zo goed wat aan de andere kerk niet deugt. Het verleden weegt zwaar, ze koesteren hun voorvaderen en schrikken er niet voor terug de consequenties van hun geliefde dogma’s te concretiseren in een beleid dat wij Protestanten onbarmhartig zouden noemen, maar dat zij zelf ten diepste heel pastoraal vinden. Het gaat om waarheid en dan is een onsje minder niet genoeg. Empathisch vermogen betekent hier de ander door dialoog te overtuigen dat hij ongelijk heeft. Het liefst vreedzaam, maar de geschiedenis leert dat anathema’s hier met enig enthousiasme zijn uitgesproken en in zo’n dialoog moeilijk kunnen worden terug genomen. Waar wij Protestanten graag alles inleveren om de lieve vrede te bewaren speelt men het hier theologisch scherp. Het gaat ergens over. Hier schuwen ze het debat niet en dat Jezus om communicatieve redenen in onze kerk graag wordt verkocht als een toffe peer, vindt men hier toch niet zo relevant. Dialoog is ook vasthouden aan de eigen identiteit en dat doen ze dus graag en gretig.

    Maar goed, dat gaan we thuis allemaal eens goed verwerken en maken daar keurig verslag van. Want de lezer moet natuurlijk niet denken dat deze reis een snoepreis is. Het is een studiereis!

    En dan nog wat: Libanon telt ongeveer 4 miljoen onderdanen en telt nu zo’n 1.4 miljoen vluchtelingen uit Syrie en tel daar ook nog eens 500.000 stateloze Palestijnen bij op en dan kom je tot werkelijk schrikbarende cijfers. De overheid heeft hier de slagkracht van een PVV fractie in de Tweede Kamer en dweilt dus met de kraan open.

    Al die vreemde kerken draaien hier dus grotendeels voor op. Zij worden geconfronteerd met vluchtende geloofsgenoten, familieleden en streekbewoners van hun voorouders. En wat diepe indruk maakt is dat de kerken ondanks elke tegenwind staan voor broeders en zusters in den Here Here. Christelijke huizen worden zo als sponsen vol vluchtelingen. Uit de verhalen die we hebben gehoord is er nauwelijks geld, nauwelijks eten, maar er wordt gedeeld. Wie de wonderbare broodvermenigvuldiging van Jezus een sprookje vindt kan hier het wonder aanschouwen. En wie het vluchtelingen probleem graag over de schutting van onze Europese achtertuin wil gooien moet hier eens naar het vuil van de problematiek komen kijken. Er is geld nodig om dit probleem op te lossen. Het is ook onze diaconale en politieke verantwoordelijkheid om ons probleem op te lossen.

    Maar goed, vandaag waren we dus als Protestanten gezellig onder elkaar. Alhoewel de dienst in het Arabisch was en dat is dus even wennen, want Arabisch is toch een taal die vaak wordt geassocieerd met slechte mannen met baarden. Maar we waren vandaag bij Libanese christenen. Gereformeerd! Ook dat nog. Trots op Libanon en met een grote voorliefde voor een klassieke belijdenis. Gastvrij en bereid, ook hier, tot dialoog. Want praten met elkaar is beter dan schieten op elkaar, dat weten ze hier ook. Daar zien wij ook hier nog steeds de sporen van.

    Geschreven door Bas Stigter

  • 26 juni 2017: Uit dankbaarheid voor de mama's

    Ze staan een beetje onzeker op de zwart-wit foto, de twee Armeense meisjes. Het zijn zusjes, dat kan je zien: ze lijken op elkaar en ze dragen dezelfde kleding. Ze poseren voor het weeshuis, waar ze net zijn aangekomen. De foto gaat naar de Turkse vrouw die tot voor kort hun pleegmoeder was. Daar hangt hij jaren boven het bed.

    Het is het jaar 1922. De zusjes zijn net door een tante herkend als haar dood gewaande Armeense nichtjes en tante heeft geregeld dat de meisjes weggehaald worden uit Turkije en een Armeense opvoeding zullen krijgen in het weeshuis van de Armeense kerk in Libanon.

