Prof. dr. T.A. Boer
Met de voeten in de modder en het hoofd in de wolken
Net als bij bloeddruk is er bij ethiek sprake van een bovendruk en een onderdruk. De onderdruk betekent: compromissen en vuile handen maken en strakke regels bedenken om te voorkomen dat een samenleving onveilig of ongeorganiseerd wordt. De ethicus is in de praktijk nogal eens bezig met die onderdruk: omgaan met schaarse middelen, dilemma's oplossen, procedures bedenken die misbruik moeten tegengaan. Graaiende bankdirecteuren en sluwe dictators zijn niet de enige mensen die baat kunnen hebben bij die vorm van ethiek. Wie in zijn eigen ziel kijkt, weet dat ieder mens baat heeft bij regels en procedures.
Maar ethiek is ook het handelen vanuit idealen. Dat is de bovendruk, die eigenlijk niet hoog genoeg kan zijn: een goed leven dat zich in vrijheid, liefde en dankbaarheid richt de medemens.
Goede ethiek staat en valt met het vermogen om kritische vragen te stellen. De ethicus heeft natuurlijk ook standpunten; maar hij kent als het goed is ook de nadelen van een positie. En zoekt in de positie van gesprekspartners altijd elementen van waarde. Wanneer hem dat door anderen niet in dank wordt afgenomen, kan dat zomaar een aanduiding zijn dat hij zijn werk goed doet.