    Daar zitten een heleboel kinderen. Ze zijn allemaal wees geworden door de genocide van 1915, die aan 1,5 miljoen Armeniërs het leven heeft gekost.

    Volledige dorpen zijn verwoest en van de kaart geveegd, talloze kinderen zijn verweesd, een rijke cultuur is verdwenen.

    De zusjes op de foto hebben eigenlijk nog geluk gehad, ook al zal hun verdriet groot zijn geweest. Hun moeder heeft hen aan de Turkse buurvrouw gegeven voordat ze zelf is weggevoerd en omgekomen. De buurvrouw heeft als een tweede moeder voor de meisjes gezorgd. "Voor onze Turkse mama" staat dan ook op de achterkant van de foto.

    Andere kinderen zijn minder gelukkig. Ze worden uit hun dorpen gedreven en gedwongen lange dagmarsen te maken. Als ze niet sterven onderweg dan worden ze uiteindelijk opgesloten in concentratiekampen en volledig geïsoleerd in de woestijn van Syrië. Soms zijn er enkelen, die weten te ontsnappen. Zij zwerven haveloos en hongerig door Libanon.

    Een jonge Deense vrouw, Maria Jacobsen, die voor een Protestants Zendingsgenootschap werkt, trekt zich het lot aan van deze kinderen en wijdt vervolgens haar leven aan de opvang van de duizenden weeskinderen. Dankzij de "Mama", zoals ze liefkozend wordt genoemd, vinden veel  kinderen een nieuwe toekomst in Libanon. Ook de zusjes van de foto.

    Het verhaal van deze Armeense zusjes is indrukwekkend. Maar minstens zo indrukwekkend is dat er blijkbaar mama's zijn, die doen wat ze moeten doen op beslissende momenten in de geschiedenis.







    Geschreven door Rianne Veenstra

    Dit blog werd geschreven naar aanleiding van het bezoek aan het Aram Bezekian Museum in Byblos, het museum van de kinderen die door de Armeense genocide wees werden.

    Dit bezoek vond plaats op dezelfde dag als de kennismaking met de Armeens Orthodoxe kerk en het bezoek aan de Armeense Protestantse Kerk en de Haigazian Universiteit.  

  • 27 juni 2017: Als bomen konden praten...

    Wat zouden de ceders ons vertellen die we vandaag hoog in het Libanongebergte gezien hebben, het symbool van Libanon, bomen die als kerstbomen eerst stijl naar boven groeien tot de spits onder de last van sneeuw  afbreekt en de boom in de breede groeit, sommigen wel drieduizend jaar oud. Als deze ceders konden praten, wat zouden ze ons vertellen over de tijd van koning Salomon die cederhout uit de Libanon gebruikte bij de bouw van de tempel in Jeruzalem, over militaire invasies en politieke overheersing door o.a. Romeinen, kruisvaders en Ottomanen, over het Franse mandaat, 15 jaar van Libaneze burgeroorlog, over klimaatsverandering? Bomen kunnen niet praten, mensen wel. Mensen kunnen hun verhaal vertellen, hun dromen en hun zorgen, hun pijn en hun hoop met ons delen.

     

    Ook deze zevende dag van onze studiereis was weer vol van indrukwekkende ontmoetingen met mensen van allerlei achtergrond.

    Vanuit het Libanongebergte reed onze bus in serpentines naar het Bekaadal. We keken uit over een vruchtbaar dal vol fruitbomen en wijngaarden, het leek wel een land van melk en honing. Aan de overkant de berg Hermon met kleine spotjes sneeuw, nauwelijks voorstelbaar op deze hete zomerdag waar de temperatuur ver boven de 30 graden geklommen was. Libaneze christenen vieren elk jaar het feest van de verheerlijking op de berg Hermon die anders niet toegankelijk is door de nabijheid van Israel.

    Onze eerste stop was bij de Schneller School, de trots van de National Evangelical Church, opgericht in 1860 door Johann Ludwig Schneller uit Duitsland. We ontmoeten Dorothee uit Wuerttemberg, hetzelfde deel van Duitsland waar Schneller ooit vandaan kwam. Ze is sinds drie jaar aan de school verbonden en vertelt dat de school al lang niet meer alleen weeskinderen opvangt maar zich nog,steeds op de allerkwetsbaarste kinderen richt uit arme en vaak gebroken gezinnen. Tweehonderd kinderen komen uit de omgeving en honderd wonen in het internaat, jongens en meisjes. Zij leven in groepen waar ze de geborgenheid van een familie ervaren. Sinds de burgeroorlog in Syrie en vele vluchtelingen in het Bekaadal bieden ze eenvoudige cursussen aan voor Syrische vrouwen. De school is een christelijke, protestantse school met voornamelijk islamitische kinderen. Doen ze dan ook aan zending?, vraagt iemand. Niet in de zin van moslims bekeren. Wel vertellen ze over God, die ons lief heeft en vergeeft en geven ze aan God's liefde handen en voeten. Daardoor verandert de houding van moslims tegenover het christelijk geloof.

    Een andere jonge vrouw voegt zich bij onze groep. Ramak Abbo is de vrouw van de plaatselijke dominee van de Presbyterian Church. Ze vertelt over haar pioneerwerk (van christelijke pioneersplekken gesproken) onder Syrische vluchtelingen. De Syrische grens is hier niet ver vandaan. Haar kerk heeft vorig jaar een school opgericht voor achtenvijftig syrische kinderen van zes tot twaalf jaar. Dit jaar worden het vijfentachtig. Leuk om te horen dat geld voor dit schoolproject o.a. van de GZB komt. Vluchtelingenkinderen kunnen in principe naar een Libaneze school gaan. Maar vaak missen ze de nodige voorkennis. De school van Ramak begint dan ook helemaal onderaan met lezen en schrijven, met hoe je je handen wast en je tanden poetst en hoe je met elkaar om gaat. De kinderen horen bij groepen die elkaar in Syrië bevochten hebben. Nu zitten ze in een klasje en leren ze met elkaar om te gaan. Ramak zegt, "We vertellen hen dat God van ons houdt en dat wij van elkaar moeten houden." Trinette Verhoeven, predikante in de Schilderswijk van Den Haag, heeft een zeer toepasselijk cadeau voor de school, een boek uit Nederland met typisch Nederlandse kinderverhalen zoals Jip en Janneke in het Arabisch vertaald met de originele tekeningen. Bedacht voor Syrische vluchtelingenkinderen in Nederland komt het nu hier terecht.

    Ramat neemt ons mee naar een vluchtelingenkamp. Vluchtelingen wonen hier onder de Libanzen of in tenten op een stukje land waar de eigenaar ze laat wonen of ook in woningen die ze gehuurd hebben, 1.4 miljoen syrische vluchtelingen op een bevolking van vier tot vijf miljoen inwoners (er is al lang geen volkstelling meer geweest uit angst dat de getalsmatige verhouding tussen moslims en christenen verstoord wordt). Dat is nog iets anders dan het aantal vluchtelingen in Nederland. We zien tenten die door de VN zijn neergezet. Ongeveer twintig families wonen hier bij elkaar, al vijf of zes jaar. De volwassenen proberen als dagloner werk te vinden. Ze mogen niet officieel werken. Libanon wil dat ze weer vertrekken. Inmiddels worden kinderen hier geboren. Er zijn veel kinderen. Ze komen naar ons toe, zingen voor ons. Wat is hun toekomst? Terug naar Syrië? Emigeren naar Australië of een ander land? Wij vertrekken na een half uur in onze bus met airco. Zij blijven. Een wrang gevoel. Ik kijk met andere ogen naar dit mooie dal waar we verder naar het noorden rijden tot dicht bij de Syrische grens, naar de armeense stad Anjar, de enige christelijke stad hier, omgeven door moslimgemeenschappen.

    We worden gastvrij ontvangen door een pas getrouwd Armeens echtpaar. Yaccoub is predikant van de Armeense protestantse kerk en leider van een Armeense Secondary School, zijn vrouw is verantwoordelijk voor het internaat. Ondanks dat zijn vader net overleden is, is Yaccoub zichtbaar blij met de Nederlandse gasten, want ze hebben een gemeente contact met de Maranathakerk in Lunteren. Wat een verschillende werelden zijn op deze manier met elkaar verbonden. Op school wordt niet alleen aandacht besteed aan leervakken, maar ook aan thema's als omgaan met conflicten, vredesopvoeding, mensenrechten, mileu. Het wordt ons weer duidelijk wat een grote invloed een hele kleine kerk heeft via een 'school met de bijbel', juist ook buiten de eigen kring.

    Ook deze dag hebben we weer prachtige mensen ontmoet die onder moeilijke omstandigheden veel en goed werk verrichten, doen wat op hun weg komt, de hoop levend houden en God's liefde leven.

    Als afsluiting van de dag hadden geeft dr.George Sabra,de president van NEST een inleiding over de betekenis van het Land (daarmee wordt de staat Israël bedoeld, een woord dat je in Libanon niet in de mond mag nemen) voor de christenen in het Midden-Oosten. George Sabra sprak indringend over het gevoel van Arabische christenen door westerse christenen niet begrepen te worden in hun lijden onder de gevolgen van het ontstaan van de staat Israël. Is er hoop? Palestijnse christenen hebben in het Kairos Document een woord van hoop geformuleerd. Onze taak als christenen is het om hoop levend te houden en in concrete stapjes te vertalen, waar we ook leven, in het Midden-Oosten of in Nederland.

    Geschreven door Waltraut Stroh

    Studentenpastor Internationaal Studentenpastoraat 

  • 28 juni 2017: Diversity builds Unity

    Ik word gewekt door het monotone gebrom van de ventilator. Eindeloos draait hij zijn rondjes in de kleine kamer. Zelfs ’s nachts blijft het plakkerig warm. Het went, de hitte en het ritme van de dagen hier in NEST. Opstaan, aankleden, ontbijten, programma. Zeven dagen lang. De groep voelt inmiddels een beetje als familie: zusters en broeders die in alle verscheidenheid, uit verschillende (kerkelijke) contexten, elk met zijn en haar eigen levensverhaal, elkaar hebben leren kennen op persoonlijk en professioneel vlak. Diversity builds Unity. De afgelopen week hebben wij veel verschillende kerken bezocht en collega’s, werkers in de wijngaard en gemeenteleden ontmoet. Mensen met een taal waar we niets van maken, kerkelijke gewoonten die we niet kennen en met verhalen die ons raakten. De éénheid in Christus bond ons samen.

    Vandaag was de dag van de Islam. Die begon in Sidon bij het Adyan instituut. Adyan bekent religies. Ik had geen idee wat ons te wachten te zou staan. Iemand zou ons iets vertellen over de dialoog Islam-Christendom. Ik had een man verwacht…Tot nu toe waren het meest mannen geweest die hun kerk vertegenwoordigden. Bovengekomen op de achtste verdieping van het gebouw werden wij opgewacht door een jonge vrouw in een lange zwarte jurk, mooi opgemaakt met om haar hoofd een fleurige sjaal. Ze ontving ons hartelijke en stelde zich aan ons voor. Haar naam is Naham, wat melodie, harmonie betekent. Het ijs was gebroken. Diversity buids Unity.

    Naham liet ons een film zien over het werk van Adyan en vertelde erover. Adyan wil werken aan vrede, ook wel peace building genoemd. En doet dit door  (jonge) moslims en christenen met elkaar in contact te brengen. De medewerkers van Adyan willen een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij die verscheidenheid eerder problematiseert dan als een uitdaging ziet. Adyan neemt verscheidenheid als uitgangspunt voor dialoog, het kweken van respect en het opbouwen van duurzame netwerken die moslims en christenen uitnodigingen samen te werken en te leven. Het eigene van elke religie blijft overeind staan, maar in alle verschillen worden overeenkomsten gezocht zoals: menselijke waardigheid, fairness, vergeving, respect. Diversity builds Unity over geloofsgrenzen heen.

    Restte ons een ontmoeting met Sheikh Muhammad Abou Zeid, de imam van de moskee en de rechter binnen de moslimgemeenschap. Weer zo’n prachtig mens waarbij ik mij gelijk thuis voelde. Omdat hij vol passie over zijn gemeente en geloof vertelde zonder iets af te doen aan het christendom. Na de rondleiding door de moskee nam hij ons mee op sleeptouw het oude centrum van Sidon door. Als een sjeik schreed hij voor ons uit, terwijl hij zijn schat aan kennis - ook van de Bijbel - deelde. Diversity builds Unity.

    En nu is het half elf ’s avonds. De ventilator draait nog steeds zijn rondjes. Mijn laatste nacht hier. Morgen scheiden onze wegen. Ik ben anders dan de rest, dan de mensen die hier geloven, hopen en liefhebben. Mijn motto na vandaag blijft: Diversity builds Unity.

    Geschreven door Marja de Jager

    Predikant van de Gorechtkerk in Haren (Gn)

  • 29 juni 2017: Land of Hope and Suffering

    Wat een pijn en verdriet. Terugkijkend op de reis hebben we geen berg beklommen en zijn we geen weg gegaan waar het bloed niet tot ons riep vanuit de aardbodem. Zoveel heartbreaking stories.

    Toch is het land mooi, schijnt de zon en hangen de bomen vol met vruchten.

    Ik weet inmiddels: geen enkele groepering in het Midden Oosten is zonder zonden. De realiteit is te complex voor een eenduidige analyse. Maar hier christen te moeten zijn is een ware verzoeking; De verhalen van de gevluchte christenen uit Irak en Syrie, hoe hun landen zijn afgepakt, hun mensen vermoord, hun kerken verwoest; Het wankele machtsevenwicht in Libanon zelf, waar samenleven is als leven op een vulkaan: de altijd sluimerende dreiging van het gevaar. De macht van het getal heerst, het recht van de sterkste.

    Toch is daar ook een tegenmacht. Een verborgen kracht die weerstand biedt tegen het Duister. Dat zijn zij, soms maar enkelen, die zich niet enkel laten bepalen door de omstandigheden en hun emoties, maar die zich oefenen in het steeds opnieuw weer horen naar die Stille Stem in het hart. Die zich durven laten bevragen door het Woord van God: ‘Waar ben je?’ en ‘Waar is je broeder?’. Hier ontstaan initiatieven van hoop. Ze overwinnen het kwade door het goede te doen.

    Maar romantiseer het niet teveel! Idealisme ruikt hier naar naïviteit. Het kan in dit deel van de wereld je leven kosten en erger, de levens van allen voor wie jij verantwoordelijk bent. In de spiritualiteit van de meeste Oosterse kerken heeft het lijden dan ook een wezenlijke plaats gekregen, men identificeert zich met personages uit de bijbel en heiligen die ook deze weg zijn gegaan. Een manier om in alle pijn en dood de hoop op God levend te houden en zo staande te blijven.

    Dr. Rima Nasrallah is gedurende deze reis een voorbeeld voor ons geweest van iemand die kan verbinden met elegantie en flair, Christenen van ‘alle families’, het Oosten met het Westen, Christenen en Moslims. Zij is niet opgeblazen, kwets niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, ze wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe. Respect hoe zij met zoveel passie gehoor geeft aan haar roeping om de Kerk van Christus te dienen in dit land.

    Moge zij en haar man, de docenten en studenten van de Theologische opleiding NEST een stralend licht zijn voor de volken om hen heen, een baken van hoop dat doorzicht geeft tot op Christus zelf en tot zegen is voor heel Libanon.

    Geschreven door Ds. Jan Verlinde

  • Een religieus-geografische kaart van Libanon

    Op onze reis komen we letterlijk in aanraking met de religieus-geografische kaart van Libanon. De Near East School of Theology (NEST) in Beiroet is onze uitvalsbasis. Wij verblijven grotendeels op NEST. NEST is in het westelijke deel van Beiroet, in een dynamische wijk vol educatieve en culturele instellingen.  NEST is een protestantse seminarie waar predikanten en kerkelijke werkers opgeleid worden.

     
    Het wordt al snel duidelijk dat deze plek in west Beiroet, volop is verbonden met andere landen uit  het Midden Oosten, evenals met kerken en instellingen uit Amerika en Europa. De staf van NEST heeft veelal ook een tijd in het buitenland gestudeerd. Zo heeft dr. Rima Nasrallah haar dissertatie aan de Protestants Theologische Universiteit geschreven. We ontmoeten enkele studenten. De meesten zijn op zomerreces. De studenten van NEST komen onder meer uit Libanon, Syrië, Jordanië en Kenia.

    Met de bus gaan we vaak op pad. We volgen wegen van pelgrims en toeristen. We komen op plaatsen die ons helpen om het land en het netwerk van geloofsgemeenschappen in het land beter te verstaan. Langs de kust loopt grofweg gezegd van Tripoli in het noorden tot Tyrus in het zuiden (in bijbelse tijden een oude Fenicische stad) één lange brede en veelal zeer drukke verkeersweg. Wij bereizen deze weg van Tripoli tot Sidon, ofwel Saida in het Arabisch. Sidon is ons bekend uit de reizen van Paulus. We passeren onderweg naar Sidon ondermeer de plaats Sarafund. Van deze plaats wordt gezegd dat het is verbonden met Sarafat de plaats waar Elia de weduwe ontmoet. Deze lange verkeersweg loopt steeds strak langs de Middelandse zee. Dat levert mediterrane beelden op. De kust is helaas wel lelijk volgebouwd. De zee gaf velen in de geschiedenis makkelijk toegang tot dit gebied. Niet in de laatste plaats de kruisvaarders. 

    We rijden op onze tochten door Armeense wijken en dorpen, Grieks orthodoxe plaatsen, Soennietische wijken etc. Dit zijn geen dichte waterscheidingen. Een wijk die voorheen voornamelijk Armeens was, is nu – mede als gevolg van de grote vluchtelingen stroom, voor nog maar 50% Armeens, en kent een groeiend aantal mensen uit andere etnische groepen.

    Ten oosten van Beiroet ligt De Libanon. Dit is een gebergte die parallel loopt aan de kustlijn.  Hier zijn de ceders te vinden, het nationale symbool van Libanon. Als we naar de Bekavallei gaan moeten we hierover heen. De Beka is een grote vruchtbare vallei in het oosten van Libanon. Bij aankomst in de (voornamelijk Armeense plaats) Anjar, raken we op een paar km na de Syrische grens. Die paar km maakt toch wel wat bij ons los. Vanuit de Beka hebben we een prachtig zicht op de berg Hermon die ligt op de grens met Syrie en Israel. Is het deze berg waarop Jezus zich heeft terug getrokken om te bidden?  

    De geografische kaart wordt natuurlijk ook bepaald door de landsgrenzen. Tijdens het Franse mandaat Syrië werd in 1920 Groot Libanon gecreëerd. Aan De Libanon dat eerder zelfstandige status had verworven werden de voormalige Ottomaanse gebieden Tripoli, Tyres en de Bekavallei toegevoegd. Dit is de voorloper van het huidige Libanon dat in 1943 als zelfstandige staat ontstond. Ten zuiden van Libanon ligt een grens die gesloten is. De verhouding met wat eufenistisch ‘Het Land’ wordt genoemd is en blijft ondermeer door de Libanese burgeroorlog problematisch.

    Door het hele land komen we mensen tegen die op  één of andere manier een link met NEST hebben. Het gaat om protestantse predikanten, maar niet alleen. Een Armeens Orthodoxe monnik studeerde aan NEST, de imam-Sjeik in Sidon doet onderzoek in de bibliotheek van Nest.

    Deze grove religieus-geografische kaart laat in een notendop enkele (religieuze) spanningen zien, laat (bijbelse) geschiedenis zien, maar ook iets van de gevarieerde natuur die Libanon rijk is. Ook laat het zien dat NEST – hoewel klein – een grote actie radius heeft. Onze reis door dit rijk geschakeerde land geeft ons volop mogelijkheden om te leren door te zien en te ontmoeten.  

    Geschreven door Ronelle Sonnenberg

    Predikant in de protestantse gemeente De Lichtkring in  Alphen aan den Rijn

  • Toch iets laten groeien

    Op weg naar Nederland bedenk ik wat me het meest heeft geraakt in de dagen die  we in Libanon doorbrachten. Temidden van alle verhalen die mensen ons vertelden in het Arabisch, Engels of Nederlands, blijven mijn gedachten toch teruggaan naar een woordeloos contact. Een ontmoeting met een Syrische man die ik op een jaar of veertig schat. Hij stond ons op te wachten in het vluchtelingenkamp dat we bezochten: “Welcome” zie hij en wij zeiden, in ons beste Arabisch : “salaam aleikum”. Toen stonden we elkaar aan te kijken en begon er een gesprek zonder woorden.

    Eigenlijk moet ik eerst wat vertelllen over wat ik hoopte te doen. Onder de vluchtelingen heb ik geen mensen met overgewicht aangetroffen. Obesitas is een Westers probleem, lijkt het wel. Tot mijn verdriet merkte ik in deze week dat de “zomerbroek voor warme landen” die ik een paar jaar niet gedragen had, nu toch echt niet meer comfortabel om mijn middel zat. Als het kon wilde ik er een nieuwe eigenaar voor zoeken. Dat zou dus iemand met mijn lengte en postuur moeten zijn maar dan met wat minder buikomvang. Ik moest dus snel iemand het gevoel gaan geven dat wij iets gemeenschappelijks hebben; dat er een klik is en dat ik hem daarom een broek wil geven. Het is ook niet de bedoeling dat anderen zich ermee gaan bemoeien. Een ontmoeting van man tot man dus. Van de drie mannen die we tegenkwamen had er één inderdaad mijn postuur.

    Met handen en voeten maakte ik hem duidelijk dat we onze lengte gemeen hadden. Hij, op zijn beurt, gaf aan we allebei een baard hadden. We verstonden elkaars taal niet en toch was er een contact. Of hij begreep dat ik vroeger ook een tenger figuur had, weet ik niet maar hij pakte de broek van me aan. Toen wist ik even niet hoe het verder moest met dat woordeloze gesprek. Gelukkig naam hij het over; hij troonde me mee naar een open plek tussen wat tenten en wees op een paar bloempotten waarin hij stekjes had van een struikje. Hij wenkte me dichterbij te komen en met mijn handen over de bladeren te wrijven. Hij gebaarde me dat ik goed moest ruiken. De geur kan ik nog niet thuisbrengen maar in zijn ogen zag ik de trots dat het hem gelukt was deze plantjes op te kweken. Ik gebaarde met duimen omhoog dat ik het prachtig vond. Als moestuinder is dit tafereel me niet onbekend; je laat elkaar wat van je oogst zien, bespreekt de groei en deelt de voldoening daarover met elkaar. Maar hier was meer aan de hand.

    Waar ik verwachtte apatische en moedeloze mensen aan te treffen zag ik iemand die de vreugde van het tuinieren nog niet verloren heeft en die wil bouwen aan de toekomst. Uit zijn ogen straalde energie, vertrouwen en veerkracht. Met de weinige middelen die hem ten dienste staan, bouwt hij ergens aan en dat geeft hem plezier en zelfrespect. Luther heeft eens gezegd “Als ik wist dat de wereld morgen vergaat, zou ik vandaag toch nog een appelboom planten“. De viering van het Lutherjaar zal aan de meeste vluchtelingen wel voorbij zijn gegaan maar wat mooi dat in deze ontmoeting vertrouwen, hoop en zelfrespect doorklinken. Misschien moeten deze struikjes een handeltje worden of het begin van een kwekerij, wie zal het zeggen. Voor mijn gevoel is dit een teken van hoop, van uitzien naar een nieuwe toekomst. Wij hopen en bidden dat deze man en vele van zijn lotgenoten, de kans zullen krijgen hun toekomst weer zelf vorm te geven.

    Geschreven door ds. Paul den Hollander

    Predikant in de PG 'ter Holten', Friesland

  • Gedreven

    Net geland op Charles de Gaulle overnacht ik op het vliegveld. Een moment om wat te mijmeren.

    Waar begin ik? Nu de studiereis naar Libanon ten einde is heeft mijn hoofd tijd nodig om de dingen te ordenen. Flarden van belevenissen passeren de revue: dat ene gesprek met die Syrische student aan de NEST en zijn verlangen om de kerk van zijn thuisland te dienen. De inspirerende verhalen van de gedreven prof.dr. Heleen Murre van den Berg en dr. Rima Nasrallah. Het bezoek aan de Armeense protestantse kerk in Anjar op vijf minuten afstand van de Syrische grens en de ontmoeting met sjeik Muhammad Abou Zeid in Sidon. Kortom, teveel om op te noemen!

    Wat me raakte in al die ontmoetingen is de trouw en volharding in de roeping die mensen ervaren. Voor de een ligt die roeping in het vieren van een eeuwenoude liturgie en voor de ander is dat stug doorgaan met de interreligieuze dialoog. Niet opgeven, ook als de omstandigheden soms weinig hoopgevend zijn. Voor mij is dat een vorm van volharding die een innerlijke drive verraadt. En naar het verhaal achter die gedrevenheid ben ik nieuwsgierig.

    Misschien heeft de laatste dag van de reis wel het meest indruk op me gemaakt. Vooral het vriendschappelijke contact dat de NEST onderhoudt met sjeik Muhammad Abou Zeid. Hij heet ons welkom in zijn moskee en leidt ons vervolgens door Sidon. We volgen hem door de straatjes en de souk van het oude stadsdeel. Tijdens het bezoek aan een Grieks Orthodoxe Kerk wijst hij ons als theologen op een bijbeltekst uit Handelingen.

    Het mooie is dat dezelfde sjeik de volgende dag te vinden is in de bibliotheek van de NEST. Ik loop hem daar tegen het lijf, terwijl hij zich verdiept in de protestantse zendingsgeschiedenis van het Midden-Oosten. We groeten elkaar vriendelijk. Ik zie een blik van herkenning. Voor mij is zijn aanwezigheid een hoopvol signaal van een jarenlange inzet voor wederzijds begrip en samen zoeken naar de vrede voor de stad.

    Werken aan wederzijds vertrouwen begint bij de religieuze leiders. Deze uitspraak van een student aan de NEST zal ik niet snel vergeten. Van daaruit is verandering mogelijk. Natuurlijk is dat een proces van jaren. En als ik dr. Rima Nasrallah goed heb begrepen misschien zelfs van eeuwen, gezien de lange en gecompliceerde voorgeschiedenis van het christendom en de islam.

    Het is bemoedigend om te zien hoe de NEST en kerkgemeenschappen in Libanon zich geroepen weten om te werken aan goede en duurzame relaties met moslims. Daarvan hebben we de afgelopen tien dagen mooie initiatieven mogen zien. Ook de inspanningen van de jonge predikant Yaccoub in de Armeense plaats Anjar zijn daar een voorbeeld van. In een volledig islamitische omgeving, en op vijf minuten van de grens met Syrië, zet hij zich samen met zijn vrouw in voor vrede en recht en de oefening in het omgaan met conflicten. Dat doen ze in het goede vertrouwen dat Jezus Christus liefde gééft. Het is de liefde van de Opgestane die hen drijft. Aan de wand van een ontmoetingsruimte bij de kerk hangt een schilderij waarop deze liefde met verf en kwast zichtbaar is gemaakt.

    Ik voel dat de christenen in Libanon in hun gedrevenheid een appèl op me doen. Dat ik me laat meenemen door die eeuwenoude christelijke doorgeefbeweging van Jezus. Dat is wel een weg van de lange adem… Maar in Libanon heb ik gedreven mensen ontmoet die van harte geloven dat dit een heilzame weg is voor héél de samenleving. Wie weet is dat wel het meest hoopgevende dat ik in het vliegtuig naar Amsterdam meeneem.

    Geschreven door Bram Robbertsen

    Predikant van de hervormde gemeente Hendrik-Ido-Ambacht (wijk Dorp)